Bruno Bruins terug in Den Haag: 'De coronacrisis zal me altijd bijblijven'

Bruno Bruins
Bruno Bruins © ANP
DEN HAAG - Hij was tot 19 maart het gezicht van de regering in de strijd tegen het coronavirus. Tot hij voor de ogen van heel Nederland in de Tweede Kamer onderuit ging. Na een half jaar rust is Bruno Bruins terug. Dit keer als interim-directeur van de vervoersmaatschappij HTM. 'Ik heb zin om weer wat te ondernemen.'
Bruins was de minister van Medische Zorg en Sport toen de coronacrisis in Nederland uitbrak. De eerste weken was hij een van de belangrijkste gezichten in de bestrijding van het virus en stond hij naast premier Mark Rutte tijdens de persconferenties.
Tot het werk hem op 18 maart allemaal te veel werd. Tijdens een urenlang debat met de Tweede Kamer over hoe de regering de pandemie had aangepakt zakte hij ineens in elkaar. 'Niemand wil onderuit gaan. Zeker niet tijdens het werk. Dus dat was heel vervelend', zo blikt hij met gevoel voor understatement terug in de uitzending van Studio Haagsche Bluf. Een dag later trad Bruins terug als minister en werd hij vervangen door Martin van Rijn.

Lieve reacties

Het incident heeft Bruins ook veranderd, zo geeft hij toe. 'Absoluut. Als je bedenkt hoeveel vriendelijke en lieve reacties je krijgt. Dat doet je goed, dat is echt hartverwarmend. Ik heb zoveel berichten uit Den Haag en omgeving gekregen. Politiek is een hard vak, maar als je dan zoveel vriendelijke reacties krijgt, dan doet dat echt iets met je. Zeker op een moment dat je weinig kan en weinig energie hebt, dan is het fijn dat mensen je persoonlijk of via een brief even een klap op de schouder geven.'
'Nu komt HTM op mijn pad. Dat vind ik erg leuk, al is de aanleiding natuurlijk minder leuk', zo verwijst de voormalig bewindsman naar de ziekte van directeur Jaap Bierman. Doordat Bierman langdurig moet revalideren, kwam de HTM bij hem terecht als tijdelijk vervanger. 'Maar ik heb er zin in. Ik voel me echt kiplekker en zit vol energie. Ik vind het een prachtig mooi bedrijf om er weer vol in te gaan.'

'OV brengt mensen bij elkaar'

Het is niet voor het eerst dat Bruins bij de HTM aan de slag gaat. 'Ik heb er in de jaren negentig ook gewerkt', aldus Bruins. Hij was toen hoofd personeelszaken. Hierna stapte hij de politiek in en begon hij als wethouder in Den Haag. 'Ik had verkeer en vervoer in mijn portefeuille, ik heb echt wat met het OV. Het brengt mensen bij elkaar. Mensen kunnen naar hun sportvereniging en oma kan naar haar kleinkinderen. Het openbaar vervoer heeft een hele belangrijke functie en het is mooi om daar in te werken.'
Bruins is door zijn onwel-wording onlosmakelijk verbonden met het coronavirus. Ook in zijn nieuwe functie zal het een grote rol gaan spelen. 'De coronacrisis zal iets zijn wat mij altijd bijblijft. En dat mag ook wel, want het is van een omvang die ongekend is natuurlijk. En het raakt ook de HTM. De HTM wil er zijn voor de reiziger, ook in coronatijd. Maar dat brengt wel vraagstukken met zich mee voor de dagelijkse praktijk. Daar ga ik mij de komende tijd goed in verdiepen.'

Bewustwording

De voormalig minister blijft het nieuws rond het virus op de voet volgen en hoopt dat iedereen zich aan de regels blijft houden. 'Je moet altijd alert zijn, zowel privé als op je werk', legt hij uit. 'Het is makkelijk gezegd, maar moeilijk gedaan. Ik was van de week op een bijeenkomst waar iedereen een paraplu kreeg. Het was mooi weer, maar het was niet tegen de zon, maar om de afstand te meten tot elkaar. Als manier om anderhalve meter te houden.'
Het was een gedachte die Bruins erg aansprak. 'Ik zie op sommige scholen dat docenten plastic schermen dragen. Niet alleen om zichzelf en de leerlingen te beschermen, maar ook voor de bewustwording. Volhouden is ongelooflijk lastig, maar ongelooflijk belangrijk.'

Biertje drinken

De nieuwe HTM-directeur beseft dat het niet eenvoudig is. 'Wij overkomen dit als Nederland, als Den Haag, maar we zullen ons echt aan de maatregelen moeten houden, hoe taai dit ook is. Ik vind het zelf ook fijn om met zijn allen aan hetzelfde kleine tafeltje te hangen als ik een biertje ga drinken. Als het alternatief is dat we de stoelen uit elkaar zetten en we dan wel met elkaar kunnen zitten, dan is het maar even niet anders. We zijn er nog lang niet mee klaar, maar we moeten wel volhouden. Dat moeten we kunnen in Nederland.'