Kans dat verdachten van dood Carlo in Nederland worden berecht lijkt klein

DEN HAAG - De advocaat van één van de Nederlanders die worden verdacht van de zware mishandeling van de 27-jarige Carlo uit Waddinxveen pleitte er afgelopen maandag voor: laat de betrokkenen verschijnen voor een Nederlandse rechtbank. Makkelijker voor iedereen, omdat zowel de slachtoffers als de verdachten uit Nederland komen. Maar zal het zover komen?
Carlo en vier van zijn vrienden werden vorige week woensdagnacht aangevallen op de boulevard van S'Arenal, buiten Palma de Mallorca. Carlo overleed zondag in het ziekenhuis aan zijn verwondingen, de vier vrienden overleefden de aanval. De aanvallers zijn dertien jonge Nederlanders, afkomstig uit Het Gooi. Twee van hen hebben zich inmiddels gemeld bij de politie in Nederland. De Spaanse politie kon negen betrokkenen achterhalen op basis van camerabeelden, en één van die negen werd vrijdag aangehouden. Hij werd later weer vrijgelaten omdat hij geen geweld heeft gebruikt tegen Carlo.
De advocaat van één van de twee verdachten die zich heeft gemeld, pleit dus voor een rechtszaak in Nederland. Maar de kans dat het zover komt is klein. 'Het is belangrijk wat Spanje er zelf van denkt', zegt een woordvoerder van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie. 'In theorie is overdracht van strafvervolging mogelijk, maar dat gebeurt niet zo vaak. Het gebeurt vaker dat de zaak wordt afgehandeld in het land waar het misdrijf is gepleegd. Dat wil Nederland zelf ook als het hier zou gebeuren.'
Verzoek om aanhouding
Een verzoek om hulp van de Spaanse politie is in Nederland nog niet binnen, aldus het OM. Volgens een krant op Mallorca zou het verzoek woensdag worden verstuurd, en wordt daarin ook gevraagd om de arrestatie van de acht verdachten die zijn geïdentificeerd op basis van camerabeelden. Volgens de krant hebben één of twee van de verdachten Carlo tegen zijn hoofd geschopt toen hij al op de grond lag, en heeft de politie een vrij duidelijk beeld van wie verder wat heeft gedaan tijdens de geweldsexplosie tegen Carlo en zijn vrienden.
Een internationaal hulpverzoek gebeurt in de vorm van een Europees Onderzoeksbevel (EOB). Dat is een standaardformulier dat moet worden aangeleverd in het Nederlands, met daarin omschreven wat de Spaanse politie voor assistentie wil van de Nederlandse collega's. De politie hier is verplicht om de gevraagde hulp binnen 90 dagen te geven, bijvoorbeeld bij de aanhouding en het verhoor van de verdachten.
Overlevering
Justitie in Spanje kan ook vragen om de overlevering van de verdachten, zo heet uitlevering als het tussen twee EU-lidstaten gebeurt. Dat begint met een Europees arrestatiebevel. Het overleveringsverzoek wordt vervolgens getoetst door de rechtbank in Amsterdam. Een verdachte kan niet in beroep tegen de beslissing. De procedure neemt ongeveer twee maanden in beslag.
Mocht het ooit tot een veroordeling komen dan is er nog de mogelijkheid dat de verdachten een deel van hun straf in Nederland kunnen uitzitten. Omdat de zaak speelt in een ander EU-land hebben ze daar zelf geen inspraak in, alleen de beide overheden moeten er akkoord mee gaan. Sinds 2012 geldt dat een straf die je krijgt in een ander EU-land niet meer wordt 'omgezet' naar Nederlandse maatstaven. Mocht er ooit worden besloten dat de verdachten een deel van hun straf in Nederland kunnen uitzitten dan betekent dat dus niet dat ze misschien eerder vrijkomen.
Correspondent Rop Zoutberg sprak in het TV West Nieuws met een ooggetuige van de aanval op Carlo:
Ooggetuige over de fatale mishandeling van Carlo op Mallorca