Kalifaatmeisje Laura H. denkt na over toekomst: 'Moet ik mijn naam vertellen bij sollicitaties?'

Laura H.| Afbeelding: ANP
Laura H.| Afbeelding: ANP
ZOETERMEER - Laura H. uit Zoetermeer denkt na over haar toekomst. Wat moet ze bijvoorbeeld doen bij sollicitaties? Het etiket kalifaatmeisje blijft waarschijnlijk voor de rest van haar leven op haar geplakt. 'Moet ik mijn naam dan meteen vertellen?', vraagt ze zich hardop af. 'Of juist niet. Als ik het niet vertel en ze komen er later achter, dan kom ik als onbetrouwbaar over. Dat zijn dingen die door mijn hoofd spoken.'
De moeder van een meisje van zeven en een jongen van vier spreekt in het KRO-NCRV-programma 'Mensen met M' openhartig over haar verleden, heden en toekomst. 'In 2020 wil ik mijn VWO-diploma halen', zegt H. tegen presentatrice Margriet van der Linden. 'Vervolgens wil ik op de universiteit filosofie of geschiedenis studeren.'
Laura H. is niet volledig zichtbaar tijdens de opnames. 'Voor de veiligheid van mijn kinderen', zegt ze daarover. Ze zijn nog jong en kwetsbaar en ik word dan als hun moeder herkend.' Wel zijn er schilderijen, een notitieboek en andere attributen uit het leven van H. zichtbaar. Een daarvan is een foto met haar vader. 'Hij betekent alles voor mij', zegt ze over hem. 'Naast mijn kinderen is hij het belangrijkste in mijn leven.'

Wachtwoord Kippenpoot

Terwijl H. in het Kalifaat zat, had ze in het geheim contact met haar vader. 'We hadden een wachtwoord: dat was kippenpoot', zegt de Zoetermeerse. 'Op het moment dat ik dat zei, wist hij dat ik alleen was. Op het moment dat ik zou zeggen: 'Ik ben alleen', was de kans groot dat het van Ibrahim moest. Om zo te kijken wat de intenties van mijn vader waren.'
Ibrahim was de man van Laura H. Ze leerde hem kennen toen ze achttien was. Toen had H. al een dochter. Ze trouwde al snel met de uit Alkmaar afkomstige Nederlands-Palestijnse jongen. Ze kregen samen een zoon. Samen met de twee kinderen ging het duo naar de regio was IS een staat had.

'Je bent geen persoon meer'

Het leven in Islamitische Staat was zwaar voor de Zoetermeerse. Ze werd door haar man mishandeld en moest gesluierd door het leven. Ze kon alleen door een raster voor haar ogen kijken. 'Je bent geen persoon meer', zegt ze daarover. 'Je identiteit wordt afgenomen.'
Uiteindelijk kon ze Ibrahim overtuigen om te ontsnappen uit de Islamitische Staat. Samen met de kleuter en peuter gingen ze richting het noorden waar de Koerden zaten. Onderweg naar de vrijheid kwam het kwartet in een tankgracht terecht en werden ze beschoten. 'Mijn dochter is toen licht gewond geraakt aan haar hoofd omdat ze gevallen was', zegt H daarover. 'Mijn ex-man is zwaar gewond geraakt. Hij was behoorlijk aan het bloeden. Ik heb gezegd dat ik hulp ging halen. Ik heb nog altijd spijt dat ik dat heb gezegd, ondanks wat hij mij allemaal had aangedaan.'

'Opnieuw geboren'

H. ging met haar twee koters verder en kwam na haar vlucht uit het Kalifaat het Koerdische leger tegen. 'Misschien wel het gelukkigste moment uit mijn leven', zegt ze daarover. 'Het voelde alsof ik opnieuw was geboren. Ik ben aan de dood ontsnapt en mag weer leven.'
Uiteindelijk komt ze in de penitentiaire inrichting in het Brabantse Vught terecht. Daar denkt ze na over een normaal leven in Nederland. Ze noteerde in een notitieboek dat ze minstens een week tot rust wilde komen en daarna haar leven wilde oppakken en stabiel worden. 'Ik heb toen opgeschreven hoe ik mijn leven op de korte- en lange termijn wil opbouwen.' Daarbij hoort onder andere het laten vallen van islam als godsdienst. 'Ik geloof er niet in', zegt ze. 'Als ik dat wel doe, dan verloochen ik mijzelf.'
In Nederland is er veel discussie of de kinderen van kalifaatgangers moeten worden teruggehaald. 'Ik volg dat wel. Ik hoop dat mensen daarin elkaar blijven behandelen als mensen', zegt H. 'Ik vind dat ieder mens, ook al zijn ze slecht, als mens behandeld moet worden. Maar vooral de kinderen, het is onbegrijpelijk dat die kinderen niet teruggehaald worden.'