Onderzoek: Haagse politiek weet niet waar geld voor jeugdzorg precies aan wordt besteed

DEN HAAG - De kosten voor de jeugdzorg in Den Haag zijn de afgelopen jaren fors toegenomen. In 2015 gaf de gemeente daaraan nog 82 miljoen euro uit, in 2019 was dat 137 miljoen. Dat is een stijging van 66 procent. Dit terwijl de gemeenteraad niet goed op de hoogte wordt gesteld van de reden van die stijging. Ook worden de resultaten van de geleverde zorg niet goed geregistreerd. 'De kostenstijgingen van de afgelopen jaren zijn daardoor voor de gemeenteraad te veel een black box', constateert de Rekenkamer Den Haag in een rapport dat donderdag verschijnt.
De gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdzorg. Maar uit eerder onderzoek blijkt dat zij daaraan in de praktijk vaak veel meer uitgeven dan ze van het Rijk krijgen. Daarom kampt een op de vijf gemeenten in ons land met forse tekorten.
De gemeenten sloegen daarom in het verleden al een aantal keer alarm. Zoals in 2019 toen ze duidelijk maakten dat de tekorten ertoe zouden leiden dat jongeren met problemen hiervan de dupe zouden worden. Ook dreigen als gevolg van de tekorten langere wachtlijsten in de jeugdzorg, meer overlast in wijken en bezuinigingen op bijvoorbeeld cultuur en tal van andere voorzieningen. Het kabinet stelde in mei van dat jaar 350 miljoen euro extra beschikbaar voor de jeugdzorg in 2019 en voor de drie jaar daarna jaarlijks nog eens 190 miljoen.
Geen greep op de zorg
Die problemen met de oplopende kosten spelen ook in en rond Den Haag. Volgens het bureau dat namens tien gemeenten in de regio jeugdzorg inkoopt bij instellingen, werden in 2018 de budgetten met twintig procent overschreden. Daarnaast ervaren raadsleden weinig invloed te hebben op de jeugdzorg, wordt duidelijk. Acht van de tien politici zeggen dat ze geen greep hebben op de jeugdzorg. Dat komt onder meer door de grote hoeveelheid aan informatie en omdat het om ingewikkelde systemen gaat.
Uit onderzoek van de rekenkamer blijkt nu dat het stadsbestuur duidelijker moet maken waaraan dat geld wordt besteed. 'De rapportages aan de gemeenteraad zijn ontoereikend', aldus de voorzitter van de Rekenkamer Den Haag, Manus Twisk, in een toelichting op het rapport. 'Die bieden de raad onvoldoende inzicht in de stijging van de kosten en waar dat precies aan ligt.'
Wie doorverwijst, is niet duidelijk
Een van de belangrijke punten waarin de raad nu geen inzicht heeft, is wie of welke instanties de jongeren doorverwijst naar de jeugdzorg: reclassering, huisartsen of wijkteams van de gemeente zelf. Dit terwijl die informatie wel belangrijk is om te kunnen beoordelen of de toename van de kosten noodzakelijk is en om na te gaan of er mogelijkheden zijn om de stijging van de kosten te verminderen.
De stijging van de kosten in Den Haag komt vooral omdat meer jongeren hulp krijgen, blijkt uit het onderzoek. Ook nemen de kosten voor de hulp zelf toe. De rekenkamer vindt dat het gemeentebestuur van Den Haag de raad beter moet informeren. Op die manier moet de politiek meer mogelijkheden krijgen om de kosten te beheersen. Ook moet meer inzichtelijk worden gemaakt of de hulp die wordt geboden ook echt helpt.
Gemeente: wij doen ons best
De gemeente Den Haag laat in een reactie weten al sinds 2018 maatregelen te hebben genomen om de kosten van de jeugdzorg beter in de greep te krijgen. Zo is toen een speciale 'taskforce' in het leven geroepen om die te kunnen beheersen.
Verder zegt de woordvoerder van wethouder Kavita Parbhudayal (VVD, zorg) dat zij het belangrijk vindt om de raad goed te informeren. Dat gebeurt ook een paar keer per jaar. Wel is met de gemeenteraad in 2019 afgesproken dat er twee soorten rapporten komen. Eens per half jaar wat summier, eens per jaar meer uitgebreid. 'Dat neemt niet weg dat de wijze van rapporteren altijd voor verbetering vatbaar is en daarom nemen wij de aanbevelingen van de Rekenkamer graag over.'
Informatie van het Rijk was slecht
Wel is er ook een kanttekening, aldus de woordvoerder. 'We moeten ons realiseren dat de gemeenten in 2015 verantwoordelijk zijn geworden voor alle jeugdhulp. De overdracht dat jaar van Rijk naar gemeenten ging echter gepaard met onvolledige data en systemen. In die overgangsfase lag onze focus dan ook vooral op het waarborgen van de benodigde zorg aan jeugdigen. Inmiddels zijn wij zes jaar verder en zetten met de tien samenwerkende gemeenten in de regio Haaglanden flinke stappen naar een jeugdstelsel dat gezinnen helpt en financieel beter houdbaar is.'
Dit najaar worden daarvoor plannen gepresenteerd. Daarin staan voorstellen voor 'scherpere keuzes en een doelmatiger uitvoering'. De woordvoerder: 'De uitgaven aan de jeugdhulp moeten beheersbaar zijn, er moet effectieve zorg beschikbaar zijn voor kinderen en gezinnen die dat nodig hebben.'
Uit een ander onderzoek van de Rekenkamer blijkt dat Den Haag niet alleen staat in de stijging van de kosten. In de tien gemeenten in de regio die samenwerken op het gebied van jeugdzorg, namen die tussen 2015 en 2019 met bijna 110 miljoen euro toe. Iets meer dan twaalf procent van de jongeren in dit gebied kreeg zorg. Ook hier blijkt dat vooral de stijging van het aantal jeugdigen dat hulp nodig heeft, verantwoordelijk is voor de toegenomen kosten. Vooral de gemeenteraden van Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Voorschoten, Wassenaar, Westland en Zoetermeer hebben voor de jeugdzorg steeds meer geld beschikbaar moeten stellen. Geen van de tien gemeenten heeft volledig zicht op de oorzaken van de kostenstijging.