Karel stormt naar buiten met alarmpistool na afgaan nitraatbom en krijgt taakstraf

Schrijvers van de rubriek Bij de Politierechter | Tekening: Theresa Hartgers
Schrijvers van de rubriek Bij de Politierechter | Tekening: Theresa Hartgers
DEN HAAG - Het had een rustige jaarwisseling moeten worden voor de 75-jarige Karel. Niet meer in Den Haag maar in het dorp waar Karel en zijn vrouw zijn gaan wonen om dichter bij de kleinkinderen te zijn. Er is een vuurwerkverbod vanwege corona, en dus is de verwachting dat het lekker stil zal zijn. Maar dat valt tegen. Voor een stille jaarwisseling heeft Karel nou net de verkeerde straat uitgekozen.
Dit is een verhaal in onze serie Bij de politierechter. Eerdere verhalen lees je hier.
Vanaf vroeg in de avond gaat er illegaal vuurwerk de lucht in. De nitraatbommen doen de ruiten trillen. Karel wordt er gek van. Hij wil dat het ophoudt. 'De honden wisten niet waar ze het zoeken moesten', vertelt de verdachte tegen de politierechter. Karel, een statige oudere man, is niet iemand die je voor de rechter verwacht, zo constateert ook de officier van justitie. Maar hij zit er wel.
'We hebben zelf twee honden, en de twee van mijn dochter waren er ook. Het knalde de hele avond al buiten op straat. Het was zo hard dat we ons bedreigd voelden en eigenlijk weg wilden, maar we durfden niet naar buiten met de honden', aldus Karel. 'Rond tien uur ontplofte een bom vlak voor de deur. Het leek wel een handgranaat. Ik heb in dienst gezeten, ik weet hoe dat klinkt. De honden vlogen van de bank van schrik. Toen ben ik naar buiten gegaan.'

Alarmpistool op zak

Karel stormt de deur uit op zoek naar de vuurwerkgooier. Een meter of dertig verderop ziet hij een jonge man. Hij loopt op hem af om hem eens goed de waarheid te vertellen. Over wat er daarna gebeurt verschillen de verhalen. Volgens Karel pakt de man een metalen buis om hem te lijf te gaan. Dan merkt de verdachte dat hij nog een alarmpistool in zijn kontzak heeft zitten. Hij pakt het wapen en schiet twee keer in de grond. Als hij voor de derde keer de trekker over haalt, blokkeert het pistool.
Maar de jonge man, Wesley, en een aantal getuigen hebben iets heel anders gezien. Een oudere man die naar de jonge man toe loopt, een wapen tevoorschijn haalt, dat van dichtbij op Wesley's gezicht richt, en tot drie keer toe de trekker overhaalt. De eerste twee keer geeft dat een flinke knal.

Politie op de stoep

Pas als het slachtoffer en de getuigen doorhebben dat het wapen niks doet, vindt Wesley een stok waarmee hij Karel op zijn arm slaat. Die neemt de benen, maar wordt achterhaald door een paar man die hem het wapen afpakken. Karel vlucht zijn huis in, en niet lang daarna staat de politie op de stoep met de vraag of dat alarmpistool van hem is.
'Hoe kwam u nou op het idee om een pistool mee naar buiten te nemen?', wil de rechter weten. Karel vertelt dat hij eerder op de avond met zijn pleegzoon een gesprek had over vuurwerk en wapens, en dat hij had verteld dat er een oud alarmpistool van zijn vader op zolder lag. Zijn pleegzoon wilde dat zien, dus toen heeft hij het tevoorschijn gehaald, daarna in zijn kontzak gestopt en er niet meer over nagedacht.

