Leidse hoogleraar kritisch op spoedwet coronamaatregelen: 'Gaat in tegen onze grondrechten'

Het Europapark in Alphen aan den Rijn
Het Europapark in Alphen aan den Rijn © John van der Tol
LEIDEN - De regering wil een einde maken aan de noodverordeningen waarmee alle coronamaatregelen worden geregeld. Deze maatregelen staan in een spoedwet die nu voor advies bij de Raad van State ligt. Wim Voermans, hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Leiden, heeft het wetsvoorstel gezien en waarschuwt de leden van de Tweede Kamer. 'Met deze wet kan de minister een jaar lang doen wat hij wil.'
Nederland wordt sinds de uitbraak van het coronavirus begin maart voor een belangrijk deel geregeerd door middel van noodverordeningen. In deze verordeningen staan de geldende maatregelen, zoals het houden van anderhalve meter afstand, het verbod op evenementen en samenscholingen van meer dan dertig personen.
Voermans legt uit dat de noodverordeningen nu te lang gelden en tegen de Grondwet in gaan. 'Er wordt nu al drie maanden gebruik gemaakt van een noodbestuur. De minister kan deze maatregelen invoeren, zonder dat de Tweede Kamer vooraf kan meebeslissen over de inhoud. De minister kan dus doen wat hij wil. Hier mag de regering, als de publieke gezondheid in gevaar is, korte tijd gebruik van maken. Maar dit duurt nu te lang.'

Raad van State

Dit heeft de Raad van State vorige maand ook al aangegeven. De regering wil de noodverordeningen daarom vastleggen in een nieuwe wet, genaamd Tijdelijke wet maatregelen covid-19. Het concept dat Voermans heeft gezien, heeft hetzelfde probleem als de noodverordeningen. 'Het is een volmachtwet’, legt de hoogleraar uit. 'Dat houdt in dat de minister volgens dit concept nog een jaar lang de bevoegdheid krijgt om zelfstandig te beslissen welke maatregelen in Nederland gelden. Dat past niet in een democratische rechtsstaat.'
Daar komt bij dat de maatregelen die in de noodverordening en de spoedwet staan tegen onze grondrechten ingaan. 'Mijn tweede probleem met de wet is dat de genoemde maatregelen een duidelijke beperking van onze rechten zijn. Er staan verboden in die eigenlijk helemaal niet kunnen. Zo worden er regels opgelegd achter de voordeur. Het beëindigen van bijeenkomsten in ons eigen huis gaat in tegen het huisrecht uit de Grondwet.'

Tegen grondrechten in

Er zijn in de afgelopen maanden mensen geweest die boetes hebben gekregen voor het organiseren van een huisfeest, of omdat er om andere redenen te veel mensen in een woning waren. Voermans vraagt zich af die boetes wel rechtmatig zijn. 'Ik denk dat mensen die naar de rechter stappen en uit kunnen leggen dat ze thuis waren en daarvoor een boete hebben gekregen, een kans hebben dat die boete ongegrond is omdat dit tegen onze grondrechten ingaat.'
Hoogleraar staatsrecht Wim Voermans
Hoogleraar staatsrecht Wim Voermans
Voermans legt uit dat als de regering de coronamaatregelen voor een langere periode in wil voeren, dat het dan via een normale wet zou horen te gebeuren. 'De Tweede Kamer hoort te gaan over de inhoud en de duur van de wet', zo legt hij uit. 'In het huidige wetsvoorstel hebben zij geen zeggenschap over de inhoud van de maatregelen en de beperkingen die opgelegd kunnen worden. Het enige wat ze volgens de wet doen is het geven van een volmacht aan de minister om te doen wat hij wil.'

Geen hamerstuk worden

De regering heeft bij het ontwerp van de nieuwe wet aangegeven dat deze op 1 juli in moet gaan. Voermans denkt echter dat dit niet gaat lukken. 'Het ontwerp ligt nu bij de Raad van State. Die moet advies geven over de wet. Daarna moet de wet nog door de Tweede Kamer en Eerste Kamer heen. Theoretisch kan dit binnen een week, maar ik zie dit niet voor me.'
De Leidse hoogleraar wil met zijn uitspraken de leden van de Tweede Kamer attenderen op de wet die er aan zit te komen. 'Het mag geen hamerstuk worden. Vandaar dat ik ook publiekelijk aandacht probeer te vragen voor het ontwerp zoals het er nu ligt. Zodat politici weten dat er wat aan de hand is en dat ze alert zijn op de plannen die het kabinet heeft.'

Aanpassingen

Voermans heeft het concept vorige week vrijdag ingezien. De hoogleraar houdt er dan ook rekening mee dat de regering het voorstel nog heeft aangepast. 'Misschien dat ze al wat gedaan hebben met de kritiek op het ontwerp. Maar het is een wetsvoorstel van 82 pagina's. Het is technisch lastig om daar op zo'n korte termijn veel aanpassingen in te doen. Het is daarom belangrijk dat politici kritisch kijken naar het voorstel. Want vanuit democratisch oogpunt is er veel aan te merken op het voorstel zoals ik het heb gezien.'