Agent vermoord, paard op hol en nog drie andere bijzondere Prinsjesdagen

Gouden Koets op weg naar Ridderzaal.
Gouden Koets op weg naar Ridderzaal. © John van der Tol
DEN HAAG - Door de coronamaatregelen wordt Prinsjesdag 2020 een bijzondere editie. Daarmee komt komende dinsdag in een rijtje met bijzondere prinsjesdagen. Wij selecteerden vijf andere prinsjesdagen die iets anders verliepen dan normaal. Met onder andere een koningin die liever een militaire oefening ziet dan de troonrede voorleest, een verkeersagent die wordt gedood en een paard dat op hol slaat voor de koets met prinsessen.

1814 - Eerste Prinsjesdag

De manschappen van Napoleon vertrokken langzaam maar zeker uit Nederland toen op 2 mei 1814 de eerste Prinsjesdag plaatsvond. Willem I was een half jaar eerder gevraagd om als soeverein vorst Nederland te regeren en de plechtigheid op de tweede mei was een bijeenkomst waarin de leden van de Staten-Generaal de eed aan hem aflegden. Willem mocht zichzelf nog geen koning noemen. Pas een jaar later kreeg hij die titel.
De naam Prinsjesdag was in 1814 nog niet in zwang. Het woord was bekend, maar refereerde naar de verjaardagen van de leden van de stadhouderlijke familie. Die familie zwaaide met de scepter over Nederland tijdens grote periodes in de zeventiende en achttiende eeuw. Aanhangers van de stadhouderlijke familie kleedden hun kinderen feestelijk op die dag, als echte prinsjes.

Derde maandag van oktober

In de negentiende eeuw wordt de naam vervolgens sporadisch gebruikt bij de opening van het politieke jaar. Pas rond 1930 wordt de naam echt gekoppeld aan de derde dinsdag van september. Ook achter die derde dinsdag van september zit een geschiedenis. De opening van de gewone zitting van de Staten-Generaal was in 1814 op de derde maandag in november en tussen 1815 en 1848 op de derde maandag in oktober.
Schilderij: Jan Baptist van der Hulst - Koninklijke verzamelingen
Schilderij: Jan Baptist van der Hulst - Koninklijke verzamelingen
Tussen 1815 en 1848 had Nederland meerdere rijksbegrotingen per jaar, maar daar kwam met de grondwetsherziening van 1848 verandering in. Er werd nog maar één begroting vastgesteld. Het kostte echter meer tijd om die begroting te behandelen. Daarom werd de opening van het politieke jaar verplaatst van oktober naar september.

Van maandag naar dinsdag

De maandag was geen ideale dag in het christelijke Nederland van de negentiende eeuw. De zondag was heilig en het was voor vele Kamerleden verboden om te reizen. In een landje zonder auto en goede wegen was een tochtje voor een Kamerlid uit Groningen richting Den Haag niet zomaar gemaakt. Daarom werd in 1888 besloten om voortaan op de derde dinsdag van september de Staten-Generaal te openen. Dan hadden de Kamerleden uit de grensgebieden tijd genoeg om richting de residentie te trekken.

1904 - Prinsjesdag voor het eerst in de Ridderzaal

In 1898 werd Wilhelmina koningin van Nederland. In de eerste zes jaar van haar regeerperiode had ze net als haar voorgangers de Troonrede voorgelezen in de toenmalige vergaderzaal van de Tweede Kamer. De Ridderzaal werd in de eerste jaren dat Wilhelmina met de scepter zwaaide gerestaureerd. Die restauratie was in 1904 klaar en de zaal was een ideale ruimte om Prinsjesdag te vieren.
1904 -Wilhelmina leest voor het eerst de troonrede voor in de Ridderzaal
1904 -Wilhelmina leest voor het eerst de troonrede voor in de Ridderzaal © Haags Stadsarchief/Dewald, C.W.
Toch is de afgelopen 116 jaar de Troonrede niet elk jaar in de Ridderzaal gelezen. In 1907 was het Binnenhof het toneel van een internationale vredesconferentie, waardoor de Ridderzaal niet gebruikt kon worden. In 1911 had Wilhelmina geen zin in Prinsjesdag en daarom werd de regeringsverklaring in de Tweede Kamer voorgelezen.

