Ministerie: Westland ontkomt niet aan islamitische school

Lerares op islamitische school
Lerares op islamitische school © ANP
WESTLAND - Westland zal toch echt een islamitische school moeten opnemen in het Plan van Scholen 2022-2025. Dat heeft het ministerie van Onderwijs laten weten, meldt mediapartner WOS. Er is al jaren discussie over de oprichting van een islamitische school in de gemeente.
Dat scholenplan moet de gemeenteraad vóór 1 augustus vaststellen. Er moet bijna een half miljoen euro in de komende begroting worden opgenomen om de school in augustus volgend jaar te laten beginnen. Maandag 17 mei buigt de raadscommissie Maatschappelijke Omgeving zich daarom over het door het college opgestelde Plan van Scholen met daarin een school van de stichting Yunus Emre.
Dat is een garantie voor politieke ophef, want de afgelopen twee jaar heeft een meerderheid van de gemeenteraad - door de opstelling van drie lokale partijen - geweigerd het scholenplan vast te stellen. Met als gevolg ingrijpen door de minister van Onderwijs en uitspraken van de Raad van State. De minister zal weer ingrijpen als de raad opnieuw het plan niet vaststelt, zo heeft het ministerie aangekondigd.

Kosten: 450.000 euro

Het college van B en W gaat er vanuit dat de islamitische school zal starten in een bestaande accommodatie. Die moet dan waarschijnlijk worden opgeknapt of aangepast. Ook moet er gezorgd worden voor leermiddelen. Geschatte kosten: 450.000 euro. Een al in 2019 voorgestelde reservering is door toedoen van Westland Verstandig, GBW en LPF destijds uit de begroting geschrapt.
De verwachting is dat de school start met vijf groepen en in de jaren daarna doorgroeit tot een volwaardige school. Waar de school moet komen, is nog onduidelijk.

Voet aan de grond

Yunus Emre probeert sinds 2016 voet aan de grond in Westland te krijgen. De gemeenteraad ging in dat jaar wèl akkoord, al was het met de kleinst mogelijke meerderheid. Maar toenmalig staatssecretaris Dekker van Onderwijs wees de aanvraag af, omdat hij de leerlingenprognose niet aannemelijk achtte. Yunus Emre stapte naar de Raad van State, die in 2018 minister Slob opdracht gaf de afwijzing beter te onderbouwen. Slob bleef echter bij de afwijzing, waarna Yunus Emre opnieuw naar de Raad van State stapte.
Inmiddels had de stichting in 2018 een nieuwe aanvraag bij de gemeente ingediend, maar na de raadsverkiezingen dat jaar waaide er een andere politieke wind. De drie lokale partijen haalden samen de meerderheid, al kwam alleen de LPF in het college van B en W. Dat wees die nieuwe aanvraag af vanwege de leerlingenprognose. De raad, met de opstelling van de minister in het achterhoofd, steunde die beslissing unaniem.

'Leerlingaantal wordt wel gehaald'

Maar de Raad van State dacht er anders over. In tegenstelling tot minister Slob oordeelde die in april 2019 dat het wèl aannemelijk is dat de school het vereiste minimaal aantal leerlingen zal halen, zodat de (rijks)overheid de school volgens de wet moet bekostigen. Die uitspraak zorgt nu al twee jaar voor tweespalt in de gemeenteraad. Het college zag zich namelijk in dat jaar genoodzaakt om de raad voor te stellen de islamitische school op te nemen in het Plan van Scholen 2020-2023. Het hoogste rechtscollege had immers gesproken.
Maar daar voelden de drie lokale fracties niets voor. Ze zeiden niet iets te kunnen en willen vaststellen waar ze tegen zijn. Hoewel alle andere fracties vóór stemden, kwam er dus geen Plan van Scholen. Wettelijk moet de raad een plan vaststellen als een nieuwe school zich aandient en aan de eisen voldoet. Daarom zag burgemeester Arends zich genoodzaakt minister Slob te wijzen op de zogeheten taakverwaarlozing van de raad. De minister besloot het Plan van Scholen 2020-2023 zelf vast te stellen, mét daarin Yunus Emre.

Staatsrechtelijk belachelijk

Zeer tegen de zin van de andere fracties, die vinden dat Westland zich staatsrechtelijk belachelijk maakt, gingen Westland Verstandig, GBW en LPF (en dus formeel de gemeenteraad) hiertegen weer in beroep bij de Raad van State. Ze vonden daar vorig jaar tot twee keer toe geen gehoor. Ook het scholenplan 2021-2024 werd vorig jaar door minister Slob vastgesteld in plaats van door de gemeenteraad. Ook daar is beroep tegen aangetekend.
Dat beroep zou op 23 april bij de Raad van State dienen, maar bleek niet nodig. Niet alleen had het college de aanvraag van Yunus Emre voor 2021 niet in behandeling genomen, omdat het te laat was ingediend, ook is duidelijk dat er per 1 augustus geen accommodatie beschikbaar is. Overigens heeft Yunus Emre tegen dat besluit van het college formeel bezwaar aangetekend en dat wordt volgens planning op 12 mei door de gemeentelijke commissie bezwaarschriften behandeld.

Laatste keer

Er ligt nu dus een Plan van Scholen 2022-2025, met daarin een op tijd ingediend verzoek van Yunus Emre. Het is overigens de laatste keer dat de raad (vóór 1 augustus) een dergelijk plan moet vaststellen. Na een wetswijziging moeten voortaan personen of organisaties die een school willen beginnen de aanvraag niet meer bij de gemeente indienen, maar bij de minister. De onderwijsinspectie beoordeelt dan de aanvraag. De wijziging geldt nog niet voor de scholen die volgend jaar willen beginnen.
De rol van de gemeente is in de nieuwe regeling niet helemaal uitgespeeld. Een initiatiefnemer moet namelijk kunnen aantonen dat er over de vestiging van een nieuwe school overleg is gevoerd met de gemeente en met de al bestaande scholenkoepels. Als blijkt dat de wensen gerealiseerd kunnen worden binnen een bestaande school of scholen, zal de minister geen goedkeuring verlenen.