Den Haag gaat ergste corona-overtreders als eerste aanpakken

Mensen trekken er op uit, zoals naar het strand op Scheveningen
Mensen trekken er op uit, zoals naar het strand op Scheveningen © Richard Mulder
DEN HAAG - De gemeente Den Haag gaat de komende twee dagen op zoek naar plekken in de stad waar hardnekkige overtredingen van de landelijke maatregelen plaatsvinden. Die 'excessen' worden als eerste aangepakt op het moment dat daarvoor een wettelijke basis is. Tot dat moment wordt er gehandhaafd met behulp van de bestaande regels. En als dat nodig is worden daarbij ook noodbevelen uitgevaardigd.
Afgelopen maandag kondigde het kabinet extra maatregelen aan om de verspreiding van het coronavirus in te dammen. Dit moet binnen enkele dagen leiden tot een nieuwe noodverordening, stelt de woordvoerder van waarnemend burgemeester Johan Remkes.
Die noodverordening geeft de gemeente straks de mogelijkheid om bepaalde gebieden als parken en stranden te sluiten. Ook kunnen boetes worden opgelegd aan inwoners van twaalf jaar en ouder die zich niet houden aan de verplichting om met niet meer dan drie personen bij elkaar te staan met een tussenruimte van minimaal anderhalve meter. Uitbaters van winkels dienen er zelf op toe te zien dat ook binnen hun zaak ruimte tussen mensen minimaal anderhalve meter blijft. Dat betekent in de praktijk dat zij nog maar beperkt mensen kunnen binnenlaten. Als zij hieraan niet voldoen, wordt ook opgetreden.

Noodbevel

Tot die verordening klaar is, worden mensen die zich ondanks de duidelijke richtlijnen toch onnodig naar buiten begeven aangesproken. Datzelfde geldt voor mensen die grotere groepen vormen of een te kleine onderlinge afstand aanhouden. Bij het niet gehoor geven aan zo’n aanwijzing kan via een noodbevel de situatie onmiddellijk worden beëindigd en volgt zo nodig strafrechtelijke vervolging. Bij ondernemingen die tegen de regels in open zijn, wordt nu al met behulp van bestuurlijke instrumenten gehandhaafd, door middel van dwangsommen, aldus de woordvoerder van Remkes.
De gemeente doet ook ‘een beroep’ op bijvoorbeeld ouders en het maatschappelijk werk om ook nu al ‘de eigen jeugd aan te spreken en indien nodig te corrigeren’.