Naya (13) over de oorlog in Syrië: 'Ik vond ontploffende bommen eigenlijk normaal'

Naya (13) bij het Nationaal Monument in Madurodam
Naya (13) bij het Nationaal Monument in Madurodam © Omroep West
DEN HAAG - Als je als kind opgroeit in de oorlog, weet je niet beter. Maar normaal is het natuurlijk niet. Toch heeft de inmiddels 13-jarige Naya het ook zo ervaren, toen zij als klein kind opgroeide in een buitenwijk van de Syrische hoofdstad Damascus. Op 6-jarige leeftijd vlucht ze met haar familie naar Nederland en groeit ze op in Sassenheim. Dinsdag vertelt zij over de oorlog in Syrië tijdens de Nationale Kinderherdenking in Madurodam.
Naya is vier jaar oud als de oorlog uitbreekt in Syrië. Samen met haar ouders woont zij in een buitenwijk van de Syrische hoofdstad Damascus. Naya herinnert zich vooral de onrust: 'Als ik naar buiten keek via mijn raam, dan zag ik bommen ontploffen en vond dat heel normaal eigenlijk. Ik was jong en het was het enige wat ik zag. Voor de oorlog was het ook al heel onrustig. Ik wist niet beter.'
Naya (13) vertelt tijdens de Nationale Kinderherdenking over de oorlog in Syrië
Pas na aankomst in Nederland komt het besef dat het helemaal niet normaal was: 'Ik kijk er nu op terug dat ik het heel erg vind dat ik het zo zag. Nu leef ik normaal in Nederland, zie ik geen heftige dingen meer en denk ik na over hoe heftig het was. Hoe dat niet hoorde en dat dat eigenlijk anders moest voor mij.'

Kind blijven

Het is vanzelfsprekend een angstige periode voor Naya en haar familie. Maar als kind probeert zij dat op een zijspoor te zetten: 'Ik was wel bang, maar ik probeerde mijn ogen ervoor te sluiten. Ik probeerde er niet te veel over na te denken, want ik was een kind en probeerde een kind te blijven. Ik probeerde het te negeren.'
Voor de Nationale Kinderherdenking heeft zij toch enkele herinneringen op papier gezet. In een brief geeft ze een klein inkijkje: 'Haastig renden mijn moeder en ik de bakker in. Ik hoorde de soldaten schieten. De bakker zei dat er al negen mensen waren neergeschoten. Daarna vroeg hij ons om ver van de deur te staan. Want hij was bang dat een kogel ons zou raken. (...) Tranen vulden mijn ogen. Ik begon te huilen. Ik wilde niet aan de oorlog denken. Ik wilde gewoon een broodje bij de bakker eten.'

Overlevingsstand

Het is een soort van automatisme van een kind in de overlevingsstand. 'Je wilt niet weten, je wilt niet zien dat er mensen worden neergeschoten op straat. Je wil daar niet aan denken. Je wil gewoon in de positie zijn dat jij een kind bent. Dus dan ga je je ook zo gedragen.'
Hier in Nederland hoeft ze zich daar gelukkig niet mee bezig te houden. En door haar gedrag heeft zij niet echt het gevoel dat haar kindertijd haar is ontnomen: 'Doordat ik zo deed, dat heeft mij wel geholpen. En ik had gewoon eten. Wij leefden niet op straat. Dus ik had het nog wel goed, terwijl andere kinderen dat niet altijd hadden.'

Lockdown

In Syrië maakte ze als klein kind ook al mee wat het was om in lockdown te zitten. Maar de vergelijking met de lockdown in Nederland tijdens de coronacrisis gaat wat haar betreft niet op: 'Ik vond het raar, vooral met dat hamsteren. Iedereen ging hamsteren, maar dat was eigenlijk niet nodig. Toen was er oorlog, je mocht helemaal niet naar buiten. Toen begreep ik dat er werd gehamsterd, maar hier vond ik het echt raar. Het is een ander soort lockdown.'
Dinsdag is het de zesde keer dat de Nationale Kinderherdenking plaatsvindt in Madurodam. George Maduro, de naamgever van de Nederlandse miniatuurstad, was een van de verzetsstrijders die de Tweede Wereldoorlog niet overleefde. Hij werd twee keer door de Duitsers vastgezet in het Oranjehotel, de bijnaam voor de Scheveningse gevangenis.

Oranjehotel

Tijdens het bezoek aan het gevangeniscomplex, even verderop, vertelt Naya onder de indruk te zijn: 'Ik denk aan hoe erg het moet zijn geweest in die tijd. Ik zag de tekeningen en teksten op de muur. Hoeveel pijn die mensen hebben geleden.'
Sinds haar komst naar Nederland staat Naya ook altijd twee minuten stil tijdens de Dodenherdenking op 4 mei. Want zij vindt het belangrijk om de slachtoffers te herdenken: 'Je moet toch niet vergeten dat zoiets is gebeurd. Je moet er stil bij blijven staan en denken: ik zou hier niet zijn als zij niet hadden gestreden voor mij.'