Den Haag wil meer geld voor verenigingen: 'De ruggengraat van de sport'

© John van der Tol
DEN HAAG - De sportwethouders van de vijf grote steden maken zich zorgen over de amateursport. Dat hebben ze de Tweede Kamer laten weten, die dinsdagmiddag sprak over een steunpakket voor de sportsector. 'De verenigingen hebben dat geld gewoon hard nodig', zegt Hilbert Bredemeijer namens Den Haag.
In Den Haag is dinsdag gesproken over een steunpakket voor de sportsector. In totaal is er 240 miljoen euro door het kabinet beschikbaar gesteld. Nu heeft de VVD een motie ingediend om een gedeelte van dit bedrag aan de sportbonden te geven. Hier zijn de wethouders van de vijf grote steden het niet mee eens. 'Voor de sportbonden zijn andere regelingen beschikbaar', legt Bredemeijer hun bezwaar uit. De Kamer nam de VVD-motie echter wel aan, tegen de zin van de wethouders in.
Volgens de Haagse wethouder is het belangrijk dat het geld dichtbij de mensen wordt gebruikt. 'Er is gezegd dat het geld naar huurders van sportaccommodaties zou gaan en naar andere sportvoorzieningen, zoals zwembaden en ijsbanen. Dan kun je daarna niet ineens gaan zeggen dat het geld ergens anders heen moet, want dan gaat het ten koste van de verenigingen voor wie het geld oorspronkelijk bedoeld was. We moeten nu juist die verenigingen ondersteunen, dat is de ruggengraat van de sport.'

Financieel grote gevolgen

De wethouder ziet dat de verenigingen het zwaar hebben. 'De problemen zijn groot, maar nog wel te overzien. De amateursport ligt natuurlijk allang stil. Dat heeft niet alleen financieel grote gevolgen, maar ook voor de gezondheid van mensen. Jongeren kunnen nog wel trainen en tegen elkaar spelen, maar volwassenen kunnen al tijden niets doen. Toch hebben we het gevoel dat ze het financieel nog wel redden, bijvoorbeeld omdat wij hun huur hebben kwijtgescholden.'
'Maar we zijn er nog lang niet. De huidige situatie loopt natuurlijk nog wel even door. Verenigingen redden het nog wel, maar als het doorgaat dan gaan er verenigingen omvallen. Vandaar dat wij met de vijf wethouders twee weken geleden met de minister hebben gesproken en juist daar de urgentie hebben uitgesproken om iets voor de breedtesport te doen. En als die motie dan vandaag wordt aangenomen dan gaat er toch gekeken worden of een deel van de benodigde 240 miljoen aan iets anders besteed kan worden.'