Verdachten beschieting Zoetermeerse Club Cobra blijven vastzitten

Politie doet onderzoek bij Club Cobra.
Politie doet onderzoek bij Club Cobra. © Regio 15
ZOETERMEER - Twee Rotterdamse verdachten van de beschieting van Club Cobra in Zoetermeer komen voorlopig nog niet op vrije voeten. Dat heeft de Haagse rechtbank vrijdag besloten. Het Openbaar Ministerie (OM) wacht op de uitlevering van een Mini Cooper vanuit Spanje aan Nederland. De auto bevat mogelijk nieuwe sporen over de daders van de beschieting, vorig jaar november.
Club Cobra was in anderhalf jaar tijd driemaal het doelwit van een aanslag. De laatste keer, op 7 november 2019, zou er met een automatisch wapen geschoten zijn. Toenmalig burgemeester Charlie Aptroot besloot vervolgens dat de uitgaansgelegenheid een jaar dicht moest. Club Magnum in Zoetermeer was in het verleden ook het doelwit van aanslagen.
In februari hield de politie de twee Rotterdammers aan voor de beschieting van Club Cobra. De twee mannen, beiden 20 jaar, werden toen beschuldigd van poging tot doodslag, bedreiging en verboden wapenbezit. De rechtbank bepaalde vrijdag dat er bij de laatste beschieting geen direct levensgevaar was omdat er niemand in de buurt was. Daarom worden de beide mannen niet meer vastgehouden voor een poging tot doodslag.

Ernstige bedreiging

De twee blijven wel in voorarrest vanwege de bedreiging en het verboden wapenbezit. Een van de verdachten zou na de beschieting telefonisch gedreigd hebben dat als Club Cobra niet dicht ging, er 'bloed vergoten' zou worden. De rechtbank vindt de bedreiging ernstig genoeg om de twee Rotterdammers vast te houden.
Het OM is nog niet klaar met het onderzoek. Het wacht op een besluit van de Spaanse rechter om een Mini Cooper over te dragen aan de Nederlandse politie. De auto zou een rol hebben gespeeld bij de beschieting, maar het is niet duidelijk welke. Het OM wil er niets over zeggen. Ook moet er nog een Nederlander in een Griekse gevangenis verhoord worden over de beschieting.
Toch is het de bedoeling dat de zaak op 14 september door de rechtbank inhoudelijk behandeld gaat worden.