'Moordverdachte woonde weken in huis met lichaam gewurgde Gita'

Gita | Eigen foto
Gita | Eigen foto
DEN HAAG - Moordverdachte Boris S. (26) zou wekenlang in het huis van zijn dode ex-vriendin, de 35-jarige Gita, hebben gewoond. Justitie denkt dat zij al die weken dood op de bank lag onder een stapel rommel. S. zou haar ergens tussen 20 september en 19 oktober vorig jaar hebben gewurgd. De politie was al twee keer binnen geweest voordat ze op 24 oktober het lichaam van Gita ontdekten. Dat bleek maandag tijdens een eerste inleidende zitting in de zaak.
Gita en de verdachte hadden een relatie. Zij werd 9 oktober als vermist opgegeven door haar familie. Op 17 en 22 oktober is de politie in het huis van de vermiste vrouw in de Haagse Wognumstraat geweest. Maar uiteindelijk werd zij bij het derde bezoek, na drie uur zoeken, gevonden onder een stapel rommel op de bank.
De advocaat van S. twijfelt of het lichaam van de vrouw wel in de woning was toen de politie daar was. 'Hoe kan er twee keer urenlang gezocht worden en ziet of ruikt niemand iets.' Zij denkt dat het er ergens tussen 22 en 24 oktober neergelegd moet zijn. Toen werd S. al in de gaten gehouden door de politie, dus hij kon het niet geweest zijn, volgens de advocaat.
Bloemen bij het huis in de Haagse Wognumstraat
Bloemen bij het huis in de Haagse Wognumstraat © Omroep West

'Woonde in huis slachtoffer'

Toen de politie haar lichaam vond, was het in verre staat van ontbinding. Wanneer zij precies is omgekomen, staat nog niet vast. Deskundigen denken aan de hand van schimmelonderzoek dat het begin oktober geweest moet zijn. Al had Gita sinds 21 september niet meer gepind en haar telefoon niet meer gebruikt. Een definitief sectierapport moet uitwijzen waar zij precies aan is overleden.
Volgens het Openbaar Ministerie (OM) verbleef de verdachte van 14 september tot 17 oktober in de woning. Hij gebruikte de sleutel, de wifi van de buurman, deed boodschappen en pinde geld in de buurt. 'Buren waren verbaasd dat hij er woonde terwijl ze Gita niet meer zagen', zei de officier.

DNA-sporen

Op het lichaam van het slachtoffer werden elf DNA-sporen gevonden waarvan negen sporen van de verdachte. Ook in haar hals werd DNA van S. gevonden. Toch werd S. na zijn arrestatie op 6 november weer vrijgelaten door de raadkamer van de rechtbank, om op de 25ste weer te worden aangehouden. Waarom dat gebeurde is niet bekend.
Onderzoek na de vondst van een dode vrouw in de Wognumstraat
Onderzoek na de vondst van een dode vrouw in de Wognumstraat © Regio15

Eerder veroordeeld voor geweld

S. werd eerder veroordeeld voor verschillende geweldsdelicten. Hij is na zijn aanhouding onderzocht door het NIFP (Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie). Wat daar uit is gekomen is nog niet bekend. Dat rapport wordt op 10 maart verwacht.
De advocaat van S. wilde dat hij zijn proces in vrijheid kon afwachten. Hij had aangegeven dat hij het slachtoffer al een tijd niet meer had gezien voor haar dood. Maar de rechtbank bepaalde dat hij vast moet blijven zitten. 'Het is de maatschappij niet uit te leggen als u op vrije voeten zou komen', zei de voorzitter van de rechtbank, die concludeerde dat er ernstige bezwaren waren tegen S. De volgende zitting in deze zaak is op 25 mei.