In het kort geding om opvang blijkt de autistische Jan vooral slachtoffer van een breder probleem

Jan Knetsch (14)
Jan Knetsch (14) © Hans Knetsch
KATWIJK - Is het de verantwoordelijkheid van de gemeente om een geschikte opvang- en behandelplek te regelen voor een jongen met een autistische stoornis, dichtbij het huis van zijn ouders? Om die vraag draaide het woensdag in het korte geding van de familie Knetsch tegen de gemeente Katwijk. Een antwoord kwam er nog niet, met vingers gewezen werd er wel.
De 14-jarige Jan Knetsch uit Katwijk heeft een autistische stoornis en ernstige gedragsproblemen, waardoor hij nog weleens agressief kan worden. Mede daardoor is het voor de familie Knetsch geen optie om Jan in huis te nemen zonder hulp. Jan verbleef een tijdje in een instelling op de Veluwe, maar die sluit op 1 augustus de deuren.
De familie Knetsch zoekt daarom een nieuwe plek voor Jan, en verwacht daarbij hulp van de gemeente. 'Die doet echt haar best, maar wij vinden: je best doen is niet genoeg', zei vader Hans eerder tegen Omroep West. Hans vindt dat de rechter de gemeente moet dwingen om haar zorgplicht na te komen en een plek te regelen voor Jan.

103 kilometer rijden

Er staat al een aanbod voor een nieuwe opvangplek. Maar het voornaamste probleem, blijkt woensdag tijdens het kort geding: deze plek ligt in De Glind, op 103 kilometer rijden vanaf Katwijk. Te ver, aldus de advocaat van de familie: een plaatsing in de buurt zou beter zijn voor Jan, wegens het contact met zijn ouders en een op te bouwen netwerk. Op zijn oude plek in Hoenderloo zou Jan zich niet op zijn plek hebben gevoeld.
De gemeente Katwijk snapt dat Jans ouders hem graag dichtbij hebben. 'We betreuren het dat we hier nu staan', wordt gesteld bij monde van de advocaat. 'Iedereen is het erover eens dat het een heel forse afstand is, maar er is nu eenmaal een mate van schaarste.' De gemeente vindt dat een plek in de regio wenselijk is, maar niet noodzakelijk voor het verlenen van goede zorg. Een huidige behandelaar van Jan zegt iets soortgelijks: zij kan niet garanderen dat een plek in de regio succesvol is, maar ze gunt het Jan wel.

Geen goede argumenten

De advocaat van de gemeente voegt hieraan toe dat hij geen goede argumenten hoort waarom de locatie in De Glind niet zou deugen. Als de rechter vraagt hoe het zit met onderwijs, blijkt dat er een school dichtbij de locatie is. Twee docenten van Jans oude locatie gaan ook mee, om de continuïteit te bewaken. Toch betekent de goedkeuring van De Glind niet dat gemeente haar handen van Jan aftrekt: 'Er wordt nog steeds gekeken naar een meer geschikte plek.’
De familie is blij met deze toezegging van de gemeente, maar zegt de advocaat: 'We kunnen hen nergens aan houden'. De gemeente reageert hierop nogmaals dat er simpelweg geen plek is om aan te bieden.

Slachtoffer van een breder probleem

Jan lijkt dus vooral slachtoffer van een breder probleem: een tekort aan geschikte zorgplekken. Maar totdat dat is opgelost, draait het om de vraag: wie is er verantwoordelijk voor een plek voor Jan? Een gevoelig onderwerp, vindt de gemeente, maar: ‘Helaas is het wel zo dat van de familie een grote inspanning wordt gevraagd om van de zorg een succes te maken. Dan is 100 kilometer niet te ver dat je kunt zeggen dat de gemeente Katwijk tekortschiet.’
Voor de rechter is hierna duidelijk waar de schoen wringt. Op 5 augustus komt hij met zijn oordeel.