Waar zijn de verdwenen miljoenen van geflopt Haags banenproject?

Een lasser aan het werk
Een lasser aan het werk © ANP
DEN HAAG - Het is nog altijd mistig rondom het mislukte banenproject de Energieacademie in Den Haag. Een brief van wethouder Bert van Alphen (GroenLinks) die helderheid zou moeten geven geeft geen duidelijk antwoord op de vraag waar de 1,2 miljoen euro subsidie is gebleven en wie verantwoordelijk is. Een fraudeonderzoek moet licht in de duisternis brengen. Woensdag debatteert de gemeenteraad opnieuw over de situatie bij de Energieacademie.
Wat weten we wel?
Duidelijk is dat de 1,2 miljoen euro subsidie die naar het project is gegaan op is en dat het niet terecht is gekomen bij de kwetsbare jongeren en bijstandsgerechtigden die aan het werk geholpen moesten worden. Op de Energieacademie zouden mensen zonder baan door praktijkopleiders opgeleid worden tot stukadoor, installateur van zonnepanelen of metaalbewerker en na zes maanden doorstromen naar een betaalde baan. In twee jaar tijd, zo was de bedoeling, moesten er 560 mensen aan het werk geholpen zijn. Het zijn er slechts zeventien geworden.
Nu dreigt er een faillissement en klinken er geluiden van mismanagement en zelfverrijking van bestuurders en medewerkers. Ruzie en onkunde hebben ten grondslag gelegen aan de mislukking, zo blijkt uit een reconstructie van Omroep West.

Als het geld niet naar de werkloze jongeren is gegaan, waar is het dan terechtgekomen?

Dat is de hamvraag waar geen duidelijk antwoord op is. De gemeenteraad wilde een paar weken geleden dat wethouder Van Alphen alle feiten op tafel zou leggen. Met deze eis is de wethouder aan de slag gegaan samen met de juridische en financiële deskundigen van de gemeente.
Maar drie weken grasduinen door de financiële informatie die de Energieacademie aanleverde, contracten en andere documenten heeft weinig antwoorden opgeleverd. Een nader onderzoek, waarbij ook fraude-experts in de arm worden genomen is noodzakelijk, schrijft Van Alphen aan de gemeenteraad.

Fraude-experts? Dat klinkt ernstig. Wat gaan zij doen?

Van Alphen schrijft dat het college besloten heeft om een extern bureau 'een verdiepend onderzoek te laten verrichten inclusief een forensisch component'. Hij gaat dus forensische accountants inzetten, dat zijn specialisten die gericht zijn op het opsporen van economische en financiële delicten. 'Zij gaan onder andere kijken naar de verplichtingen die zijn aangegaan en de aanwending van ontvangen subsidiegelden. Ook het gemeentelijk handelen is onderdeel van het onderzoek', schrijft de wethouder.

Hoe kan het dat er na weken onderzoek nauwelijks nieuwe informatie boven water is gekomen?

De gemeente wijst hiervoor naar de Energieacademie. De financiële huishouding is een rommeltje en de aangeleverde informatie is 'onvolledig en niet eenduidig'. Ook is de status van een aantal documenten onduidelijk.
'Er zijn bijvoorbeeld meerdere versies van contracten waarvan een deel niet ondertekend is. Dit levert nog te veel onduidelijkheden op die we niet hebben kunnen ophelderen, waardoor de tijdlijnen geen compleet beeld geven', staat in de brief. Opvallend is dat ook de rol van de gemeente bij het sluiten van sommige contracten niet duidelijk is.

Welke vragen staan er dan nog open?

Van Alphen somt in zijn brief een heel rijtje op: Hoe en door wie zijn contracten gesloten en welke rol heeft de gemeente daarbij gehad? Hoe kan het dat er nog voordat de subsidie was toegekend contracten zijn afgesloten? Waarom hebben sommige bestuurders, tegen de afspraken in, betaald gekregen? Waarom hebben onderhuurders van het bedrijfspand van de Energieacademie over 2019 en 2020 geen huur hoeven afdragen? Voor welke werkzaamheden zijn er auto’s geleased? Op welke wijze zijn contracten tot stand gekomen en welke zijn van kracht? Wat is de hoogte van de schuld van de Energieacademie? Waarom is het niet gelukt om externe financiering te vinden, zoals in de business case stond? Welke rol heeft de gemeente in de verschillende fasen van het proces/project vervuld? Wie is waarop aansprakelijk?

