Rechter beslecht kappersruzie in Leiden: Promise1 mag naam niet meer gebruiken

De kappers die op 230 meter afstand van elkaar zijn gevestigd, vliegen elkaar al een tijdje in de haren. Volgens de 23-jarige eigenaresse van Promise, die het kort geding startte, verliest ze veel inkomsten doordat nieuwkomer Promise1 dezelfde naam gebruikt. Ze was ten einde raad toen bleek dat haar oud-collega's een nieuwe zaak opende met dezelfde naam.

Binnenkort mag dat niet meer van de rechter. De beslissing is echter voorlopig, omdat het om een kort geding gaat. Een volledige gerechtelijke procedure moet uitwijzen of het besluit definitief wordt.

De eigenares van Promise werkte al meerdere jaren als kapster bij Promise, dat toen nog in handen was van degene waar ze nu tegenover in de rechtbank stond. De eigenares van de nieuwe zaak Promise1 was namelijk eerst eigenaar van Promise aan de Breestraat.

Op 29 februari 2020 nam de huidige eigenares van Promise de kapperszaak - inclusief naam - over van de eigenaar van de later geopende kapperszaak Promise1. Door na de overname op slechts drie minuten loopafstand een nieuwe kapperszaak te starten, met precies dezelfde handelsnaam, alleen met het cijfer 1 erachter, heeft de eigenares van Promise1 'onvermijdelijk verwarring veroorzaakt bij het publiek', stelt de rechter.

De eigenares van Promise1 heeft er volgens de rechter ook op andere manieren opzettelijk voor gezorgd dat klanten geen onderscheid kunnen maken tussen de beide kapperszaken. 'Zo heeft zij bijvoorbeeld met een poster en haar Instagramaccount gewezen op een 'nieuwe locatie' van Kapsalon Promise en heeft zij de vervoerder van de shuttlebussen in het centrum van Leiden laten weten dat Kapsalon Promise van locatie is veranderd.'

De verliezende partij, kapsalon Promise1, moet ook ruim 6.000 euro aan proceskosten betalen aan kapsalon Promise.

Daarmee heeft Kawin, die meerdere jaren als kapster werkte voor degene waar ze nu tegenover in de rechtbank stond, het klantenbestand van haar kapperszaak aan de Breestraat zien halveren, terwijl zij voor die kapperszaak 40.000 euro heeft betaald, aan eigenares die dus later weer een eigen kapperszaak begon.

De eigenares van Promise1 eiste in het kort geding juist dat kapsalon Promise van naam moest veranderen. Dat zou zijn afgesproken toen de zaak werd overgenomen, maar daarvoor is volgens de rechter geen bewijs.

Met de uitspraak is de kous echter nog niet af. Zo bleek uit het kort geding dat de winnaar ervan binnenkort nog een rechtszaak staat te wachten. De naam 'Promise' is namelijk in eerste instantie in handen van een landelijk vennootschap, die meerdere kapperszaken heeft in het noorden van Nederland. De vorige eigenaar van Promise (nu dus eigenaar van Promise1) had destijds toestemming om de handelsnaam te gebruiken.

Na de verkoop kreeg de nieuwe eigenares echter geen toestemming om de naam te gebruiken. Volgens de landelijke vennootschap was afgesproken dat Kawin de naam zo snel mogelijk zou veranderen. 'Tot op heden heeft zij dit geweigerd', schrijft het vennootschap. 'Wij zullen binnenkort ook een rechtszaak starten tegen kapsalon Promise in verband met het onrechtmatig gebruik van onze handelsnaam', zo luidt de waarschuwing van het vennootschap. Volgens de rechter belet dat voorlopig niet om de kapster nu in het gelijk te stellen.