'Verhaal afgestemd'

'Maar toen u naar buiten liep, merkte u dus weer dat u het op zak had', constateert de rechter. De verdachte beaamt dat. Maar hij heeft het nooit op iemands gezicht gericht, beweert hij. 'Dat is een pertinente leugen.' Volgens Karel hebben de betrokkenen dat verhaal later met elkaar afgestemd. Er is tenslotte pas een week na oud en nieuw aangifte gedaan. 'Het is een hechte gemeenschap en ik ben de buitenstaander. Zij hebben overlegd en hun kant van het verhaal in de buurt verteld en ik word nu gezien als de boeman, de moordenaar.'
Ook de advocaat van de verdachte betoogt dat de getuigen en het slachtoffer hebben overlegd over hun verklaringen. Op Oudejaarsavond zelf heeft de politie namelijk opgeschreven dat ene Kees het wapen op zich gericht kreeg, maar dat die geen aangifte wilde doen. Wesley heeft zichzelf pas een week later gemeld met het verhaal dat hij het slachtoffer was.

Links- of rechtshandig

Zijn vriendin meldde zich toen ook als getuige. Die heeft gezegd dat ze het beeld van het pistool voor Wesley's gezicht niet meer van haar netvlies krijgt. 'Maar ze heeft dat helemaal niet gezien', aldus Karel's advocaat. Andere getuigen spreken elkaar tegen, bijvoorbeeld over de plek waar het precies gebeurde en over vraag in welke hand de verdachte het wapen hield. Rechts, volgens één van de getuigen. Maar Karel is linkshandig, dus die getuige is onbetrouwbaar, zo vindt de verdediging. Bovendien heeft Karel het pistool volgens de advocaat pas gepakt toen Wesley met een stok op hem afkwam. Het was dus noodweer, zelfverdediging, en dus moet Karel worden vrijgesproken.
De officier van justitie vindt de verschillen tussen de getuigenverklaringen kleiner dan de overeenkomsten. Drie mensen hebben het wapen voor Wesley's gezicht gezien, en hebben gezien en gehoord dat Karel de trekker overhaalde. En het was wel degelijk gericht tegen Wesley, niet tegen Kees, daar is de officier van overtuigd. De jonge man heeft er nog steeds nachtmerries en psychische klachten van en zag zijn leven aan zich voorbij flitsen toen hij in de loop keek.

Met woorden oplossen

'U bent verhaal gaan halen,' zo zegt de officier, 'en dat vind ik zeer ernstig. Ik merk dat u dat ook vindt. Het is ontzettend bedreigend en kwalijk om op die manier een geschil te willen oplossen, ook al zijn het jongeren die al de hele avond je leven zuur maken met nitraatbommen. Dat mag ook niet, maar u bent met het pistool naar buiten gegaan en u had het met woorden moeten oplossen.'
De officier wil wel rekening houden met de leeftijd van Karel en zijn lichamelijke ongemakken: hij is herstellende van een hernia en heeft het aan zijn knieën. Ze eist een werkstraf van 80 uur, een boete van duizend euro voor het bezit van het pistool en een immateriële schadevergoeding van duizend euro voor het slachtoffer. Wesley heeft zelf om 6000 euro gevraagd.

Toch straf

De rechter gaat af op de getuigenverklaringen, en verwerpt het beroep op noodweer. Of Wesley nou wel of niet als eerste de stok pakte, doet er niet toe. Karel is met een wapen op hem afgegaan. De getuigenverklaringen verschillen misschien wel op details, maar niet op het hoofdpunt: er is een pistool op iemands gezicht gericht en de trekker is overgehaald. De rechter: 'Normaal staat daar vier maanden onvoorwaardelijke cel op, maar dat ga ik niet doen gezien uw leeftijd, uw blanco strafblad en alles wat er die avond is gebeurd.'
De rechter begrijpt de emoties en het feit dat Karel wilde opkomen voor zijn honden, en legt een taakstraf van 80 uur op. 'De reclassering is goed toegerust om iets te vinden dat past bij uw leeftijd en uw hernia.' Karel hoeft geen boete te betalen voor het bezit van het pistool, maar hij ontkomt niet aan de schadevergoeding voor Wesley. Zesduizend euro vindt de rechter te veel van het goede, maar 1250 vindt hij wel billijk. 'Als je niet weet of een pistool echt is of niet en de trekker wordt overgehaald hoef je niet meer te bewijzen dat je daar psychisch onder lijdt.'
De namen van Karel, Wesley en Kees zijn gefingeerd vanwege de privacy