Jeugdombudsman bezorgd over Haags leerlingenvervoer: 'Het sluit niet altijd aan bij de praktijk'

Leeg klaslokaal, lege klas
Leeg klaslokaal, lege klas
DEN HAAG - Het leerlingenvervoer in Den Haag moet beter afgestemd worden op de gezinssituatie van de kinderen. De wetgeving voor aangepast leerlingenvervoer sluit namelijk niet altijd goed aan op de dagelijkse praktijk. Dit is zorgelijk omdat gebruikers van dit soort vervoer vaak kwetsbare kinderen uit kwetsbare gezinnen zijn. Dat concludeert de jeugdombudsman in Den Haag in het rapport 'Zorgen voor aangepast leerlingenvervoer'.
Jeugdombudsman Yvette Nass deed onderzoek naar het leerlingenvervoer in Den Haag. Reden hiervoor zijn klachten die de jeugdombudsman sinds 2018 ontvangt. Het gaat om klachten over de aanvraag van leerlingenvervoer, de besluitvorming en de uitvoering ervan.
Aangepast leerlingenvervoer is bedoeld voor kinderen die niet zelf, ook niet onder begeleiding, naar school kunnen door psychische problemen of vanwege een lichamelijke of verstandelijke handicap. Zij kunnen gebruik maken van een speciale taxibus die hen van en naar school brengt.
Zo wordt in het rapport een voorbeeld gegeven van een gezin met drie kinderen. Alle drie de kinderen moeten op hetzelfde tijdstip op drie verschillende scholen zijn. Voor de 7-jarige dochter wordt leerlingenvervoer aangevraagd omdat zij onder andere autistisch is. Maar de aanvraag wordt afgewezen omdat zij volgens een GGD-arts onder begeleiding met het openbaar vervoer zou moeten kunnen reizen. Door de afwijzing moet de moeder de twee andere kinderen naar school brengen en brengt de vader de 7-jarige dochter. Het is voor hem nu lastig om een baan te vinden omdat hij niet flexibel inzetbaar is vanwege de breng- en ophaaltijden van de kinderen.

Maatwerk vereist

Het is een van de problemen waar sommige gezinnen tegenaan lopen, schrijft de jeugdombudsman in haar rapport. 'Het systeem van leerlingenvervoer gaat ervan uit dat begeleiding en vervoer van leerlingen naar school primair de verantwoordelijkheid is van de ouders', stelt zij. 'Maar ouders kunnen deze taak steeds minder goed combineren met hun taken op de arbeidsmarkt of andere zorgtaken, waardoor problemen zich opstapelen. In die gevallen is dus maatwerk vereist, waarbij het kind en gezin centraal staan.'
Nass vindt dat onder andere de gemeente eerder en meer persoonlijk contact zou moeten hebben met ouders en hen in een zo vroeg mogelijk stadium actief en goed moet informeren. 'Onder andere over het verloop van procedures, de weging van verstrekte gezinsinformatie en waar men terecht kan met vragen, klachten en problemen. Hiermee maak je het proces van leerlingenvervoer sneller en duidelijker voor alle betrokkenen en passen besluiten beter bij de specifieke situatie van het gezin.'

Eenvoudiger en sneller

De jeugdombudsman pleit er verder voor dat de gemeente problemen met leerlingenvervoer eenvoudiger en sneller oplost. 'Hiervoor moet in een zo vroeg mogelijk stadium informatie worden gevraagd en op basis hiervan kan de gemeente dan meedenken.'
Dat is vooral noodzakelijk omdat de gemeente bij aangepast leerlingenvervoer vaak te maken heeft met kwetsbare kinderen uit kwetsbare gezinnen. 'Een totaaloverzicht van de problemen van deze gezinnen is nodig om problemen snel aan te pakken. Voor huishoudens die meerdere problemen hebben, is tijd vaak de vijand. Iedere dag zonder zicht op een oplossing vergroot de stress.'