Kweker moet woonunits voor 78 arbeidsmigranten toch slopen

De woonunits bij Knoppert werden in 2012 geplaatst.
De woonunits bij Knoppert werden in 2012 geplaatst. © WOS Media
DEN HAAG - De Haagse Amarylliskweker J.W. Knoppert en Zonen heeft tot 1 februari 2022 de tijd gekregen om de vier woonunits voor arbeidsmigranten op zijn grond te slopen. Die uitspraak deed de Raad van State woensdag in het hoger beroep van de bloemenkweker. Doet hij dat niet, dan kan hij per woonunit een dwangsom opgelegd krijgen die kan oplopen tot in de honderdduizenden euro's.
Knoppert heeft op zijn grond vier woonunits staan waar in totaal 78 arbeidsmigranten in wonen. Daarvoor kreeg hij in 2012 een vergunning voor vijf jaar. Bij een verlengingsaanvraag in 2017 werd hij geweigerd, omdat de gemeente de regels voor woonunits sindsdien had aangepast.
In 2019 oordeelde de rechter al dat de gemeente Knoppert kan dwingen om de woonunits te verwijderen. Daarom stapte Knoppert opnieuw naar de Raad van State, die dus uitspraak deed. Met de uitspraak van de Raad van State heeft Knoppert weinig winst behaald.

Overeenkomst tussen gemeente en provincie laatste optie

De dwangsommen blijven nog altijd van kracht als hij de units niet binnen de afgesproken termijn sloopt. De enige andere oplossing is dat de gemeente Westland en de provincie Zuid-Holland een overeenkomst weten te sluiten over arbeidsmigrantenhuisvesting op agrarische bedrijven.
De gemeente verwacht dat de provincie komend najaar met randvoorwaarden komt over die huisvesting. Dan is het nog de vraag of Knoppert alsnog vergunning kan verkrijgen voor de units aan de Bloemenlaan, Monsterseweg en de Berckenrodelaan.