Zorgen om afval in Haagse straten blijven: 'Stad dreigt te veranderen in één grote afvalberg'

© Omroep West
DEN HAAG - Den Haag dreigt één grote afvalberg te worden. Daar maken partijen in de gemeenteraad zich zorgen om. 'Zeker in deze tijd waarin iedereen binnen moet blijven, is een schone woonomgeving van belang', vindt de Haagse Stadspartij. Hart voor Den Haag/Groep de Mos wil dat er een 'heterdaad team' tegen afvaldumpers ingezet wordt.
Volgens oppositiepartij Hart voor Den Haag/Groep de Mos dreigt de stad 'door wangedrag van viespeuken te veranderen in één grote afvalberg'. 'Hele wijken worden geteisterd door illegale bijplaatsingen bij de ondergrondse afvalcontainers en door zwerfvuil', zegt fractievoorzitter Richard de Mos. 'De tijd van waarschuwen is voorbij.'
De partij wil dat er een 'heterdaad team' in burger ingezet wordt dat op patrouille gaat. Het team moet ook getipt kunnen worden door burgers die getuige zijn van illegale bijplaatsingen. Daarnaast wil de partij dat er camera's worden opgehangen en scanauto’s gaan rondrijden om afval op te speuren.

Tachtig meldingen

Ook de Haagse Stadspartij maakt zich druk om de vervuilde Haagse straten. Fractievertegenwoordiger Tim de Boer: 'Op Tweede Paasdag heb ik persoonlijk al zo’n tachtig meldingen doorgegeven uit de Schilderswijk, Transvaal, Groente en Fruitmarkt, Escamp en het Valkenbos- en Zeeheldenkwartier. Het was een grote puinhoop. En ook uit andere delen van de stad ontvingen we deze signalen.'
De partij vindt dat de stad al veel te lang moet wachten op een plan van aanpak van het stadsbestuur. 'Juist in deze tijd, waarin iedereen thuis moet blijven en aangewezen is op zijn eigen woonomgeving, is een schone woonomgeving van belang', zegt De Boer. Volgens de fractievertegenwoordiger gebruikt het college de coronacrisis als excuus.

Coronacrisis als excuus

De Boer: 'Het college stelt dat door corona meer wordt opgeruimd door mensen en er dus meer afval op straat terecht komt. De wachttijd bij het ophalen van grofvuil loopt hierdoor op. Maar de crisis is inmiddels alweer meer dan een maand aan de gang. Tijd genoeg om de werkwijze aan te passen aan deze nieuwe realiteit.'
De partijen hebben raadsvragen gesteld.