Den Haag vs Leiden: zo pakken deze steden het lerarentekort aan

Juf voor de klas
Juf voor de klas © ANP
REGIO - Den Haag en Leiden liggen maar zo'n 20 kilometer van elkaar vandaan, toch is het lerarentekort in het basisonderwijs in de ene stad veel groter dan in de andere. Omroep West sprak de twee verantwoordelijke wethouders Hilbert Bredemeijer van Den Haag en Paul Dirkse van Leiden over de uitdagingen en de oplossingen.

Wat is de status van het lerarentekort?

In Den Haag is het lerarentekort structureel een groot probleem, zegt wethouder Hilbert Bredemeijer. Het tekort is nu 11,7 procent, dat was een half jaar geleden 14,3 procent. 'Het is licht gedaald maar niet voldoende om de vlag uit te hangen.'
Hilbert Bredemeijer
Hilbert Bredemeijer © CDA Den Haag
Dat het tekort iets minder is geworden komt deels door corona, denkt Bredemeijer. 'Crises hebben altijd een positief effect op het werk in de publieke sfeer, het geeft vastigheid.' Daarnaast komt de daling volgens de wethouder door allerlei initiatieven van de gemeente Den Haag. 'De oplossingen lijken zich een beetje uit te betalen, maar het is grillig. Zo zijn er nog grote verschillen tussen de stadsdelen.' Volgens Bredemeijer zijn de noodoplossingen meer 'zandzakken voor de deur' dan structurele oplossingen.
Donderdagmiddag is er een commissievergadering over het lerarentekort in Den Haag.
In Leiden daarentegen is er geen structureel lerarentekort, zegt onderwijswethouder Paul Dirkse. 'Het probleem is hier niet zo groot als in de grote steden', zegt Dirkse. 'Het lerarentekort is hier vooral merkbaar bij de vervangingsvraag.' Tot nu toe lukt het de Leidse basisscholen goed om 'de formatie op orde te houden'. Maar bij ziekte of zwangerschap is het wel echt een probleem. Het ministerie verwacht dat het lerarentekort in de Leidse regio in 2024 zo'n 30 fte behelst.
Paul Dirkse, wethouder onderwijs in Leiden
Paul Dirkse, wethouder onderwijs in Leiden © gemeente Leiden

Wat doen Den Haag en Leiden om leraren aan te trekken?

Den Haag zet vooral in op zij-instromers, extra ondersteuning door studenten en het inzetten van vakleerkrachten. 'Zo krijgen muziek- of sportleraren meer bevoegdheden voor het lesgeven.' Bij zij-instromers, mensen die nu een heel ander vak doen en graag het onderwijs in willen, is vooral de begeleiding heel belangrijk, aldus Bredemeijer. 'We horen van zij-instromers dat die best snel tegen dingen aanlopen vanwege te weinig begeleiding. Kortom, het is ontlasten, ontzorgen en begeleiden.'
Ook de Leidse wethouder vertelt dat de gemeente verschillende projecten doet om het leraren makkelijker te maken. Zo staan medewerkers van Naturalis wel eens voor de klas voor een bijzondere les. 'In dat project doen medewerkers een programma op school om de leraren te ontlasten.'
Maar het gaat ook om meer praktische zaken, zoals het parkeerbeleid. 'Scholen wilden al langer dat er meer ruimte kwam voor parkeervergunningen voor werknemers. Dat wordt vanaf 1 januari ingevoerd. Dan kunnen leerkrachten ook iets verder van de school parkeren. Het liefst hebben we dat ze met de fiets of het ov komen, maar dat kan niet altijd', zegt Dirkse.

En hoe zit het met het imago van de leraar?

'Campagne is heel belangrijk', zegt de Haagse wethouder. 'We laten zien hoe interessant het is om hier les te geven. Want het geeft uitdagingen om in bepaalde wijken les te geven, maar dat is ook heel interessant voor mensen die voor het vak gekozen hebben.' Volgens Bredemeijer vragen de uitdagingen in een grote stad echt iets anders van een leerkracht dan in een dorp.
Ook Leiden zegt aan branding te doen om het voor leraren een aantrekkelijke stad te maken. 'We zijn een talentenstad en een kennisstad. Dat is het mooie van Leiden, het heeft een rijke leeromgeving met veel musea en andere partijen die jongeren iets te bieden hebben.'

Waar liggen nog kansen?

Bredemeijer ziet als structurele oplossing vooral kansen voor de PABO en lerarenopleidingen. Hij vindt dat er bij de opleiding meer aandacht moet zijn voor het verschil tussen steden en dorpen. Studenten zouden iets moeten leren om in grote steden lest te geven. 'Hoe ga je om met cultuur, religies en sociale situaties van mensen. Dat is op een andere schaal aan de hand in grote steden.'
Ook de inrichting van lerarenopleidingen kan anders, zodat studenten kunnen kiezen tussen boven- of onderbouw, vertelt Bredemeijer. En het is ook een kwestie van rolmodellen, zegt de wethouder. 'Daarom willen we hier ook een lerarenopleiding krijgen, waar we een andere doelgroep leraren proberen te krijgen. Want je hebt rolmodellen nodig in de stad. Als je jongens uit de Schilderswijk - heel gechargeerd - warm kan krijgen voor de PABO, dan heb je een heel ander soort meester.'
In tegenstelling tot Den Haag heeft Leiden nog relatief weinig ervaring met zij-instromers, mensen die nu een heel ander vak doen en graag het onderwijs in willen. 'Daar liggen wel kansen om op te pakken', erkent de wethouder.