Vader en zoon kunnen door corona niet samen schaatsen: 'Zal onze tochten nooit vergeten'

Erik Jan Kooiman bij zijn winst van de alternatieve Elfstedentocht
Erik Jan Kooiman bij zijn winst van de alternatieve Elfstedentocht © ANP
LEKKERKERK - Het kriebelt al weer bij de familie Kooiman. Vader Jan reed drie keer de echte Elfstedentocht, zoon Erik Jan won drie jaar geleden de alternatieve editie. Beide mannen kunnen niet wachten om het ijs op te gaan, maar zullen dat dit jaar voor het eerst niet samen kunnen doen. 'Erik Jan is nog topsporter, dus hij zal in zijn eigen omgeving moeten blijven.'
De twee mannen zijn echte schaatsliefhebbers en kunnen niet wachten tot het ijs sterk genoeg is. 'Ik zou het echt geweldig vinden om weer een paar dagen te kunnen schaatsen', vertelt vader Jan. 'Lekker de polder in.' Ook bij zoon Erik Jan kriebelt het al. 'Ik heb gisteren op de mountainbike een rondje door de Krimpenerwaard gemaakt om te kijken hoe het ijs erbij ligt.'
Het viel hem eerlijk gezegd niet mee. 'Door de sneeuw is het een soort slush puppy-ijs. Het is nog geen ijs om lekker over te glijden. Maar er ligt wel een laagje op nu, waardoor de wind er niet meer bij kan. Dat is voor de ijsgroei wel belangrijk', vertelt de schaatser die aan het einde van het seizoen een punt achter zijn loopbaan gaat zetten.

Slootje in Schoonhoven

Erik Jan hoopt dan ook dat er de komende week ondanks het coronavirus nog een paar wedstrijden op natuurijs in Nederland kunnen worden gehouden. 'Normaal hebben we altijd de eerste wedstrijd op een baan, maar door de coronamaatregelen zal dit er niet in zitten. Dus moeten we grotere wateren kijken. Een wedstrijd op de Oostvaardersplassen of het Veluwemeer zou fantastisch zijn.'
Jan en Erik Jan Kooiman na een van hun eerste gezamenlijke schaatstochten
Jan en Erik Jan Kooiman na een van hun eerste gezamenlijke schaatstochten © Privéfoto
Als schaatser trad Erik Jan in de voetsporen van zijn vader, die drie keer Nederlands kampioen marathonschaatsen werd. Dat ook Erik Jan de schaatsen onder heeft gebonden is volgens vader Jan geen toeval. Het ijs loopt namelijk als een rode draad door de familiegeschiedenis. 'Mijn ouders hebben elkaar op het ijs ontmoet', vertelt hij. 'In 1947 hadden we voor het eerst na de oorlog een strenge winter en iedereen ging dat jaar het ijs op. Zo ook mijn ouders, die elkaar op een slootje in Schoonhoven hebben leren kennen. Dus ja, schaatsen speelde al heel vroeg een belangrijke rol bij ons.'

Jaap Edenbaan

Het is niet de enige relatie die door het schaatsen is ontstaan binnen de familie. Want Jan leerde zijn vrouw Ineke ook kennen door de sport. 'We waren allebei lid van de schaatsclub in Lekkerkerk en gingen met de bus naar Amsterdam om op de Jaap Edenbaan te trainen. Ineke zat dan altijd al in de bus en ik stapte een paar haltes later in', vertelt hij.
Ook na de topsportloopbaan van vader Jan bleef de familie Kooiman hartstochtelijk schaatsen. En werd ook Erik Jan aangestoken met het virus. 'We gingen elk jaar met de hele familie naar Davos in Zwitserland', vertelt hij. 'Hier was de kernploeg ook altijd en mijn vader schaatste daar als recreant ook tussen. Dat vond ik altijd wel mooie momenten en heeft bij mij ook mijn liefde voor het schaatsen opgewekt.'

'Die ouwe gaat echt hard'

Toch duurde het nog even voor de twee mannen samen echte schaatstochten konden maken. Erik Jan weet nog goed hoe hij voor het eerst met zijn vader op pad ging. 'Ik was een jaar of veertien toen er natuurijs lag. Mijn vader wist precies op welke sloten het ijs sterk genoeg was, dus wij samen op pad. Mijn vader was toen halverwege de veertig en al even gestopt. En ik dacht dat ik al behoorlijk goed kon schaatsen. Tot mijn vader op het eerste de beste open stuk even aanzette. Na driehonderd meter was ik al buiten adem en dacht ik: wow die ouwe gaat echt nog hard.'
Het is een schaatstocht die ook vader Jan zich nog goed kan herinneren. 'Erik Jan zat inderdaad al snel te puffen. Hij vroeg ook aan mij of het echt zo hard ging in wedstrijden. Ja dat ging echt zo hard. Maar toch is dat niet de keer waar ik de meeste herinneringen aan heb. Dat was een jaar later, terug in Davos. Erik Jan hield ook enorm van wielrennen en skiën, dus die deed dat ook veel als we er waren. Maar op de laatste dag deden we traditioneel een wedstrijd over honderd ronden. En hij was een jaar of vijftien en sprintte uiteindelijk iedereen eraf. Daar kon je zien dat hij aanleg heeft.'

