Katwijk heeft signalen om verder onderzoek te doen naar mogelijk vervuilde bouwgrond langs N206

N206 ir. G. Tjalmaweg.
N206 ir. G. Tjalmaweg. © GoogleMaps
KATWIJK - De gemeente Katwijk roept de hulp in van de Omgevingsdienst West-Holland om de samenstelling van de langs de N206 gebruikte bouwgrond te onderzoeken. De gemeente heeft na onderzoek van de Dienst Infra van de Landelijke politie (IVM) en Rijkswaterstaat signalen dat er meer onderzoek nodig is. Zo zal worden gekeken of er naast de door een certificaat goedgekeurde stoffen, nog andere stoffen zijn die schadelijk zijn voor het milieu. Ook wordt bekeken of de partij die de bouwgrond heeft toegepast, de zorgplicht heeft nageleefd.
Omwonenden van de N206 bij Valkenburg zijn ongerust over de gebruikte bouwgrond bij de werkzaamheden aan de weg, die volgens hen zeer hoge concentraties zware metalen zou bevatten. Er wordt steeds gezegd dat de bouwgrond aan de wettelijke normen voldoet, maar vanwege de grote zorgen laat de gemeente extra onderzoek doen naar de samenstelling van de Beaumix.
Beaumix begint als restafval, waar metalen, plastic en ander recyclebaar materiaal uit zijn verwijderd. Het overige afval wordt verbrand en de as die op de bodem van de verbrandingsketel achterblijft, wordt schoongewassen en gezeefd. Uiteindelijk blijft er bodemas over waarmee gebouwd kan worden. Er zijn diverse controlestappen in het afvalverbrandingsproces ingebouwd en de wasinstallaties waar Beaumix wordt gewassen wordt drie keer per jaar gecontroleerd. Maar het reinigings- en scheidingsproces is niet honderd procent volledig, waardoor een kleine hoeveelheid plastic en metaal (zoals batterijen) kunnen achterblijven.
'Inmiddels heeft de gemeente informatie gekregen dat er aanleiding is om het onderzoek anders in te steken', schrijft de gemeente Katwijk. Die signalen zijn deels met het blote oog te zien, legt een woordvoerder uit. 'Er zitten zichtbaar materialen in die mogelijk milieurisico’s met zich meebrengen, zoals plastic, metalen voorwerpen en batterijen.'

Twijfels over certificaat

Op papier is alles in orde, maar de gemeente kreeg van de IVM en Rijkswaterstaat te horen dat er in Beaumix ook stoffen kunnen zitten die geen onderdeel uitmaken van de keuringen. 'Er zou juist gekeken moeten worden naar de aanwezige stoffen die geen onderdeel uitmaken van deze certificering, en de mogelijk effecten hiervan op het milieu.'
Daarvoor is de Omgevingsdienst ingeschakeld. 'We gaan er vanuit dat een certificaat voldoende zou moeten zeggen. Maar er zijn signalen dat we verder moeten kijken. Ook wij hebben hier vragen over', stelt de gemeente.

Zorgplicht onderzoeken

Ook gaat de Omgevingsdienst de zorgplicht die aannemer Boskalis heeft onder de loep nemen. 'De partij die de Beaumix toepast, heeft op grond van de Wet Bodembescherming een zorgplicht. Dit betekent dat deze partij alles moet doen om te voorkomen dat de bodem verontreinigt raakt.' Dat wil zeggen: de aannemer moet ervoor zorgen dat de bouwstof in zijn geheel – dus ook de niet onderzochte delen – geen schade aan het milieu kan toebrengen.
Daar zijn nu twijfels over en dus heeft de gemeente de Omgevingsdienst gevraagd te toetsen of de zorgplicht overtreden is. 'Lijkt er wel sprake te zijn van overtreding van de zorgplicht, dan gaat de gemeente hierover met de Omgevingsdienst in overleg over vervolgstappen.

Werk gaat wel door

De Katwijkse wethouder Rien Nagtegaal hoopt dat de Omgevingsdienst op korte termijn duidelijkheid kan geven: 'De Beaumix langs de N206 zorgt nu al maanden voor ongerustheid in Valkenburg. Dat is heel begrijpelijk. Ook wij hebben vragen over het materiaal. We zijn dan ook erg benieuwd naar de bevindingen van de Omgevingsdienst.'
De werkzaamheden worden echter niet stilgelegd. Die gaan gewoon door, laat de woordvoerder weten. 'De gemeente ziet nu nog geen acute risico's voor het milieu of de volksgezondheid. Ook indien er stoffen in schadelijke concentraties worden aangetroffen, zijn de gevolgen hiervan, in de relatief korte tijd dat de Beaumix er ligt, niet onomkeerbaar. Bij een negatieve uitkomst van het onderzoek is er dus nog voldoende tijd om te handelen.' Wanneer de Omgevingsdienst de bevindingen rond heeft, is nog niet bekend.