En toen zat er DNA op een touwtje en viel de dief door de mand

Verslaggevers politie en justitie | Tekening: Theresa Hartgers
Verslaggevers politie en justitie | Tekening: Theresa Hartgers
DEN HAAG - 'Hoe kan uw DNA zijn gevonden in dat huis?', vraagt de rechter aan de 54-jarige Bas die tegenover haar zit. Ergens tussen 17 januari 2018 en 28 januari 2018 wordt er ingebroken in een huis aan de Veenweg in Den Haag. Onder meer een televisie, een dvd-speler en versterker zijn verdwenen. Justitie denkt dat Bas de dief is, zelf zegt hij er niets mee te maken te hebben.
De rechter gaat verder. 'Weet u wat DNA is?' Ze pakt een bekertje water van haar verhoogde tafel en neemt een slok. 'Kijk, en nu zit hierop mijn DNA, oftewel mijn unieke celmateriaal', legt ze geduldig uit, terwijl ze naar de rand van de beker wijst. 'Dat is een heel sterk bewijsmiddel, nog sterker dan een vingerafdruk.' Dat unieke spoor van de verdachte is aangetroffen op een touwtje dat een raam van het getroffen huis dichthield. Het raam waardoor de dief waarschijnlijk naar buiten is geklommen. Overigens wist de politie dat het om Bas ging, omdat zijn DNA al in de politiesystemen was opgeslagen. Hij was namelijk eerder al eens veroordeeld voor het kopen van een gestolen fiets.
Terug naar de dag van vandaag. Bas staat terecht voor de woninginbraak en kan hij geen antwoord geven op de eerste vraag van de rechter. Bas: 'Ik heb geen idee hoe mijn DNA daarop is terechtgekomen. Ik was wel in de buurt aan het werk.' Dat klopt. Bas is ZZP'er in de bouw en isoleerde destijds het tuinhuisje dat zich op twee tot vijf meter afstand van het bewuste huis bevond.

Een touwtje van A naar B

'Dat is natuurlijk helemaal geen verklaring’, verzucht de officier van justitie.' 'Nou jawel’, vindt de advocaat van Bas. Met een zware en luide stem legt hij uit dat zo’n touwtje een verplaatsbaar voorwerp is. En nergens anders hebben agenten DNA van zijn cliënt gevonden, terwijl het hele huis overhoop was gehaald. Er was zelfs een raam kapot. ‘Alleen op dat ene touwtje zit het DNA van mijn cliënt’, benadrukt hij nogmaals.
De officier is totaal niet overtuigd door het verhaal van de advocaat. De theorie van de advocaat zou volgens haar alleen maar kunnen in de navolgende scenario's: 'Óf de aangever loog over de plek waar het touwtje in eerste instantie lag. Dat moet dan dus buiten het huis zijn geweest', stelt de officier. 'Óf de aangever loog niet en het touwtje lag in het huis waarna de daders net zo lang hebben gewacht totdat de verdachte in aanraking was gekomen met dat touwtje. Om vervolgens het bewuste touwtje weer in het huis terug te leggen.' Beide scenario’s noemt ze erg ongeloofwaardig.

'Je huis, de plek waar je je veilig moet voelen'

Daarom moet wat haar betreft Bas drie maanden de gevangenis in. Ze noemt woninginbraken een ernstig vergrijp. Je huis moet volgens haar de plek zijn waar je je juist veilig voelt. De officier: 'Het is privé-terrein. En ook al ben je tijdens het delict niet thuis, het gevoel van onveiligheid is hetzelfde. Na zo'n inbraak denk je toch: ‘Komen ze terug of gebeurt het nog een keer?'
De rechter is het volkomen met de officier eens. ' Ja inderdaad, in theorie kan uw DNA op het touwtje terecht zijn gekomen. Maar in dit geval vind ik het niet waarschijnlijk.' Oftewel: door de vondst van dat ene touwtje is Bas erbij en moet hij drie maanden de cel in.
In het kader van de privacy zijn de namen gefingeerd.
Dit is een artikel in de reeks 'Bij de politierechter'. Meer verhalen lezen?