Verdachten in grote drugszaak ontkennen: 'Ik dacht dat het om vlooienpoeder ging'

In september 2018 werd een drugslab aan de Haagse Laan van Meerdervoort opgerold
In september 2018 werd een drugslab aan de Haagse Laan van Meerdervoort opgerold © Omroep West
DEN HAAG - De groep verdachten die in Den Haag cocaïne gefabriceerd zou hebben in drugslaboratoria in woonwijken, wist niet dat ze met drugs te maken hadden. Dat verklaarden een paar van de verdachten dinsdag tijdens de eerste procesdag tegen de acht mannen.
Anderhalf jaar geleden rolde de politie meerdere cocaïnelaboratoria op. Medio 2018 vielen agenten een woning aan de Haagse Frederikstraat binnen en vonden er zestig kilo cocaïne. In september van dat jaar volgde een tweede inval in een pand aan de Laan van Meerdervoort in Den Haag, waar veertien kilo cocaïne werd gevonden en zes mannen werden aangehouden. Ook een ander pand aan de Laan van Meerdervoort werd binnengevallen. Daar vond de politie meerdere kilo's harddrugs. Tot slot viel de politie een pand op de Gedempte Gracht binnen, waar 200.000 euro contant geld werd aangetroffen.
Vijf van de acht verdachten komen uit Albanië. Een verdachte is Nederlands, een ander Bulgaars en de achtste verdachte komt uit Rusland. Dinsdag werd besloten dat de zaak tegen twee van de verdachten wordt uitgesteld. De zes andere verdachten verklaarden dat ze niet wisten dat ze betrokken waren bij de productie en de verkoop van cocaïne. Zij ontkennen de aanklachten nog steeds in alle toonaarden.

'Mij was verteld dat het om vlooienpoeder ging'

'Ik dacht dat het ging om een dierengeneesmiddel', zei een 31-jarige Albaniër tegen de Haagse rechtbank. Hij was met een vriend naar Nederland gekomen om wat bij te verdienen. Deze vriend, ook een 31-jarige Albaniër, dacht dat er iets anders werd gefabriceerd in het drugslab aan de Laan van Meerdervoort. 'Mij was verteld dat het om vlooienpoeder ging.' Hij zei dat hij alleen maar logeerde in het drugspand. Beide mannen werden door de politie van het dak van het pand geplukt tijdens de inval.
De Nederlandse verdachte, een 42-jarige man uit Heerde, wordt ervan verdacht dat hij voor een van de panden een huurcontract heeft afgesloten. Hij vertelde dat hij dit alleen maar deed om een postadres te hebben. Een vriend van hem, waarvan hij de identiteit niet wilde vertellen, zou het pand hebben gebruikt. De verdachte kwam er alleen om post op te halen. 'Ik ben bezig een gezin te stichten, dan houd ik me toch niet hiermee bezig.'

Criminele organisatie

Een van de verdachten, een 49-jarige Albanees, gaf nog wel toe dat hij in de weer is geweest met een mix van witte poeders waarmee cocaïne werd versneden. Hij woonde met zijn gezin in het pand aan de Gedempte Gracht waar 200.000 euro werd gevonden.
De zaak wordt de komende dagen voortgezet. Naar verwachting laat de officier van justitie woensdag de strafeis horen. Volgens het Openbaar Ministerie vormen de Albaniërs en hun medeverdachten een criminele organisatie.