Aantal reizigers in ov bijna gehalveerd, vervoerders moeten maatregelen nemen

Ondanks de coronamaatregelen in het openbaar vervoer maken veel minder mensen er gebruik van.
Ondanks de coronamaatregelen in het openbaar vervoer maken veel minder mensen er gebruik van. © ANP/Laurens van Putten
DEN HAAG - Het aantal reizigers in het openbaar vervoer in de regio is als gevolg van de coronacrisis met bijna de helft afgenomen. Daardoor maken de vervoerders vele tientallen miljoenen euro's verlies. Maatregelen zijn noodzakelijk, aldus de wethouders die in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag verantwoordelijk zijn voor openbaar vervoer. Als er niets gebeurt, gaan vervoerders als HTM failliet.
Het aantal reizigers in het ov nam vanaf midden maart dit jaar zeer sterk af. Daarna steeg het weer iets. Toch zaten er in september 45 procent minder mensen in bus, tram en metro dan in dezelfde maand vorig jaar, schrijven wethouders Marc Rosier (Zoetermeer) en Igor Bal (Nissewaard) die in de Metropoolregio verantwoordelijk zijn voor openbaar vervoer in een brief aan de 23 aangesloten gemeenten. Dit terwijl er tot de crisis sprake was van een groei van het aantal reizigers met gemiddeld drie procent en uitschieters op bepaalde trajecten tot tien procent.
De scherpe afname komt omdat meer veel mensen thuis werken. Ook zouden mensen bevreesd zijn om gebruik te maken van het openbaar vervoer. Dit ondanks dat het na tal van maatregelen veilig is, aldus de wethouders.

Daling

Volgens hen waren de reizigers in het jaar 2019 goed voor 300 miljoen aan inkomsten. Elke procent daling van het aantal gebruikers scheelt drie miljoen euro. Dat zou betekenen dat er een tekort ontstaat van 135 miljoen euro. Het Rijk heeft aangekondigd voor dit jaar de tekorten grotendeels aan te vullen. Het gat tussen kosten en inkomsten wordt voor 93 procent vergoed. Dat betekent wel dat de vervoersbedrijven, zoals HTM in Den Haag, de overgebleven zeven procent als verlies moeten accepteren.
Ook voor 2021 ziet het er niet goed uit, omdat de crisis dan naar verwachting nog niet voorbij is. Dus zijn er dan opnieuw minder reizigers en ook veel minder inkomsten. 'Het grootste deel van de kosten loopt echter door. Zonder aanvullende maatregelen zullen de vervoersbedrijven daardoor een zeer groot financieel tekort hebben en komt de continuïteit van hun bedrijfsvoering in gevaar', stellen de wethouders.

Meer duidelijkheid

De huidige afspraken met het Rijk over de financiële vergoeding lopen tot het einde van dit jaar. Over wat er daarna gaat gebeuren, zijn ook al gesprekken gevoerd. Op Prinsjesdag bood het kabinet daarover iets meer duidelijkheid. De huidige regeling blijft tot 1 juli van volgend jaar gelden. Daarna wordt het systeem 'versoberd'. Dat betekent in de praktijk een lagere vergoeding voor de vervoersbedrijven.
Dat zorgt voor problemen, aldus de wethouders. Want die bedrijven kunnen dat niet opvangen. 'Het is voor de continuïteit van de vervoersbedrijven niet mogelijk om ook in 2021 forse verliezen te leiden.' Met andere woorden: als er niets gebeurt, gaan ze failliet.

Noodzakelijk

Maatregelen zijn daarom noodzakelijk, vinden Rosier en Bal. Al was het alleen maar omdat de bewoners van de regio niet zonder openbaar vervoer kunnen. Daarbij is er nog wel een bijkomend probleem. Het Rijk heeft in ruil voor de vergoeding geëist dat zoveel mogelijk de oorspronkelijke dienstregeling wordt uitgevoerd. Dat betekent dat dus niet fors kan worden geschrapt in het aantal ritten.
De wethouders die in de regio verantwoordelijk zijn voor openbaar vervoer hebben nu aan de bedrijven gevraagd om scenario's voor de toekomst te maken. Ze moeten met plannen komen om uitgaven te verminderen en/of inkomsten te vergroten zodat ze de financiële gevolgen van de coronacrisis in 2021 en de periode daarna kunnen opvangen. Daarbij gelden 'geen taboes'. 'Alle mogelijke oplossingen' mogen worden ingediend. De plannen moeten nog deze maand worden ingediend, zodat ze al in januari volgend jaar kunnen ingaan.