Aantal daklozen in Den Haag neemt fors toe: ruim 4000 aanmeldingen voor opvang

DEN HAAG - Het aantal daklozen in Den Haag neemt nog steeds toe. Afgelopen jaar hebben zich 4268 mensen gemeld bij het daklozenloket van de gemeente. In de afgelopen vijf jaar is het aantal mensen dat een pasje heeft om in de nachtopvang te kunnen slapen gestegen met ruim 65 procent. Dat schrijft wethouder Bert van Alphen (GroenLinks, zorg) aan de gemeenteraad.
Opvallend is ook de 'enorme groei' van het aantal gezinnen dat zich heeft gemeld bij het daklozenloket. Dat waren er dit jaar 420, terwijl het er halverwege 2019 nog 350 waren. Volgens de wethouder is er een relatie met het coronavirus. Mensen verliezen hun baan en de druk op relaties en huishoudens neemt toe, waardoor de kans op dakloosheid toeneemt, ziet hij.
Samen met de woningbouwcorporaties Haag Wonen, Staedion en Vestia werkt de gemeente aan het voorkomen van huisuitzettingen. Dat heeft resultaat: het aantal huisuitzettingen is gedaald van 88 in 2019 naar 24 in 2020.
Grote druk op maatschappelijke opvang
Volgens de wethouder is de druk op de maatschappelijke opvang in Den Haag als gevolg van de pandemie zo groot, dat noodmaatregelen nodig zijn. Daarom zijn er veel tijdelijke opvangplekken gecreëerd. Inmiddels is nu bijna iedereen onder dak. De gemeente werkt ook samen met diverse hulporganisaties om iedereen een plek te geven. Ook is er sinds vorig jaar speciale huisvesting voor dak- en thuisloze zwangere vrouwen die daar in alle rust kunnen bevallen en de eerste maanden zorgeloos voor hun kindje kunnen zorgen.
Toch is er ook nog veel te doen, aldus Van Alphen. Het voorkomen van dakloosheid moet nog meer de aandacht krijgen, stelt hij. Omdat vanwege corona de gewone opvangplekken nog steeds niet volledig kunnen worden benut, blijven extra opvanglocaties nodig.
Het grote tekort aan woningen voor deze groep Hagenaars blijft topprioriteit, vindt de wethouder. Uitbreiding van de sociale woningvoorraad en meer ruimte voor woonexperimenten zijn nog steeds keihard nodig om het dichtslibben van de opvang te voorkomen.