Kinderskeletten in Museum Gouda: 'Het is niet luguber, eerder sereen'

GOUDA - Het is januari 2017 als er gegraven wordt bij de Sint Janskerk in Gouda. Rondom de kerk worden nieuwe leidingen en bekabeling aangelegd, dus moet de straat worden opengebroken. Dat daarbij archeologische vondsten boven de grond zouden komen, lag in de lijn der verwachting, want het was bekend dat op die plek ooit het kerkhof lag. Maar op een soort zee van kinderskeletten hadden de onderzoekers niet gerekend. Kinderen die zijn gestorven in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw. De vondst riep veel vragen op, die nu worden beantwoord op de tentoonstelling 'Cold Case Gouda'.
Tentoonstelling Cold Case in Museum Gouda
'We willen toch vooral het verhaal vertellen van die kinderen die daar begraven zijn', vertelt stadsarcheoloog Maarten Groenendijk. 'Wij zijn als archeologen bezig met het opgraven van dit soort dingen. Dan krijg je wel een publicatie waarin alles netjes beschreven staat, maar de burger of de toerist heeft daar niet zoveel aan. We wilden het verhaal juist op een toegankelijke manier vertellen; de Gouwenaar duidelijk maken hoe de stad in elkaar zat en wat er nog steeds onder hun voeten ligt.' Want wie loopt over de klinkertjes rondom de Sint Janskerk, loopt in feite over graven. Bovenop zo'n honderdduizend skeletten die daar nog moeten liggen.
De oppervlakte van deze vondst was niet groot. Slechts anderhalve meter breed en een meter diep. Kinderskeletten waren wel vaker gevonden in de stad, maar dat hier op één plek alleen maar kinderskeletten lagen is uniek. Waarom dat zo was, is nog niet helemaal duidelijk. 'Mogelijk heeft het te maken met de plaats: het was de rand van het grafveld waar ze tegenaan lagen. Misschien was dat de vaste locatie waar kinderen werden begraven. We weten dit nog niet zeker omdat we de rest van het kerkhof nog niet opgegraven hebben. In elk geval lagen er zoveel kinderen bij elkaar dat het geen toeval meer kan zijn', zegt Maarten.

CSI Gouda

De afgelopen drie jaar zijn de modernste forensische technieken toegepast om meer over de kinderen en hun leven te weten te komen. Er is vooral heel goed naar de botten gekeken. Ondanks deze CSI-methodes bleek de doodsoorzaak moeilijk vast te stellen: 'Bij volwassenen lukt dat meestal wel, maar dit zijn kleine fragiele botten. Vaak zijn die nog niet zo goed ontwikkeld dat je alles kunt zien. Wel weten we dat er in die tijd ontzettend veel armoede was in de stad.'
Dat het hier gaat om kinderen van arme mensen, staat vast. De skeletten zijn gevonden aan de noordkant van de kerk: de schaduwkant, de plek waar de arme Gouwenaren werden begraven. Slechte gezondheid en slechte leefomstandigheden zorgden voor een enorm hoge kindersterfte. 'De voedselvoorziening was slecht. Het drinkwater ook. Veel kinderen die wij hebben gevonden hadden rachitis, ofwel een tekort aan vitamine C door te weinig verse groenten en fruit. Dat zie je terug in de botten, die trekken dan wat krom.'
© Merel Smit Fotografie

Zorg en aandacht

De vondst heeft in elk geval één hardnekkig misverstand de nek omgedraaid: het idee dat ouders zich in die tijd minder zouden hechten aan kinderen, omdat het zo vaak voorkwam dat ze overleden. 'Alle kinderen zijn gevonden in kistjes, met alle zorg die daarbij hoort. Er zaten soms ook grafgiften bij. Knikkertjes of een heel klein Christusbeeldje. We hebben ook hele kleine kraaltjes gevonden, die ooit onderdeel zijn geweest van een armbandje waarvan de rest inmiddels is vergaan. Al die dingen bij elkaar laten zien dat ze destijds met veel zorg en aandacht zijn begraven.'
Deze nieuwe informatie wordt in deze tentoonstelling gecombineerd met alles wat al bekend was over het zware leven in Gouda. Daarnaast wordt uitgelegd hoe een wetenschappper te werk gaat en welke technieken daar tegenwoordig voor worden ingezet. Bezoekers en vooral kinderen mogen zelf actief aan de slag in een witte labjas. Aan de hand van nepbotten leren ze bijvoorbeeld hoe je het verschil tussen en man een vrouw kunt zien, of hoe je een botbreuk kunt herkennen.
© Billie-Jo Krul

'Ik durfde eerst niet naar binnen'

Een leuke interactieve familietentoonstelling dus, met kinderskeletten als middelpunt. Het klinkt als een tegenstrijdigheid, maar museumdirecteur Marc de Beyer vindt dat dat prima kan. 'Uiteraard hebben we er wel over nagedacht en gediscussieerd. Maar het is ook een mooi en typisch Gouds onderwerp. Als ik het nu zo zie liggen denk ik: het is zeker niet luguber. Mooi is misschien ook niet het goede woord. Eerder sereen.' Een museumbezoekster bevestigt het: 'ik durfde eerst niet eens naar binnen, maar nu ik ze zo zie liggen doet het mij eigenlijk niet zoveel.'

LEES OOK: In Leiden gevonden skelet uit zevende eeuw geeft geheimen prijs