Zes onruststokers krijgen gebiedsverbod in Leidschendam

LEIDSCHENDAM-VOORBURG - De burgemeester van Leidschendam-Voorburg heeft in overleg met de politie en het Openbaar Ministerie een gebiedsverbod van drie maanden opgelegd aan zes personen. Het is al een aantal weken onrustig in de buurt rondom de Prinsenhof en De Heuvel/Amstelwijk. Er zijn vernielingen en tientallen auto's gingen in vlammen op.
'Deze zes personen zijn herhaaldelijk in beeld bij de politie als het gaat om verstoring van de openbare orde en dragen bij aan de onrust', aldus burgemeester Klaas Tigelaar.
'We zijn de afgelopen weken samen met de politie continu bezig geweest met het aanhouden en staande houden van mensen en het uitdelen van boetes', zegt de burgemeester. 'Er is door de politie gesproken met de ouders van minderjarige jongeren die erbij betrokken zijn en overtreders worden aangepakt. Toch zijn er nog steeds branden en incidenten.' Daarom heeft de burgemeester besloten om een gebiedsverbod op te leggen aan zes personen.
Overtreden gebiedsverbod is strafbaar feit
'Het criminele gedrag, brandstichting, vandalisme en onrust in de wijk moet stoppen', vervolgt hij. 'Hoewel niet zichtbaar voor iedereen, werken we daar keihard aan. Wij rusten niet tot de rust weer terug gekeerd is in de wijk. Ik roep iedereen ook op om dat wat ze zien en weten te melden, desnoods anoniem.'
In het gebiedsverbod staat dat de zes personen op bepaalde plekken in de gemeente Leidschendam-Voorburg niet mogen komen. Als ze zich niet houden aan dit gebiedsverbod, begaan ze een strafbaar feit. Het Openbaar Ministerie kan ze hier dan voor vervolgen en voor de rechter brengen.
Inzet politie flink opgeschroefd
Ook voor de politie heeft de aanpak van de incidenten in Leidschendam de hoogste prioriteit, stelt de gemeente. 'Zo is de inzet en de aanwezigheid van de politie in Leidschendam flink opgevoerd. De politie voert extra surveillance uit en er zijn camera’s opgehangen voor meer toezicht. Overlastplegers worden aangepakt. De afgelopen weken zijn er tientallen boetes uitgedeeld. Intussen is ook het opsporingsonderzoek naar de daders van de brandstichtingen in volle gang. Elke brand wordt grondig en afzonderlijk onderzocht.'