Ouders maken geld over naar dochter in Syrië: 'Dit is financiering van terrorisme'

Foto ter illustratie: straatbeeld van de Syrische stad Raqqa
Foto ter illustratie: straatbeeld van de Syrische stad Raqqa © ANP
DELFT - 'Financiering van terrorisme is een ernstig misdrijf waar een maximale gevangenisstraf van acht jaar op staat'. De officier van justitie klinkt dreigend. In de beklaagdenbank zitten een man en een vrouw uit Delft van ver in de zestig jaar. Ze maakten jarenlang geld over aan hun dochter die naar Syrië was gereisd. 'We wilden onze dochter helpen', zeggen ze. 'Dit is financiering van terrorisme', zegt het Openbaar Ministerie (OM).
In de extra beveiligde zaal van de rechtbank in Rotterdam staan de 65-jarige Rabea S. en haar even oude man Said H. terecht. Volgens het OM hebben zij terrorisme gefinancierd door via tussenpersonen in totaal 4550 euro over te maken naar hun dochter Hafida H. Zij vertrok in 2013 naar Syrië. De ouders zeggen niets van haar plannen te hebben geweten. Hafida was op dat moment getrouwd met Rotterdammer Thijs B. die geradicaliseerd was en in datzelfde jaar naar Syrië vertrok. Hafida was zwanger van haar man.
Pas als ze in Syrië is, laat Hafida dit aan haar ouders weten, zegt de vader. Ze is afgereisd, zegt ze, om haar man naar Nederland terug te halen. Maar eenmaal daar mag ze niet meer weg, laat ze weten. Thijs B. staat in Nederland bekend als 'de roodharige jihadist'. Hij komt op zo'n beetje iedere terroristenlijst te staan, en met hem zijn vrouw Hafida. De ouders van de jonge vrouw zeggen niet te hebben geweten wat zich in Syrië voltrok. Ja, ze hebben geld overgemaakt, maar dat was bedoeld voor hun dochter zodat zij weer thuis kon komen.

'We lezen geen kranten'

'Wist u echt niet wat daar in Syrië gebeurde?', vraagt de rechter. Vader Said zegt dat hij 'iedere dag vecht voor zijn leven en zich enorm afsluit. 'Ik sta op, werk en kom terug. Ik lees geen krant.' De moeder ook niet. Zij kan niet lezen en niet schrijven, zegt ze. 'Sinds het vertrek van Hafida ben ik mentaal en fysiek kapot', vertaalt haar tolk. Ook wisten ze niets van de sanctieregeling waar hun dochter onder viel. Dat houdt in dat ze op geen enkele manier gesteund mag worden. Ze zeggen dat ze zelfs contact hebben gehad met de wijkagent en met de gemeente Delft. 'Als ons kind problemen heeft, mogen we haar dan niet helpen? We wisten niet wat daar gebeurde, anders hadden we het niet gedaan', zegt de vader nogmaals. De rechter vraagt zich toch af of ze het niet hadden moeten weten.
De geldzendingen kwamen aan het licht na een tip van Western Union. Die lichtte justitie in en na onderzoek bleek dat er over een aantal jaren dus ruim 4500 euro werd overgemaakt. Het geld werd via een tussenpersoon bezorgd. Die tussenpersoon staat volgens het OM bekend als de ISIS-bankier van de Westerse strijders. In het onderzoek werden ook whatsappberichten opgenomen. Daaruit bleek dat ook echtgenoot Thijs B. om geld vroeg. Het OM is van mening dat daaruit afgeleid kan worden dat de ouders wisten dat het geld niet enkel voor hun dochter was. Bovendien zegt de officier: 'Door geld te geven werden Hafida en Thijs in staat gesteld te blijven en strijd te voeren.' Ook moet van elk geldbedrag dat vanuit het Westen naar Syrië wordt gestuurd, een bepaald percentage worden afgedragen aan IS.

'Niemand vraagt aan ons hoe het gaat'

De rechtbank neemt ook altijd de persoonlijke omstandigheden van de verdachten door. De rechter merkt op dat de vader tegen de politie heeft gezegd: 'niemand vraag eens aan ons hoe het gaat.' De rechter doet dat nu wel: 'Hoe gaat het met u?'. Nauwelijks hoorbaar fluistert de moeder van Hafida: 'Slecht.' Ze huilt. De moeder geeft aan last te hebben van duizelingen, is kort geleden van de trap gevallen en heeft veel last van haar knieën. Ze kan nauwelijks meer staan en ziet drie maal in de week een psycholoog.
De vader huilt niet maar raakt zichtbaar geïrriteerd. 'Ik woon vijftig jaar in Nederland, maar ben helemaal kapot. De FIOD, de politie... iedereen staat bij ons aan de deur. Buren spreken ons niet meer aan. Ik word als terrorist gezien.'

Werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf

De officier van justitie herhaalt nogmaals dat geld zenden aan mensen die te boek staan als terrorist, het steunen van terrorisme is. 'Financiering is een ernstig misdrijf waarop een maximale gevangenisstraf staat van acht jaar.' Zover gaat hij niet. Hij formuleert zijn eis: '240 uur werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden.' Geld sturen uit loyaliteit of uit steun aan familie maakt volgens hem niets uit.
De advocaat van de ouders van Hafida vraagt om ontslag van rechtsvervolging. 'Ze staan niet achter de keus van hun dochter, maar willen wel het beste voor haar. Ze wil terug, ze is geen jihadist, maar liefde maakt blind', zegt hij. De ouders hebben nooit de opzet gehad om de strijd te financieren, zegt hij. 'Er was slechts één doel: hulp aan hun kind.'

Geen contact meer

De rechtbank doet 14 februari uitspraak in deze zaak. De ouders hebben inmiddels al lange tijd geen contact meer met hun dochter. Het televisieprogramma EenVandaag sprak Hafida in 2018 in een vluchtelingenkamp waar ze toen met haar drie kinderen verbleef. Haar man Thijs B. zou zijn omgekomen.