Hart voor Den Haag: wethouders minder in dienstauto

© ANP
DEN HAAG - Het Haagse stadsbestuur moet minder gebruik maken van de dienstauto van de gemeente. Bovendien moeten de coalitiepartijen hun achterban oproepen om de auto in de ban te doen. Dat staat in een voorstel dat de grootste partij in de Haagse gemeenteraad, Hart voor Den Haag, donderdag gaat indienen.
'Als bakfietsfanaten met auto-inleverdagen doen wat ze prediken, scheelt dat duizenden auto's. Bovendien wordt het vinden van een parkeerplekje voor mensen die wel gebruik maken van de auto, weer wat eenvoudiger', aldus de raadsleden Richard de Mos en Jelle Meinisz.
De Haagse gemeenteraad praat donderdag over de parkeerplannen van het stadsbestuur. Hart voor Den Haag is het totaal niet eens met de plannen. Sterker: de partij verwijt het huidige stadsbestuur een auto-onvriendelijk beleid te voeren. 'Jarenlang D66-beleid heeft gezorgd voor wegversmallingen, uitbreiding van betaald parkeren, pollerellende, een tekort aan parkeerplaatsen, killen van geplande parkeergarages, omrijden en Den Haag als filehoofdstad numero uno', aldus de raadsleden.

Goede voorbeeld geven

Zij vinden dat het stadsbestuur en de partijen die het beleid steunen nu zelf het goede voorbeeld moeten geven. Dat betekent dat de wethouders zo min mogelijk in een dienstauto moeten stappen. Dat is ook nog eens goed voor de gemeentelijke begroting, aldus De Mos en Meinesz.
Daarnaast moeten de coalitiepartijen VVD, D66, GroenLinks, PvdA en CDA hun achterban oproepen de auto te laten staan. Die partijen zouden goed zijn voor vijfduizend leden. 'Als die de eigen auto nou eens zouden inleveren, heeft autominnend Den Haag, dat stevig baalt van alle maatregelen tegen de trouwe vierwieler, weer de ruimte om door te rijden op de dichtgeslibde wegen.'

Meer parkeerplaatsen aanleggen

Volgens Hart voor Den Haag is er in grote delen van Den Haag een groot tekort aan parkeerplaatsen. Dit terwijl er wel plek zou zijn. De partij komt daarom ook met een eigen plan om tussen 2022 en 2026 vele duizenden parkeerplaatsen aan te leggen, zowel boven- als ondergronds.
Daarmee moet worden begonnen in wijken waar die het hardst nodig zijn. Dat is een hele opgave, omdat er in wijken waar een tekort aan parkeerplaatsen is, meestal ook ruimtegebrek is. 'Het vinden van parkeeroplossingen behoeft dus slim nadenken en inpassen’, aldus Meinesz. ‘Wij denken dan aan schuinparkeren, het (tijdelijk) benutten van braakliggende niet gebruikte parkeerterreinen en tijdens wijkschouwen samen met bewoners bepalen waar extra parkeerplaatsen kunnen komen.'