Hulp bij huiselijk geweld helpt, maar 'nog geen reden tot euforie’

Jaarlijks zijn tussen 90.000 tot 127.000 kinderen van nul tot achttien jaar het slachtoffer van huiselijk geweld. | Foto ANP
Jaarlijks zijn tussen 90.000 tot 127.000 kinderen van nul tot achttien jaar het slachtoffer van huiselijk geweld. | Foto ANP
DEN HAAG - Professionele hulp bij huiselijk geweld en kindermishandeling helpt. Als goede steun wordt geboden, stopt het in één op de drie gevallen helemaal. In de andere gezinnen nam het in ieder geval af. Dat blijkt uit een langlopend onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut, dat mede in opdracht van de gemeente Den Haag is uitgevoerd.
Wethouder Kavita Parbhudayal ziet de uitkomsten van de studie die donderdag wordt gepresenteerd als 'een steuntje in de rug' voor Veilig Thuis Haaglanden, maar wijst er ook op dat er nog veel moet gebeuren.
Uit eerder onderzoek blijkt dat drie procent van de Nederlandse bevolking in de afgelopen vijf jaar slachtoffer is (geweest) van fysiek of seksueel geweld door partners of oud-partners: ongeveer 278.000 vrouwen en 139.000 mannen. Daarnaast zijn jaarlijks tussen 90.000 tot 127.000 kinderen van nul tot achttien jaar het slachtoffer van fysiek geweld, psychische mishandeling, verwaarlozing en misbruik.

Taboeonderwerp

De onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut stellen dat er al jaren veel aandacht is voor huiselijk geweld. Bijna iedereen is zich bewust van de ernst en de omvang ervan en daarom gebeurt er ook al veel om gezinnen te steunen. Toch is het ook nog een taboeonderwerp en wordt er vaak niet over gesproken. Slachtoffers wachten daarom ook vaak lang om hulp in te roepen, van bijvoorbeeld Veilig Thuis. Dat is de organisatie die helpt bij huiselijk geweld en kindermishandeling.
Een van de belangrijke doelen van het grote onderzoek, waarbij 576 gezinnen werden gevolgd, was om te kijken wat er nodig is om huiselijk geweld en kindermishandeling te stoppen en zo ook inzicht bieden wat er verandert nadat mensen zich hebben gemeld bij Veilig Thuis.

Geweld

Uit het onderzoek wordt duidelijk dat als gezinnen worden geholpen door Veilig Thuis, in de anderhalf jaar daarna het geweld fors afneemt. Het daalt met dertig procent. Het percentage gezinnen waar nog sprake is van frequent of ernstig partnergeweld neemt af van twee derde naar een derde. Kindermishandeling neemt ook met een derde af. Tegelijk neemt het 'welzijn' van ouders en kinderen toe.
Verder laat het onderzoek zien dat ouders en kinderen in het algemeen tevreden zijn met de hulp die zij geboden krijgen. Daarbij speelt vooral de persoonlijke band met de hulpverlener een grote rol. Het gevoel respectvol te worden bejegend, serieus te worden genomen en een luisterend oor te ontmoeten, zijn daarbij volgens de onderzoekers belangrijke elementen.

Schelden

Uit de studie blijkt echter ook dat in meer dan de helft van de gezinnen nog steeds sprake is van ernstig of veelvuldig geweld, variërend van schelden, slaan, duwen tot verwonden. 'Het voortduren van de kindermishandeling en partnergeweld heeft gevolgen op de korte maar ook voor de langere termijn voor kinderen. Als het gaat om geweld in gezinnen zijn ouders voor de kinderen zowel een bron van veiligheid als de bron van angst, waardoor een onveilige hechting ontstaat. Terwijl een veilige hechting juist een bescherming tegen stress is. Door het geweld in het gezin voelen kinderen zich emotioneel onveilig en gaan ze overlevingsgedrag vertonen', schrijven de onderzoekers.
Volgens Parbhudayal is er mede daarom 'nog geen reden voor euforie'. De wethouder: 'Elk gezin waar geweld voorkomt, is er één te veel.' Wel zijn er belangrijke lessen te leren, stelt zij. 'Duidelijk is dat de gezamenlijke aanpak met alle partners vruchten afwerpt en dat gezinnen waar geweld en kindermishandeling spelen steeds beter kunnen worden geholpen.'

Voorzichtig optimistisch

Prof. dr. Majone Steketee, wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut, laat in een reactie weten 'voorzichtig optimistisch gestemd' te zijn door de resultaten. Zij constateert dat huiselijk geweld wel te stoppen is, maar dat dit niet makkelijk is. 'Het is een uiterst complex probleem. Er zijn verschillende soorten geweld: fysiek en geestelijk bijvoorbeeld en elke vorm moet anders worden aangepakt. Bovendien is geen gezin hetzelfde.'
In de gezinnen die gemeld worden bij Veilig Thuis is sprake van veelvuldige en ernstige vormen van kindermishandeling. Negen van de tien kinderen hebben te maken met mishandeling, verwaarlozing of geweld tussen hun ouders. Ook is vaak sprake van geweld tussen bijvoorbeeld partners onderling: fysiek geweld zoals slaan, schoppen, krabben, bijten, het toebrengen van verwondingen, of psychisch geweld zoals vernederen, uitschelden, dreigementen uiten én seksueel geweld.

Opeenstapeling van problemen

Uit onderzoek blijkt ook dat het geweld tegen vrouwen vaak frequenter en ernstiger is dan het geweld tegen mannen. Verder wordt duidelijk dat in iets meer dan de helft van de gevallen geweld tussen partners vaak samenvalt met geweld tegen kinderen. Bovendien signaleren de onderzoekers dat geweld vaak niet het enige is wat zich achter de voordeur afspeelt. Het merendeel van de gezinnen heeft te maken met een opeenstapeling van problemen: armoede, werkloosheid, alcoholgebruik, opvoedstress, psychische stoornissen.
Dit vraagt om de aanpak van die verschillende problemen. Volgens wethouder Parbhudayal wordt daarom in Den Haag en andere regio's al door veel partijen samengewerkt om huiselijk geweld tegen te gaan. 'Dit onderzoek laat ondubbelzinnig zien dat veiligheid in een gezin de verantwoordelijkheid is van iedereen; en dat het inderdaad een kwestie van lange adem is. Dat betekent dat we daar allemaal hard aan moeten blijven werken.'