'Den Haag schiet tekort in zak- en kleedgeld voor jongeren die niet meer thuis wonen'

Foto ter illustratie
Foto ter illustratie © ANP
DEN HAAG - Jongeren die niet meer thuis kunnen wonen ontvangen vaak geen zak- en kleedgeld, zo blijkt uit een rapport van de Kinderombudsman en de Jeugdombudsman Den Haag. Daarom pleiten zij er nu voor dat gemeenten en instanties dit 'hardnekkige' probleem gaan aanpakken. 'Deze basisvoorzieningen zijn voor hen noodzakelijk om mee te kunnen doen in de samenleving', zegt Kinderombudsman Margrite Kalverboer.
Het probleem is niet nieuw, laten de ombudsmannen weten. Instanties en gemeenten zijn al zeker vier jaar bekend met de problemen waarmee de jongeren kampen. Naar aanleiding van het verhaal van de 15-jarige Maya uit Den Haag hebben de ombudsmannen daarom hun rapport 'Wie geeft mij(n) zak- en kleedgeld' geschreven.
Maya woont in een logeerhuis in Den Haag voor kinderen die niet meer thuis kunnen wonen. Daar krijgt ze, ondanks dat ze daar wel recht op heeft, geen zak- en kleedgeld. De instanties die haar daarbij moeten helpen geven niet thuis, waardoor Maya bij de Jeugdombudsman aan heeft geklopt.

Gemeente voldoet niet aan zorgplicht

Zo weet Maya niet waar ze terecht kan voor informatie over hoe ze dat zak- en kleedgeld alsnog kan krijgen. Hierdoor kan ze geen toiletspullen, kleding of schoolspullen kopen. Ook kan ze niet naar haar vrienden in Rotterdam, omdat het openbaar vervoer voor haar te duur is. Haar ouders zijn niet in beeld. De jeugdombudsman maakte samen met de kinderombudsman werk van de zaak en begon een onderzoek.
De resultaten uit dat onderzoek zijn niet mals. 'Gebleken is dat de gemeente (nog) niet voldoet aan haar financiële zorgplicht op grond van de Jeugdwet en dat de instellingen er niet samen met de gemeente voor hebben gezorgd dat de afspraken er kwamen en in ieder geval een oplossing voor Maya', staat er in de conclusies uit het rapport.

Halfslachtige afspraken

Kinderombudsman Kalverboer benadrukt de noodzaak van het regelen van zak- en kleedgeld voor deze kwetsbare jongeren. 'Alle kinderen hebben recht op ontwikkeling en een adequate levensstandaard. Kinderen die onder toezicht zijn gesteld of onder voogdij staan en in een instelling wonen, hebben het op veel fronten minder makkelijk dan kinderen die thuis opgroeien. Goed geregelde basisvoorzieningen zoals zak- en kleedgeld zijn voor hen noodzakelijk om mee te kunnen doen in de samenleving.'
De oplossing die het rapport aandraagt is simpel: er moeten betere en heldere afspraken worden gemaakt. Dat is in het verleden ook al gebeurd, maar daar kwam volgens de ombudsmannen weinig van terecht: 'In 2017 stelden VNG, Jeugdzorg Nederland, VGN en GGZ Nederland een handreiking op waardoor zak- en kleedgeld beter geregeld moest worden.'

Snel verandering in brengen

'Helaas is dat tot op de dag van vandaag nog niet overal het geval', vervolgen de ombudsmannen. 'De afspraken komen niet of halfslachtig tot stand en verschillen per regio waardoor er alsnog ruis ontstaat over de vraag wie het zak- en kleedgeld betaalt en wie het vergoedt', schrijven ze.
'Uit terugkerende klachten blijkt dat dit zak- en kleedgeld nog altijd niet goed geregeld is en dat er grote regionale verschillen zijn. Daar moeten we ook in Den Haag snel verandering in brengen', zegt Yvette Nass, Jeugdombudsman Den Haag & Leidschendam-Voorburg.