Tast de gemeente compleet in het duister?

Niet helemaal. Het lijkt wel duidelijk dat het meeste geld uit de subsidiepot is verdwenen bij de opstart van de Energieacademie. Dat blijkt onder meer uit een financiële toets die de gemeente heeft gedaan.
Daaruit kwam dat een 'substantieel deel' van de subsidie van de gemeente niet volgens de afspraken is ingezet. 'Zo is er bijvoorbeeld meer dan begroot uitgegeven aan zaken als huur en inrichtingskosten en andere verplichtingen die voortvloeien uit langlopende en ongunstige contracten, afgesloten in de beginperiode', schrijft Van Alphen. Bovendien kregen bestuurders en medewerkers hogere vergoedingen en salarissen dan was afgesproken.
Feit is dat in die beginperiode wethouder Van Alphen niet de grote politieke man was achter de Energieacademie, maar wethouder Rachid Guernaoui (Hart voor Den Haag/Groep de Mos). De wethouders waren beide verantwoordelijk, maar Guernaoui liep voorop bij de oprichting van de Energieacademie. Alleen maakte hij de opening van het project niet meer mee, want begin oktober 2019 nam Guernaoui ontslag als wethouder omdat hij verdachte is in een corruptieonderzoek.

Dus de grootste hap geld is in de eerste maanden genomen?

Daar lijkt het wel op. Volgens voormalig interim-bestuurder Peter van Haagen, die in mei 2020 werd aangesteld, zaten er weeffouten in de opstart, zo zei hij eerder tegen Omroep West. Die opstart begon in maart 2019.
'Er is een fors bedrag gaan zitten in het opzetten van de organisatie, dus het betalen van kwartiermakers, de inrichting en huur. Zaken waar de subsidie niet voor was bedoeld maar die noodzakelijk zijn - sommige meer dan andere - bij een nieuwe organisatie.' Uiteindelijk stokte ook de toestroom van leerlingen en daardoor kwam er geen geld binnen, terwijl de verplichtingen zoals huur en salarissen gewoon doorliepen. Het verdienmodel klopte niet, stelde Van Haagen.

Had de gemeente niet veel eerder moeten ingrijpen?

Volgens Van Alphen kwamen rond de opening van de Energieacademie in februari 2020 de eerste signalen bij de gemeente binnen dat het mis ging. Daarna heeft de gemeente gesprekken gevoerd met het bestuur van de Energieacademie en is er een Raad van Toezicht opgericht die een paar maanden later een reorganisatie doorvoerde. Maar die reorganisatie had niet het gewenste effect.
Ook heeft de gemeente door adviesbureau BDO een onderzoek laten doen en dat concludeerde dat de Energieacademie niet toekomstbestendig is. Nu lijkt het doek definitief te vallen voor de Energieacademie, want de Raad van Toezicht heeft vorige week het faillissement van het project aangevraagd.

Wie is verantwoordelijk voor dit echec?

Bert van Alphen kijkt naar de Energieacademie. 'De gemeente was mede-initiatiefnemer, maar er is bewust gekozen om een stichting op te zetten', benadrukt hij in zijn brief. 'De Energieacademie is een onafhankelijke en zelfstandige entiteit waarmee de gemeente een subsidierelatie heeft. De gemeente kan niet garant staan voor de verplichtingen die vanuit de Energieacademie zijn aangegaan.' Ook het aanvragen van het faillissement is een zaak van de Raad van Toezicht van de Energieacademie en niet van de gemeente, zegt hij.
Voormalig interim-bestuurder Peter van Haagen vindt dit te makkelijk, zo zei hij eerder. 'De gemeente was betrokken bij de opstart, het was een gezamenlijk project. De gemeente had zich aan het begin al moeten realiseren dat er meer geld nodig is voor het opzetten van een organisatie', zei hij.
En ook voormalig-bestuurder Aad van Loenen is duidelijk: de gemeente is van het begin af aan intensief betrokken bij de Energieacademie. 'De gemeente was en is initiator, oprichter, regisseur en toezichthouder', zegt hij.
Over het feit dat hij salaris kreeg, terwijl was afgesproken dat bestuurders onbezoldigd zouden werken, zegt hij dat zijn salaris was afgestemd met de gemeente. 'Ze wisten dat ik 75 euro per uur kreeg voor een 24-urige werkweek en daar had ik toestemming voor,' stelt hij. 'En ja: de Energieacademie is een banenproject, geen speeltuinvereniging.'