'Ik moet een soort psychose hebben gehad door de medicijnen'

Schrijvers van rubriek bij de politierechter. | Tekening: Theresa Hartgers
Schrijvers van rubriek bij de politierechter. | Tekening: Theresa Hartgers
DEN HAAG - 'Heb ik dat gezegd? Dat zou ik normaal nooit doen.' Herman, een Hagenees van 70, toont zich stomverbaasd als de officier van justitie en de politierechter hem beurtelings voorhouden hoe hij tekeer is gegaan tegen zijn buurvrouw, met ziekteverwensingen en doodsbedreigingen. 'Dat zijn geen teksten waar ik een medaille voor moet krijgen.'
Dat is de rechter met de verdachte eens: 'U zit nu hier, dat is wel het andere uiterste.' En dan wil ze van Herman weten wat er nou precies is gebeurd op die achtste oktober. Het probleem is dat hij zegt het niet meer te weten. Hij was net overgeschakeld op andere medicijnen en moet een black-out hebben gehad.
Hij weet nog wel dat hij problemen met de nieuwe buren had, omdat ze volgens hem wiet dealen, cocaïne snuiven en camera's hadden geplaatst. Volgens de buurvrouw heeft hij een dag eerder al in de tuin gestaan en geroepen 'ik snij je hart eruit' en 'ik hoop dat je hond doodgaat'. De dag erop heeft hij op de deuren staan bonzen en zo hard staan schreeuwen en dreigen, dat de buurvrouw uit angst haar huis is ontvlucht. Ze was zo bang dat ze eerst geen aangifte durfde te doen.

Tekeer gaan

Voor Herman is het allemaal één zwart gat. Dat hij met deuren heeft gegooid weet hij nog, maar het schelden en dreigen kan hij zich niet herinneren, en wat er daarna gebeurde ook niet. De politierechter houdt hem voor dat hij ook tekeer is gegaan tegen een bestuurder van zijn VvE en telefonisch tegen zijn eigen advocaat; tegen de politieagenten die erbij kwamen. 'Het was kanker dit en kanker dat.'
Ook de arts die de verdachte kwam onderzoeken op het politiebureau moest het ontgelden: 'Je moet opkankeren naar Afghanistan en ik hoop dat je euthanasie kan plegen want ik ken nog wel wat mensen die dood moeten.' Herman reageert met: 'Zo hé, dat is wel schrikken. Maar ik weet er niks meer van.'

Depressie

Het moet allemaal het gevolg zijn van de nieuwe medicijnen. De verdachte heeft een aantal sterfgevallen achter elkaar meegemaakt, en sindsdien is hij depressief. 'Ik had nieuwe medicatie, en daar gaan ze dan mee stoeien, en dan is het te veel en dan weer te weinig. Ik had een soort magnetron in mijn hoofd.'
De officier van justitie heeft daar nog wel een vraag over: 'Wat moet u niet doen als u ingesteld moet raken op nieuwe medicijnen? Alcohol drinken, toch? En volgens uw vrouw en de buurvrouw had u gedronken. De politieagenten hebben ook flesjes bier zien staan.' Maar Herman bezweert dat hij is gestopt met drinken zodra hij aan de antidepressiva ging.

Taakstraf

De officier vindt dat de verdachte de verantwoordelijkheid voor het incident niet bij zichzelf legt: 'Het baart me zorgen dat meneer het heeft over zijn medicatie en de boosheid over de buren, maar hij kijkt niet naar zichzelf en hij draait om mijn vragen over het drinken heen.' Ze eist een taakstraf van 40 uur waarvan de helft voorwaardelijk, meldplicht bij de reclassering en behandeling.
De advocaat van Herman wijst erop dat hij een psychose heeft gehad: 'Het werd zwart voor zijn ogen.' Zij vindt dat haar cliënt ontslagen moet worden van rechtsvervolging, of anders alleen een voorwaardelijke straf en behandeling moet krijgen. Daarnaast stelt ze mediation voor met de buren, al is dat wel lastig omdat Herman een contactverbod heeft.

Uitspraak

De rechter vindt dat de verdachte wel strafbaar is en ze gelooft ook niet dat hij helemaal niet meer wist wat hij deed. Ze neemt wel mee dat hij een zware tijd heeft gehad en legt daarom een geldboete op van 250 euro en een voorwaardelijke werkstraf van 20 uur. Ook moet Herman zich laten behandelen, want, zo zegt ze: 'De reclassering vindt dat u meer nodig heeft dan alleen pillen.'
Mediation kan de rechter niet opleggen, want daar moet de buurvrouw mee akkoord gaan en die is er niet vandaag. 'Maar deze zaak leent zich daar bij uitstek voor. Het staat u vrij om zelf contact met de buurvrouw op te nemen, sterker nog, dat raad ik u zeer aan.' Herman verlaat de zaal met een welgemeend 'dank u wel. En geen 'tot ziens' natuurlijk.'
De naam van de verdachte is om privacyredenen gefingeerd.
Dit is een verhaal in onze serie Bij de politierechter. Voor meer verhalen klik hier.