Remkes hoopt dat corruptieonderzoek 'zo snel mogelijk wordt afgerond'

Waarnemend burgemeester Johan Remkes
Waarnemend burgemeester Johan Remkes © ANP
DEN HAAG - Waarnemend burgemeester Johan Remkes van Den Haag hoopt dat het corruptieonderzoek van het Openbaar Ministerie naar de twee ex-wethouders 'zo snel mogelijk wordt afgerond'. Die oproep deed de burgemeester zaterdag in het politieke radioprogramma Spuigasten bij mediapartner Den Haag FM.
De Haagse ex-wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui, beiden van Hart voor Den Haag/Groep de Mos, worden verdacht van corruptie, omkoping en schending van het ambstgeheim. Op dinsdag 1 oktober viel de Rijksrecherche daarom de woningen en werkkamers van de politici binnen. Maar het OM heeft tot nu toe niets over de zaak naar buiten gebracht. De twee politici ontkennen de beschuldigingen.
'Ik hoop dat het onderzoek niet eindeloos duurt', zei Remkes in Spuigasten. 'Het is zowel naar de betrokkenen als naar het bestuur toe – denk ik – niet goed als dit soort processen te lang duren, want dan blijft het boven de markt zweven en dat is hartstikke slecht.' Remkes riep het Openbaar Ministerie daarom op: om het onderzoek zo snel mogelijk af te ronden. De burgemeester wilde geen termijn noemen waarop justitie het corruptieonderzoek in elk geval klaar moet hebben. 'Dat moet u aan het Openbaar Ministerie vragen, dat moet u niet aan mij vragen. Maar volgens mij ben ik volstrekt helder geweest.'

'Aanzien stadsbestuur heeft schade opgelopen'

Sinds de Haagse corruptieaffaire in het nieuws is gekomen, staat integriteit bovenaan de politieke agenda in Den Haag. Deze week maakte Remkes bekend dat een extern, onafhankelijk bureau het beleid van de gemeente Den Haag op het gebied van integriteit gaat onderzoeken. Het moet ook met voorstellen voor verbeteringen komen.
Het aanzien van het stadsbestuur heeft door deze corruptiezaak wel schade opgelopen, vindt Remkes. 'Eén ding is zeker: er is sprake van reputatieverlies. Aan dat reputatieverlies zal dus gewerkt moeten worden om het vertrouwen van mensen in hun stadsbestuur te herstellen.'