Vier jaar lang graven onderzoeken: 'Dood geeft betekenis aan het leven'

Arjan Louwen aan het werk bij een opgraving | Foto Omroep West
Arjan Louwen aan het werk bij een opgraving | Foto Omroep West
LEIDSCHENDAM-VOORBURG - Arjan Louwen (35) uit Leidschendam mag zichzelf donderdag doctor in de archeologie noemen. De Leidschendammer deed voor de Universiteit Leiden vier jaar lang onderzoek naar hoe mensen in de tijdsperiode 1300 tot 400 voor Christus hun geliefden begroeven. 'Het voelt alsof ik deze mensen leerde kennen.'
'Begravingen uit die tijd werden tot voor kort als niet spectaculair gezien', vertelt Louwen. 'Vaak vonden onderzoekers in een urn wat crematieresten terug. De graven werden gezien als simpel. Er zijn er heel veel van teruggevonden.’ Dat kwam goed uit voor Louwen, die in de archieven dook om zoveel mogelijk details in zich op te nemen. 'Door met een frisse blik te kijken, hoopte ik nieuwe ontdekkingen te doen.' Het is de eerste keer dat er op zo'n grote schaal naar deze grafvelden is gekeken.
Een van de dingen die opviel was dat mensen in die tijd hun geliefde in de eerste instantie cremeerden op een brandstapel. 'Het waren een beetje praktijken zoals in het moderne India. Zo’n brandstapel kon uren branden. Er is bijvoorbeeld twee uur voor nodig om een lichaam volledig te verbranden. Daarna kan het nog een uur of zes duren voordat de brandstapel uitgesmeuld is', zegt Louwen. Het is volgens de archeoloog aannemelijk dat de achterblijvers al die tijd bij de brandstapel bleven wachten.
Archeoloog Arjan aan het werk bij een opgraving.
Archeoloog Arjan aan het werk bij een opgraving.

Band met het land

De crematieresten werden bewaard in bijvoorbeeld een urn of in een doek. 'Daarna was er ook een begrafenis', vertelt Louwen. De asresten werden – soms na jaren – alsnog begraven. Een verklaring daarvoor is de band die mensen toen voelden met het land. 'In die tijd leefde het idee dat je toebehoort aan het land. Mensen werden letterlijk verankerd in het landschap.'
Ook opvallend was dat er soms as van meerdere mensen in één urn werd teruggevonden. 'Het lijkt erop dat mensen in die gevallen wachtten tot het setje compleet was', zegt Louwen daarover. Als de as van verschillende bloedverwanten was verzameld, volgde naar alle waarschijnlijkheid de begrafenis voor de hele familie.'

Een feestje voor de levenden

Aan de start van zijn onderzoek, dacht Louwen dat hij bij zijn eigen overlijden begraven zou willen worden. 'Langzaamaan denk ik daar anders over', zegt hij. 'Dood geeft betekenis aan het leven. Het gaat juist om de levenden. Die hebben een lege plek aan de tafel. Zij moeten het doen op een manier die voor hen betekenis heeft.'
Na vier jaar lang begrafenissen onderzoeken, is het nu tijd voor een promotiefeestje. 'Ik ben natuurlijk blij en trots dat ik promoveer', zegt Louwen. 'Maar ik geef niet echt om een titel.' Officieel wonen er nu twee 'dokters' in huize Louwen. De vrouw van Arjan is huisarts. ‘Zij is nog altijd de échte dokter in thuis.’