Haagse wethouders integer bevonden, maar commissie is kritisch op college

De Haagse (kandidaat-)wethouders bij de presentatie van het nieuwe coalitieakkoord.
De Haagse (kandidaat-)wethouders bij de presentatie van het nieuwe coalitieakkoord. © Omroep West
DEN HAAG - Hilbert Bredemeijer (CDA) en Martijn Balster (PvdA) kunnen worden benoemd tot wethouder in Den Haag. Een speciale onderzoekscommissie heeft geen 'feiten en omstandigheden op het gebied van integriteit' gevonden die een beletsel vormen om de twee donderdag te installeren. Ook de zes zittende wethouders kunnen blijven, schrijft waarnemend burgemeester Johan Remkes aan de gemeenteraad.
Toch komt de ‘commissie integriteit’, die bestond uit oud-officier van justitie Kitty Nooy en voormalig commissaris van de Koningin in Zuid-Holland Joan Leemhuis-Stout, wel met een paar flinke kritische aanbevelingen. Deze gaan over de benoeming van de nieuwe wethouders in Den Haag en de huidige werkwijze van het college van burgemeester en wethouders.
Zo hebben de partijen die onderhandelden over de nieuwe coalitie zich niet aan eerder gemaakte afspraken gehouden. De commissie constateert dat er was besloten dat de namen van de kandidaten pas openbaar zouden worden na afronding van de screening. En dat gebeurde niet: het nieuwe coalitieakkoord, inclusief de kandidaat wethouders werden al vorige week maandag gepresenteerd. 'De commissie constateert met teleurstelling dat deze procedure bij beide kandidaten niet gevolgd is, omdat de namen vorige week reeds openbaar zijn geworden'.

Ambtelijke corruptie

Den Haag was op zoek naar nieuwe wethouders nadat Richard de Mos en Rachid Guernaoui (Hart voor Den Haag/Groep de Mos) moesten aftreden omdat ze worden verdacht van ambtelijke corruptie, omkoping en schending van het ambtsgeheim. Bij zijn aantreden begin oktober verklaarde Remkes dat er wat hem betreft een screening moest komen van de nieuwe én zittende bestuurders. 'Gelijke monniken, gelijke kappen.'
Daarop werden de aanstaande en huidige wethouders door Nooy en Leemhuis-Stout onder het vergrootglas gelegd. Zij hebben vragen beantwoord, moesten een uitgebreid cv overhandigen en hen is gevraagd om een uittreksel van de BKR-registratie (van eventuele schulden) en een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te overleggen. Verder werden zij gevraagd naar 'relevante ervaringen op het gebied van integriteit'.

Aan de tand gevoeld

Daarnaast is er een openbaar bronnenonderzoek uitgevoerd naar hun achtergrond. Ook werden ze door Bureau Berenschot aan de tand gevoeld. Daarbij zijn 'tientallen vragen gesteld van meer persoonlijke aard in relatie tot het onderwerp van het onderzoek. Verder is aandacht besteed aan onder meer het declaratiegedrag, social media gebruik, de verhouding bestuurder – ambtenaar, het aannemen van geschenken en diensten en het delen van informatie met de raad en 'de buitenwereld'', aldus het verslag dat Remkes maandagavond aan de raad zond.
Hoewel dat geen belemmeringen opleverde, wordt wel een aantal stevig conclusies getrokken, bijvoorbeeld over de bestuurscultuur in Den Haag. Zo bleek dat wethouders zich te weinig met elkaar bemoeiden: er was sprake van een 'non-interventie'. De commissie: 'Ook werd er soms geprobeerd zaken uit te ruilen buiten de collegetafel. De commissie vindt dit een ongepaste bestuurscultuur en risicovol vanuit het oogpunt van integriteit. Er dient sprake te zijn van collegiaal bestuur; het college heeft een collectieve verantwoordelijkheid.'

Te weinig over integriteit gesproken

Ook werd binnen het stadsbestuur weinig over integriteit gesproken. Dit is een 'gemis', aldus Nooy en Leemhuis-Stout. 'Omdat er pas een waardevol gezamenlijk moreel kompas op het gebied van integriteit kan ontstaan als er open kan worden gesproken over integriteitsdilemma's.' Zij vinden dat de burgemeester hierbij een belangrijke rol moet spelen.
De commissie signaleert ook dat wethouders weleens brieven en mails sturen die alleen door de desbetreffende wethouder zijn ondertekend. Dat blijkt niet te kunnen en mogen. 'Omdat door individuele wethouders ondertekende brieven en mails staatsrechtelijk niet mogelijk zijn – een wethouder is geen bestuursorgaan van de gemeente.' Daarom moet dit worden gestopt.

Geen zich op subsidies

Een ander opmerkelijk punt is dat de commissie heeft ontdekt dat wethouders moeilijk zicht kunnen krijgen op de verstrekte subsidies. Daarbij gaat het om overzichten welke organisaties in welk jaar welke bedragen hebben ontvangen, op basis van welke regeling. Ook dat moet anders: 'Het verstrekken van subsidies is een proces waarbij integriteitsrisico's aan de orde kunnen zijn. De commissie adviseert het college daarom in dit kader het systeem van het verlenen van subsidies door te lichten en erop toe te zien dat er een adequate registratie plaatsvindt.'
Verder moeten nevenfuncties van wethouders duidelijker worden aangegeven en moet het ook in de notulen van de collegevergaderingen worden opgenomen als een van de wethouders het ergens niet mee eens is. Een aanbeveling is ook om de benoeming van de directe adviseurs van de wethouders en (top)ambtenaren in de toekomst volgens strakke regels te laten verlopen. Nu is dat soms 'diffuus', wat kan leiden tot 'integriteitsrisico's'. Daarom mogen burgemeester en wethouders zich in verreweg de meeste gevallen hier niet meer mee bemoeien.

Brandbrief van PVV

Vorige week stuurde de Haagse PVV nog naar waarnemend burgemeester Johan Remkes, waarin werd gevraagd om de benoeming van Balster tegen te houden 'vanwege een integriteitskwestie'. Volgens de PVV was Balster mogelijk degene die informatie lekte uit de vertrouwenscommissie die voormalig burgemeester Krikke heeft gekozen, maar kennelijk zien Nooy en Leemhuis-Stout hier niet voldoende aanwijzingen voor.