Den Haag: Werkgevers en buurgemeenten moeten meer doen bij huisvesten arbeidsmigranten

De Haagse wethouder Martijn Balster (PvdA)
De Haagse wethouder Martijn Balster (PvdA) © Gemeente Den Haag/Martijn Beekman
DEN HAAG - Den Haag wil dat werkgevers en uitzendbureaus meer gaan doen om hun hun werknemers uit Oost Europese landen 'fatsoenlijk' te huisvesten. Ook wil Den Haag met buurgemeenten afspraken maken, zodat wordt voorkomen dat de kwetsbare wijken in de stad wel de lasten, maar niet de lusten' van de migranten dragen. Dat stelt de Haagse wethouder Martijn Balster (PvdA, wonen).
Het aantal geregistreerde arbeidsmigranten uit Oost-Europese landen in Den Haag is de afgelopen vijftien jaar vertienvoudigd. In 2005 woonden er nog zo'n 2700 in de stad; nu zijn dat er bijna 28.000. Dat is vijf procent van de bevolking. Maar het werkelijke aantal is waarschijnlijk dubbel zo hoog: de helft staat hier niet ingeschreven, aldus Balster.
Hij wil nu met onder meer de uitzendbranche en de buurgemeenten in overleg over de vraag hoe al die arbeidsmigranten op een goede manier onderdak kunnen krijgen. Want tot nu toe ontbreekt het nog aan voldoende woonruimte voor al die mensen. 'Het wordt tijd dat werkgevers en uitzendbureaus hun verantwoordelijkheid gaan nemen. En dat wij als gemeenten in de regio beter samenwerken om arbeidsmigranten fatsoenlijk te huisvesten. Iedereen heeft recht op een fatsoenlijke woning', aldus de wethouder in een verklaring.

De dupe

Balster maakt vandaag in een brief aan de gemeenteraad bekend dat Den Haag zich 'actief gaat inzetten' voor betere woon-en leefomstandigheden voor die migranten. Want volgens de wethouder is er in korte tijd 'een tweederangs-woningmarkt ontstaan' vooral in wijken met goedkope huizen. 'Door de coronacrisis is het belang van gezonde woonomstandigheden alleen nog maar duidelijker geworden. Arbeidsmigranten mogen hier niet de dupe van worden', stelt hij. 'Het primaire doel van de aanpak is het creëren van leefbare, veilige en menswaardige woonomstandigheden voor arbeidsmigranten in Den Haag.'
Hij ziet dat de afgelopen jaren in hoog tempo woningen zijn opgekocht, gesplitst en verkamerd. De nieuwe groepen zijn daardoor in de bestaande woningvoorraad 'geabsorbeerd', zoals de wethouder het noemt. Dat heeft echter ook een keerzijde. Zo signaleerde de Haagse Pandbrigade de afgelopen twee jaar een toename in het aantal ernstige woonovertredingen, in relatie met huisvesting van arbeidsmigranten.

Maatregelen

Daarom gaat Den Haag nu een aantal maatregelen nemen. Zo moeten de arbeidsmigranten beter worden geregistreerd om de omvang van de groep beter in beeld te krijgen. Want een deel van de arbeidsmigranten verblijft slechts kort in Nederland. Deze groep is niet verplicht zich in te schrijven bij de gemeente. Hoeveel migranten er precies zijn, waar ze wonen en hoe lang ze in Nederland zijn, is daarom niet helemaal duidelijk.
Ook worden werkgevers en uitzendbureaus die hun verantwoordelijkheid niet nemen harder aangepakt. Zij worden in de eerste plaats verantwoordelijk voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Wel gaat Den Haag ze daarbij helpen. De gemeente wil bijvoorbeeld op zoek gaan naar geschikte plekken om woningen te bouwen voor de migranten.

Eisen

Als de werkgevers en uitzendbureaus dan woningen gaan bouwen, moeten ze aan tal van eisen voldoen. De kwaliteit van de woningen moet aan richtlijnen voldoen, de woningen moeten veilig zijn en er moet overleg worden gevoerd met de buurt waar ze komen. Ook wordt - als dat kan - de huisvester gescreend op een criminele achtergrond.
Bovendien wil Balster dat er in de regio afspraken worden gemaakt. 'Het kan niet zo zijn dat de kwetsbare Haagse wijken - de arbeidsmigranten en hun buren - de lasten dragen; en de lusten voor enkele werkgevers en uitzendbureaus zijn.'