Man (28) trekt vrouw aan haren en sleurt haar over straat

Verslaggevers politie en justitie | Tekening: Theresa Hartgers
Verslaggevers politie en justitie | Tekening: Theresa Hartgers
DEN HAAG - 'Ssst, nu even luisteren.' De rechter snoert de 28-jarige Youssef uit Den Haag de mond als hij haar onderbreekt wanneer ze de verdenking tegen hem uitspreekt. De man zou vorig jaar zomer eerst een beveiliger hebben onder gerocheld en een paar dagen later een willekeurige vrouw aan haar haren over de straat hebben getrokken.
'Maar ik heb vier jaar lang de verkeerde medicijnen gekregen dus ik was toen niet mezelf', legt Youssef uit. Hij is geboren in Syrië en woont sinds een paar jaar in Nederland. Inmiddels heeft hij wel de juiste medicatie. En naar eigen zeggen gaat het nu een stuk beter.
De rechter gaat verder. 'Spugen is wel echt heel smerig hè.' De getroffen beveiliger zit achterin de zittingszaal en knikt instemmend. Het is 31 juli 2018 als Youssef voelt dat hij hulp nodig heeft en wel nu. Hij gaat naar de Haagse GGZ-instelling Parnassia en eist meteen zijn medicijnen. Maar dat gaat niet, die zijn pas een paar uur later beschikbaar. 'Ik had echt hard hulp nodig. Zij hadden mijn medicijnen bruut stopgezet.'

Een flodder spuug in de haren

En dus wil hij het pand niet verlaten voordat hij de pillen krijgt. De beveiliger moet ingrijpen. Hij geeft Youssef nog de kans om enigszins vrijwillig weg te gaan. Maar de verdachte volhardt, hij gaat nergens heen en dus worden twee agenten opgetrommeld. Ze grijpen Youssef vast en proberen hem naar buiten te werken en terwijl ze dat doen, ziet de verdachte nog kans een flodder spuug in de haren van de beveiliger te deponeren.
'Begrijpt u dat dat geen goede keuze was?', vraagt de rechter. De verdachte rommelt wat in zijn tas en haalt er dan een stapel papieren uit. 'Dit bewijst dat ik vier jaar lang de verkeerde medicijnen had en daar heel slecht op reageerde', roept hij, terwijl hij de opgesnorde stukken in de lucht houdt. De rechter: ‘Ik begrijp dat het toen niet goed met u ging, maar het volgende incident vind ik nog kwalijker.’

'Wat heb ik hem misdaan?'

Dat incident gebeurt een paar dagen later voor de deur van het huis van Youssef. Mevrouw De Boer loopt nietsvermoedend door zijn straat, maar Youssef denkt dat ze hem beledigt en hij houdt haar tegen. Hij spreidt zijn armen waardoor ze er niet langs kan. De Boer voelt zich ongemakkelijk en rent weg. Maar dat laat Youssef niet gebeuren, hij trekt aan haar haren en sleurt haar vervolgens over straat.
Net voor deze zitting blijkt de officier van justitie nog even met mevrouw De Boer te hebben gebeld. De officier: 'Ze is nog ontzettend bang en ze vraagt zich steeds af: Wat heb ik hem misdaan?' De verdachte kan daar geen duidelijk antwoord op geven behalve dan dat hij dacht dat ze hem beledigde. Hij slaat zijn ogen neer. Hij heeft spijt. 'Ik vind het ontzettend vervelend voor haar.'

'Moet je voorstellen: een wildvreemde die haar zomaar aanvalt'

De rechter heeft het allemaal aangehoord en heeft even een moment nodig om na te denken en verlaat via een achterdeur de zaal. Na zo'n vijf minuten komt ze terug. 'Het is duidelijk, u was echt niet bij uw volle verstand.' Ze laat een stilte vallen en gaat dan verder. 'Maar het is wel echt echt heel naar. Mevrouw De Boer is zich rot geschrokken. Moet je voorstellen: een wildvreemde die haar zomaar aanvalt.'
Haar oordeel? Youssef is schuldig aan de feiten, maar krijgt vanwege zijn geestesgesteldheid geen straf. De Hagenaar verzamelt zijn papieren weer bij elkaar en loopt gelaten de zaal uit.
In het kader van de privacy zijn de namen gefingeerd.
Dit is een artikel in de reeks 'Bij de politierechter'. Meer verhalen lezen?