HSP: 'Plan Hart voor Den Haag om broedplaats Moerwijk te ontruimen is politieke willekeur'

Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij
Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij © Omroep West
DEN HAAG - Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij (HSP) ziet geen reden om de huidige gebruikers van het oude schoolgebouw aan de Beatrijsstraat te laten vertrekken. Hart voor Den Haag/Groep de Mos opperde dit weekend dat er in september een eind zou moeten komen aan de overeenkomst met de gemeente.
'De overeenkomst is voor tien jaar gesloten. Als er na vijf jaar plannen zijn voor de nieuwe locatie, dan zou de overeenkomst kunnen worden opgezegd. Maar daar is op dit moment totaal geen enkele reden voor, want de gemeente heeft nog helemaal geen andere plannen voor deze locatie', zo vertelt Wijsmuller tegen mediapartner Den Haag FM. 'Ik vind het een beetje jammer dat er door Groep de Mos een komkommercampagne wordt opgezet, waarbij de ene groep wordt opgezet tegen de andere groep. En dan ook nog wel een beetje met een hoog jij-bak-gehalte. Ik vind het triest dat een politieke partij zich op deze manier denkt te moeten profileren.'
Wijsmuller reageert daarmee onder meer op uitspraken van Hart voor Den Haag-raadslid Arjen Dubbelaar, die spreekt van 'verloedering en vage praktijken' en zegt dat de 'krakers' met hun 'tengels' van andermans spullen af moeten blijven. Dubbelaar: 'Ik heb ook een hypotheek. En als je die niet kan betalen, huur je maar iets.'

De Vloek op Scheveningen

Als wethouder was Wijsmuller vijf jaar geleden betrokken bij de verhuizing van de gemeenschap van Scheveningen naar Moerwijk. 'De Vloek op Scheveningen was in 2002 gekraakt. En die heeft in 2003 van de gemeente een bruikleenovereenkomst gekregen', memoreert Wijsmuller. 'De Vloek heeft zich ontwikkeld als broedplaats met culturele en maatschappelijke kwaliteiten. In 2015 moest de Vloek wijken voor een topzeilcentrum, want ze zaten daar voor de tijdsperiode tot er een nieuw plan zou zijn op die locatie. En omdat ze al een bruikleenovereenkomst hadden heeft de gemeente toen een inspanningsverplichting gehad om een alternatieve locatie aan te bieden. Dat is gebeurd. Toen zijn ze verhuisd en is het nu de broedplaats De Samenscholing in de Beatrijsschool. Daar zitten ze nu, in Moerwijk, met een overeenkomst voor tien jaar.'
Door de overeenkomst met de gemeente is er geen sprake meer van kraken, zo zegt Wijsmuller: 'Dit is geen kraken. Vanaf 2003 had de Vloek in de haven van Scheveningen een bruikleenovereenkomst. Toen ze daar uiteindelijk weg moesten is er een alternatieve locatie aangeboden. En daar hebben ze nu opnieuw met de gemeente ook een bruikleenovereenkomst voor. Zolang er geen nieuwe plannen zijn vanuit de gemeente voor die locatie – en die zijn er volgens mij ook niet – dan is er ook geen enkele reden om de overeenkomst tussentijds op te zeggen. Dat zou zelfs politieke willekeur zou zijn als dat zou gebeuren.'

Plicht voor nieuwe locatie?

Wanneer de gebruikers het pand in de toekomst toch zouden moeten verlaten, geldt er net als in 2015 een plicht voor de gemeente om een alternatieve locatie te zoeken, aldus Wijsmuller. 'Dat is sowieso onderdeel van het broedplaatsenbeleid. We zijn tegen leegstand en dan is het juist goed om dat soort plekken de kans te geven. Om nieuwe creatieve initiatieven de mogelijkheid te bieden om zich te ontwikkelen. Als die zich ontwikkelen en ze moeten onverhoopt naar een andere locatie, ook dan geldt dat de gemeente kijkt of die functie ook op een alternatieve locatie kan worden voortgezet.'
Of de gemeente inderdaad een plicht heeft om een nieuwe locatie te zoeken, valt te betwijfelen. In reactie op Wijsmullers uitspraken heeft Arjen Dubbelaar het - door Wijsmuller zelf ondertekende - contract getweet. Daarin valt te lezen dat de gebruikers geen recht hebben op een vergoeding of een alternatieve locatie wanneer de gemeente het contract beëindigt. Zoals Wijsmuller ook al toegaf, mag de gemeente het contract inderdaad na vijf jaar opzeggen. Wijsmuller zegt dat daar geen goede reden voor is, maar Dubbelaar wijst op de overlast die buurtbewoners volgens hem ervaren. Daarover staat namelijk ook iets in het contract: 'Bruiklener en bezoekers van het pand mogen geen overlast en/of geluidshinder voor omwonenden veroorzaken.'