Archeologen beginnen onderzoek in Nieuwe Kerk: 'We hopen de resten van rijke Delftenaren te vinden'

Deze week mochten de archeologen dan eindelijk beginnen met het onderzoek rondom de grafkelder van de Oranjes. De Delftse stadsarcheoloog Steven Jongma keek maandag met grote belangstelling naar de start van het graafwerk, dat wordt uitgevoerd door archeologisch onderzoeksbureau ADC. De grafzerken en een onderliggende betonlaag zijn inmiddels verwijderd, waardoor de zandlaag met stoffelijke resten van rijke Delftenaren open ligt. 'Met de graafmachine gaan we nu laagje voor laagje de verschillende zandlagen proberen af te graven tot het moment dat we een grafkelder of resten tegen komen', legt Jongma uit tegenover mediapartner Omroep Delft.

De opgraving is zo veel mogelijk afgeschermd van het publiek, maar bezoekers van de kerk kunnen met kijkgaten wel meekijken met het proces. 'Er is een houten bouwwerk om de opgraving heen gebouwd, zodat we de rest van de kerk kunnen beschermen. Daarnaast mogen we bij de opgraving alleen met elektrische graafmachines aan de slag, gassen en andere stoffen kunnen allemaal schadelijk zijn voor het gebouw', gaat de stadsarcheoloog verder over de opgraving.

Het onderzoek gaat nog maanden duren volgens de archeologen. Het werk in de kerk moet bijzonder zorgvuldig worden uitgevoerd, juist omdat de stoffelijke resten in een zandlaag zijn begraven. 'We moeten dus echt als archeologisch cliché met de spatels en kwastjes aan de slag. Dat gebeurt eigenlijk nooit in Nederland, omdat we doorgaans te maken hebben met hele stevige kleilagen', legt Jongma uit over de werkzaamheden in de Kerk.

De archeologen hebbende hoop dat de resten worden gevonden van welgestelde mensen uit Delft in de middeleeuwen en in de tijd van de opstand, maar weten nog niet wat daarvan over is. 'We graven natuurlijk direct naast waar ooit het katholieke altaar heeft gestaan, daar werden alleen de echt rijke Delftenaren begraven. Die wilden namelijk zo dicht mogelijk bij het altaar een graf hebben. Hetzelfde geldt voor na de reformatie, toen werd het altaar namelijk vervangen door het graf van Willem van Oranje', gaat Jongma verder. 'Daarna wilden de rijke Delftenaar natuurlijk nog steeds dichtbij de vorst begraven worden.'

Voorafgaand aan de opgraving werd, om erachter te komen wie er mogelijk zou kunnen liggen, al flink wat onderzoek uitgevoerd. Zo werd er archiefonderzoek gedaan, om zo achter de naam te komen van de rijkelui die er mogelijk zouden liggen. Nu kan dat worden uitgesloten door verschillend onderzoek. 'We gaan echt met hoogwaardig onderzoek aan de slag. Zo gaan we met DNA-onderzoek bezig, maar gaan we ook de herkomst van de resten proberen te bepalen. Op die manier willen we erachter komen wie er nu precies heeft gelegen', zegt Jongma.

Het onderzoek zal nog lang duren. Volgens Jongma is dit namelijk nog maar het begin van een lang proces. 'Nadat we hier onze werkzaamheden afronden, gaan we in september verder met alles sorteren en categoriseren. Dan wordt het vervolgens verwerkt en kunnen we daadwerkelijk gaan onderzoeken wat we precies hebben gevonden', legt de Delftse stadsarcheoloog uit. Het volledige onderzoek wordt volgens Jongma over twee jaar pas echt afgerond. Het graafwerk stopt uiterlijk eind september.