Militaire oefening

Dat Wilhelmina in 1911 geen zin had, kwam door de herbenoeming van Frederik van Bylandt als Kamervoorzitter. De vorstin was daar niet blij mee en weigerde de Troonrede voor te lezen. Ze vond de beste man te zwak voor zijn functie en in plaats van te flaneren op het Binnenhof, woonde ze tijdens Prinsjesdag een militaire oefening bij.
Het was overigens niet de enige keer dat een vorst geen acte de présence gaf op de belangrijkste dag van het politieke jaar. De vader van Wilhelmina, Willem III, was in de jaren tachtig van de negentiende eeuw meermaals afwezig. In de laatste drie jaren van zijn leven, 1888-1890 was hij er niet vanwege ziekte, en in 1881 en 1884 kwam hij niet opdagen omdat respectievelijk zijn oom en zijn zoon waren overleden.

Tweede Wereldoorlog

Ook koning Willem I was er twee keer niet door het overlijden van familieleden. In 1819 toen de zuster van de Koning was overleden en in 1837 na het overlijden van zijn echtgenote. In 1908 was Wilhelmina er niet omdat ze zwanger was van Juliana en in 1909 omdat de toenmalig prinses een paar maanden oud was.
Ook in de jaren veertig moest Wilhelmina Prinsjesdag een paar keer aan zich voorbij laten gaan. Natuurlijk omdat de Duitsers tussen 1940 en 1944 de dienst uitmaakten tijdens de derde dinsdag van september en in 1947 omdat ze ziek was.

1932 - Agent gedood tijdens rellen

Vanaf 1911 was Prinsjesdag ook het strijdtoneel van de socialisten en communisten. Terwijl de Staten-Generaal werd geopend en politiek Nederland bijeenkwam op het Binnenhof, demonstreerde de arbeidersklasse elders in Den Haag. Prinsjesdag werd in die jaren voor de Tweede Wereldoorlog door de socialisten ook wel Roode Dinsdag genoemd. Roode Dinsdag ging vaak gepaard met rellen, die in 1932 fataal afliepen.
Verkeersagent Baars of Baas, daarin verschillen de kranten uit 1932, stond op de Herengracht geposteerd. Rond 16.00 uur sloeg echter de vlam in de pan en wilden de communisten richting het Binnenhof trekken om hun onvrede over het politieke beleid te uiten. Agenten verhinderden dat en op het Spui kwam het tot een confrontatie waarbij ook geschoten werd. De dagbladen uit die tijd maken er uitgebreid melding van, zoals dagblad Het Vaderland:
Een man liep naar een boom en viel daar neer. Hij werd binnengedragen in een slagerij en bleek in zijn buik te zijn getroffen. De Geneeskundige Dienst heeft hem naar het ziekenhuis gebracht, waar hij onmiddellijk is geopereerd. Zijn toestand is niet ongevaarlijk.
Ondertussen kwamen er steeds meer mensen op de rellen af, waaronder ook een groep fascisten. De politie kon de situatie moeilijk het hoofd bieden en besloot iedereen weg te jagen via de Lange Poten. Daar stond ook verkeersbrigadier Baars nog op zijn post die niets met de oproerpolitie van doen had. Hij werd getroffen door een scherp voorwerp, waarschijnlijk een mes, en overleed aan zijn verwondingen in het ziekenhuis.

