Zie jij ze vliegen? Ongeveer net zoveel ooievaars gezien als vorig jaar

Ooievaars in Leiden
Ooievaars in Leiden © Lucie Ritter
REGIO - Het aantal overwinterende ooievaars dat in ons land is gespot, is ongeveer net zo hoog als bij de telling vorig jaar. 'In Den Haag zijn veertig ooievaars geteld,' meldt de organisatie met de Engelse naam voor ooievaar, STORK, dat staat voor Stichting Ooievaars Research en Knowhow.
Afgelopen weekend telden in heel Nederland mensen ooievaars. De teller stond zondagavond op 945 tegen 921 een jaar eerder. Er deden veel meer mensen aan de telling mee vertelt Monique van den Broek van STORK bij West Wordt Wakker op Radio West.
'Vorig jaar deden landelijk 550 mensen mee, dit jaar waren er 940 mensen aan het tellen.' Dat er zoveel mensen hebben meegedaan aan de telling, komt volgens de woordvoerster ook omdat door corona veel mensen thuis zijn.

Mensen moeten de ooievaars niet voeren

De ooievaars worden in de winter geteld om meer inzicht te krijgen in het gedrag van deze vogels tijdens de koude maanden. Hoewel ooievaars bekend staan als trekvogels, zijn er steeds meer dieren die in Nederland overwinteren. 'De jongen gaan eerder op trek in augustus, dat zit in de genen. De ouderen gaan vaak pas in september. Dat kunnen we zien aan de ringen om de poten', verduidelijkt Van den Broek.
Het voedsel voor ooievaars bestaat uit regenwormen. Daarnaast staan insecten, slakken en soms muizen en mollen op het menu. In de winter, wanneer de bodem bevroren is, zijn deze prooien onbereikbaar.
'De vogels die worden geteld zijn de oudere vogels, de jongeren gaan wel op trek. Het is een vogelsoort die buiten de broedtijd het broedgebied verlaat, omdat voedseltekort dreigt.' Van den Broek stelt dat de ooievaars waarschijnlijk zien dat hier genoeg voedsel te vinden is. Ze benadrukt dat mensen de vogels niet moeten voeren. 'Maar we weten dat het wel gebeurt. Het is een onnatuurlijk iets, de ooievaars moeten zelf hun voedsel vinden. In Voorburg-Leidschendam zitten altijd ooievaars omdat daar iemand voert.'

Voorkomen van dubbeltellingen

De meeste van de ooievaars werden gespot in de buurt van hun nest, waar de dieren ook in de winter meestal dicht bij in de buurt blijven. De organisatie is alert op het voorkomen van dubbeltellingen. 'Daar gaat veel tijd inzitten en soms zitten er ook opvallende meldingen bij. Zo gaf iemand door dat hij 20 ooievaars had geteld, daarvan zouden er 19 mannetjes zijn. Maar dat kan je helemaal niet van de buitenkant zien, wat een wijfje of een mannetje is. Zo'n telling zijn we dan voorzichtig mee.'