Een grote rol

Toch koos Erik Jan in eerste instantie niet voor het schaatsen, maar voor het wielrennen. Hij is een aantal jaar amateurwielrenner, tot een toertocht met zijn vader hem doet switchen. 'In 2012 was het de laatste keer dat er zo veel natuurijs lag. We hebben toen samen de Molentocht door de Alblasserwaard gemaakt', vertelt hij over de tocht met zijn vader. 'We reden de 75 kilometer binnen twee uur. Het ging echt hard en dat was voor mij het teken om toch de overstap te maken. Dus daar heeft mijn vader een grote rol in gespeeld.'
Erik Jan zegde zijn baan als geschiedenisleraar op en ging als prof aan de slag bij Jumbo als langebaanschaatser. Hij won diverse medailles op het Nederlands kampioenschap en won zilver op het WK afstanden. En hij bleef marathons rijden. In 2018 won hij de alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee in Oostenrijk. Hiermee trad hij in de voetsporen van zijn vader, die deze tocht 25 jaar eerder ook won.

Elfstedentocht

Er is nog een ding waarmee Erik Jan graag zijn vader op wil volgen, en dat is in het rijden van de Elfstedentocht. Jan Kooiman deed drie keer mee, waarbij hij in 1985 vierde en in 1986 zesde werd. Vader Jan verwacht echter niet dat het er dit jaar van gaat komen. 'Ik temper altijd de verwachtingen. Wij zijn inmiddels naar Friesland verhuisd, dus we hebben er nu extra goed zicht op. Het heeft twee keer drie graden gevroren. Iedereen praat altijd zo gemakkelijk over de Elfstedentocht. Dat irriteert wel eens. Ik kijk vanuit ons huis uit over vijf kilometer van parcours. Er moet echt nog heel veel gebeuren voor de tocht door kan gaan.'
Jan Kooiman op kop tijdens de Elfstedentocht van 1986
Jan Kooiman op kop tijdens de Elfstedentocht van 1986 © ANP
Aan de ene kant vindt Jan het vervelend dat mensen zo snel over de Elfstedentocht praten, maar toch heeft hij er ook wel begrip voor. 'Het geeft aan hoe groot de tocht is. Ik heb het geluk gehad dat ik hem drie keer heb mogen rijden, maar hij is ook met niets anders te vergelijken. Hij is zo anders dan andere tochten. Je hebt hele stukken dat je niemand ziet en dan rij je ineens de hectiek van een stadje in. Dat is fantastisch. Zeker in 1985, toen ik echt een goede dag had, rij je de hele tijd vol euforie in de rondte.'

Mooiste wat er is

De organisatie van de Elfstedentocht heeft al laten weten dat het door het coronavirus de tocht dit jaar sowieso niet gaat houden. Het lijkt vader en zoon niet veel te deren. Ze zijn al lang blij dat ze weer op natuurijs kunnen staan. 'Ik zou het geweldig vinden om weer te kunnen schaatsen', vertelt Jan. 'Dat er dan geen toertochten zijn, dat maakt me dan niet uit. Er zijn zo veel mogelijkheden om zelf stukken te schaatsen. Dat blijft toch het mooiste wat er is.'
Erik Jan heeft nog wel de hoop dat hij een natuurwedstrijd kan rijden. Het kabinet zal hier in de komende dagen een beslissing over nemen. 'Ik heb dit jaar voor wereldbekerwedstrijden in Heerenveen ook al in een bubbel gezeten', legt hij uit. 'Dat moet voor het marathonschaatsen ook te doen zijn. Dan gaan we een paar dagen met tweehonderd mensen in een of twee hotels, waar we dan steeds getest worden. Ik heb er alle vertrouwen in dat het op die manier veilig kan en ik vind het dan ook een eer voor het marathonschaatsen dat premier Mark Rutte hier naar gaat kijken.'

Nooit vergeten

De bubbel zorgt er wel voor dat vader en zoon dit jaar waarschijnlijk niet samen op het ijs kunnen staan. 'Ik had het uiteraard leuk gevonden om na al die jaren weer eens in Nederland zo samen het ijs op te kunnen', vertelt Jan. 'Maar omdat Erik Jan zijn laatste jaar als topsporter ingaat zal hij in zijn eigen omgeving moeten blijven. Dat is wel jammer ja, want ik zal onze gezamenlijke tochten nooit vergeten.'