Tientallen miljoenen kapitaalvernietiging door stopzetten bouwplannen Alphense polder

Máximabrug
Máximabrug © John van der Tol
ALPHEN AAN DEN RIJN - Het verbieden van woningbouw in polder Gnephoek bij Alphen aan den Rijn is kapitaalvernietiging van vele tientallen miljoenen euro’s. Dat blijkt uit een inventarisatie die Omroep West en mediapartner Studio Alphen maakten. De provincie Zuid-Holland zette onlangs een streep door de plannen voor een nieuwbouwwijk in de polder tussen Alphen en Leiden en maakte daarmee in één klap tientallen miljoenen aan investeringen voorlopig waardeloos.
Het gaat om bouwplannen in de Alphense polders Noordrand en Gnephoek. Met name in het laatstgenoemde gebied, ten westen van Alphen aan den Rijn, is huizenbouw al jarenlang een heikele kwestie. De gemeente zegt niet anders te kunnen om de woningnood tegen te gaan.
Alphen in kaart
Alphen in kaart © Omroep West
Vooruitlopend op de bouw van een eventuele nieuwbouwwijk in de Gnephoek zijn er sinds de negentiger jaren al vele miljoenen geïnvesteerd. Zo zijn asfaltcentrale Heijmans en bakkerij Visser door de gemeente gesaneerd en uitgekocht. Dat bewuste gebied - twaalf hectare groot - heeft een boekwaarde van tien miljoen euro. Daarnaast hebben projectontwikkelaars voor een onbekend bedrag boeren uitgekocht, op een terrein van enkele honderden hectaren.

Koningin Máximabrug

En dan is het prijskaartje van zestig miljoen euro voor de omstreden Koningin Máximabrug er nog niet eens bij opgeteld. Die brug werd officieel aangelegd om Koudekerk aan den Rijn te ontsluiten, maar het is een publiek geheim dat die brug er ook is gekomen met het oog op een nieuwbouwwijk in de Gnephoek met rondweg.
Het 'uitgestrekte' uitzicht in de Gnephoekpolder
Het 'uitgestrekte' uitzicht in de Gnephoekpolder © Mike Mourits
Dat laatste ontkent provinciegedeputeerde Anne Koning (PvdA) echter met klem. 'Mijn informatie is dat deze brug zo'n zeven jaar geleden is aangelegd voor het bedrijventerrein en de bedrijfsontsluiting, niet voor woningbouw', beweert ze stellig. Dat de gemeente Alphen en projectwikkelaars al fors hebben geïnvesteerd in de Gnephoek, is voor de provincie geen reden om huizenbouw toe te staan.

Binnen bebouwde kom

De gedeputeerde wijst op het provinciale beleid: bouwen binnen de bebouwde kom, voor zover dat mogelijk is. en aan de hand van ramingen die aangeven hoeveel woningen er gebouwd moeten worden. 'Op dit moment laat het voor Alphen-stad zien dat de behoefte ruimschoots binnen de bebouwde kom kan worden opgelost', aldus Koning.
Volgens haar tonen de huidige cijfers vooralsnog niet aan dat er over tien jaar onvoldoende ruimte is om in Alphen huizen te bouwen. Daar is wethouder Gerard van As (Nieuw Elan) het uitdrukkelijk niet mee eens. 'Onze werkelijke woningbehoefte is zeshonderd per jaar', becijfert hij. 'Als je dan tien jaar aan het bouwen bent, zit je al op zesduizend. Dan moet je niet proberen te zeggen dat Alphen met 3800 woningen vooruit kan. Dat is niet zo.'

Voet bij stuk

Maar de provincie houdt voet bij stuk. Koning: 'Wat wij hebben gezien, is dat er behoefte is aan 3800 woningen in Alphen-stad en dat er plek zou zijn voor 4500 woningen. Dat lijkt ons ruim voldoende.' Als over twee jaar de nieuwe ramingen aantonen dat Alphen behoefte heeft aan meer dan 4500 huizen, pas dan wil de provincie nadenken over bouwen in bijvoorbeeld polders.
De zogenoemde Noordrand, een weiland boven Alphen
De zogenoemde Noordrand, een weiland boven Alphen © Mike Mourits
'Er is genoeg ruimte binnen de bebouwde kom', geeft de gedeputeerde aan. 'We snappen dat dat op een aantal plakken misschien best lastig is. En misschien zullen er nog wat nieuwe plekken bij komen die passen in ons beleid. We willen ook graag meedenken en we zijn ook bereid op sommige plekken wat bij te dragen. Dan is het niet nodig om een polder vol te bouwen.'

Bedrijven uitplaatsen

Van As is blij dat de provincie een handreiking doet om waar nodig mee te betalen met het uitplaatsen van één of twee bedrijven, die blokkeren dat er vijf- tot zeshonderd extra woningen op het industrieterrein Rijnhaven kunnen worden gebouwd. Toch denkt de wethouder dat het niet snel genoeg zal gaan. 'Ook al tellen we alles bij elkaar op en gaat het allemaal voorspoedig, komen we droog te staan. En dan kunnen we niet meer bouwen.'