Winkeldief duwt met karretje: 'Ik ben niet gewelddadig'

Verslaggevers politie en justitie | Tekening: Theresa Hartgers
Verslaggevers politie en justitie | Tekening: Theresa Hartgers
DEN HAAG - De politierechter behandelt de zaak van Marcel in een zaal die volledig coronaproof is. De rechter zit links en rechts tussen schermen van plexiglas. De stoelen naast hem zijn aan weerskanten leeg. Ook de officier van justitie en de griffier worden beschermd door plexiglas. Marcel zit in een speciale kamer van de gevangenis. Via twee camera's woont hij zijn zaak bij. De rechter ziet hem op een groot scherm. Zijn advocaat is via een telefoonverbinding in de zaal te horen.
De rechter moet uitmaken of Marcel schuldig is aan een reeks diefstallen eind vorig jaar, waarvan één met geweld. De buit: kerstbomen bij een tuincentrum, een klok ('geen lullig klokkie', volgens de officier), een spelcomputer, en twee keer een flinke lading boodschappen bij een supermarkt.
Marcel blijkt de moeilijkste niet. Als de rechter vraagt of hij de diefstallen heeft gepleegd is zijn antwoord: 'Dat klopt'. Maar is er een maar: 'Ik heb geen geweld gebruikt', beweert hij. De dertiger met kort haar en een beetje een Leidse tongval verheft zijn stem.

Camerabeelden

De winkelmedewerkster die Marcel en zijn kompaan tegenhield heeft een ander verhaal. Marcel zou met het karretje, vol onbetaalde boodschappen, tegen haar benen en buik hebben aangeduwd toen zij zijn weg blokkeerde. De vrouw verklaarde: 'Ik wilde ze niet weg laten lopen'. Ze hield er blauwe plekken aan over.
Gelukkig hoeft de rechter zich niet alleen te baseren op de verklaring van Marcel of de winkelmedewerker, want er zijn camerabeelden. De rechter speelt de beelden af, maar omdat niemand ze kan zien in de zaal legt hij uit wat hij ziet. 'Kunt u het horen?', vraagt hij aan de advocaat. 'Ik luister mee', antwoordt hij. 'Het gaat goed.'

'Ik wil naar huis'

De rechter beschrijft hoe Marcel en de vrouw tegenover elkaar staan met het karretje tussen hen in. Volgens Marcel probeert hij om haar heen te komen, maar de rechter zegt dat dat niet te zien is op de beelden. Wel ziet hij dat Marcel duwt: 'u hangt met uw lichaam naar voren' terwijl de vrouw stappen achteruit maakt. Marcel weet uiteindelijk te ontkomen. In zijn 'emotie' trekt hij bij de uitgang een kerstboom omver. Een maand later wordt hij alsnog aangehouden.
Als het filmpje stopt vraagt de rechter: 'Dat geweld, dat zit u dwars he?' Marcel antwoordt: 'Ja! Ik zit hier nou al drie maanden.' Hij vertelt dat hij al twee diploma's heeft gehaald in de gevangenis en houdt de documenten omhoog. Hij is van de cocaïne af, heeft spijt en wil naar huis. Zijn moeder is ziek en hij wil zijn dochter zien. Ook wil hij meewerken aan behandelingen en zo snel mogelijk begeleid gaan wonen. Maar met een strafblad van acht pagina's is Marcel geen onbeschreven blad.

Is duwen ook geweld?

De officier van justitie snapt wel waarom Marcel zegt dat hij niet gewelddadig is. 'Hij heeft de winkelmedewerker geen stoot verkocht ofzo.' Toch is ook een duw met een winkelwagen geweld. 'Ook licht geweld is geweld', benadrukt de officier. Die, voordat hij een straf eist, Marcel nog complimenteert met zijn diploma's: 'houd dat vol!' De eis wordt 116 dagen cel waarvan 30 voorwaardelijk. Precies de tijd die Marcel al vastzit.
Ook de advocaat vindt het geweld niet bewezen. En als Marcel het al gebruikte dan was het zeker niet bedoeld om ervandoor te gaan. 'Hij kon nooit vluchten met zo'n volle kar.' Bij zijn laatste woord gaat Marcel er nog eens goed voor zitten. Hij is gemotiveerd, zegt hij en wil zo snel mogelijk aan de slag met zichzelf.

De uitspraak

Wel of geen geweld gebruikt? Daar zit de crux in deze uitspraak. De diefstallen, daaraan is Marcel schuldig. En al snel komt het hoge woord eruit. Ook het duwen met een winkelwagen is geweld. 'Het is best een brutale manier van opereren', zegt de rechter. Hij legt de straf op die officier geëist had. Met daarbij een vaderlijk advies: 'Pak deze kans!'
Maar ook een waarschuwing: 'Anders komt ISD in beeld'. Een maatregel om draaideurcriminelen maximaal twee jaar van straat te houden. 'Daar was ik van geschrokken', zegt Marcel. Hij lijkt gewaarschuwd.
In het kader van de privacy zijn de namen gefingeerd.
Dit is een artikel in de reeks 'Bij de politierechter'. Meer verhalen lezen?