1963 - Paard voor koets slaat op hol

1963 was als het op het weer aankomt een van de mooiste Prinsjesdagen van de vorige eeuw. Koningin Juliana en Prins Bernard maakten samen de traditionele tocht met de Gouden Koets. De drie oudste dochters van het koninklijk echtpaar, Beatrix, Irene en Margriet volgden hun ouders in een open koets.
Terwijl de drie prinsessen al wuivend over het Lange Voorhout reden, sloeg paard Peter voor de koets op hol. De andere paarden die waren aangespannen volgden het nerveuze dier waardoor de koets voor de koetsier onbestuurbaar werd. Een van de mannen die op een paard zat, werd gelanceerd waarbij hij gewond raakte. De koets met de prinsessen kwam uiteindelijk tegen een boom tot stilstand, waarna ze door te hulp schietende troepen uit de koets werden geholpen. Even later stapten ze bij hun ouders in de Gouden Koets.
De koets is net tegen een boom tot stilstand gekomen
De koets is net tegen een boom tot stilstand gekomen © ANP

Paard Peter

Waarom paard Peter van het pad afweek, is nog steeds onbekend. Saluutschoten, het publiek, de overgang van koel weer naar warm weer. Het zijn allemaal oorzaken die de kranten uit 1963 noemen. Tot uitsluitsel komen ze niet.
Ook in 1963 werd er al geoefend met de paarden voorafgaand aan Prinsjesdag. In de koninklijke stallen werden de omgevingsgeluiden zo goed mogelijk nagebootst om de paarden te laten wennen aan het echte werk. Na 1963 wordt het allemaal nog serieuzer en wordt er onder andere op het strand gerepeteerd.

'Rotboom'

In De Volkskrant van 20 september 1963 is er overigens nog een bijzonder voorval te lezen over de boom waar de koets tegenaan reed.
De Volkskrant 20 september 1963
De Volkskrant 20 september 1963

2010 - Waxinelichthoudergooier

Tien jaar geleden haalde Prinsjesdag het wereldnieuws. De 29-jarige Erwin Lensink uit Winterswijk gooide een waxinelichthouder naar de Gouden Koets met daarin koningin Beatrix. Lensink werd na zijn gooi door omstanders overmeesterd en overgedragen aan de politie. Hij kreeg uiteindelijk vijf maanden cel voor het incident.
‘Ik ben 's ochtends met de trein naar Den Haag gereisd', zei Lensink in 2012 tegen Omroep West. 'Daar kreeg je bij de uitgang van het station een plattegrond. Ik ben gewoon de route langsgelopen en heb de beste plek uitgezocht. Op de hoek van de Heulstraat stond een camera van de NOS en er was weinig bewaking. Ook de afstand naar de koets was niet zo groot.'

Voorwerp moest niet opvallen

Een waxinelichtjeshouder lijkt zomaar een voorwerp, maar Lensink nam het expres mee vanuit Gelderland naar Den Haag. 'Mijn actie moest natuurlijk slagen, dus daar houd je rekening mee. Dus de zwaarte van het voorwerp was een voordeel. Maar het moest ook niet opvallen als ik bijvoorbeeld gefouilleerd zou worden.'
Lensink had toen hij de waxinelichthouder gooide al een klacht ingediend tegen het koningshuis. Wilhelmina is volgens hem geen wettige erfopvolgster van koning Willem III, dus zaten haar opvolgers ook onrechtmatig op de troon. 'Ik beschuldig ze van verraad, diefstal', zei hij dan ook. Maar zijn aanklacht werd alles behalve voortvarend opgepakt, vond Erwin. 'Ik wilde met mijn daad op Prinsjesdag een rechtszaak forceren.'

'Geen spijt'

Lensink had geen spijt van zijn daad. 'Ik zou het nu niet weer doen', zei hij in 2012. 'Maar als ik in het verleden terug kon, had ik hetzelfde gedaan. Ik vond de aanleiding belangrijk genoeg. Ik was uit op aandacht. Maar als iemand een betere oplossing weet, hoor ik het graag.'