Koningspaar krijgt rondleiding in gloednieuw cultuurpaleis Amare

Koning Willem-Alexander en koningin Máxima
Koning Willem-Alexander en koningin Máxima © ANP
DEN HAAG - Koning Willem-Alexander en koningin Máxima zijn aanwezig zijn bij de feestelijke overdracht van het nieuwe cultuurcomplex Amare. Dat heeft de Rijksvoorlichtingsdienst dinsdag bekendgemaakt. Tijdens die bijeenkomst op donderdagavond 2 september draagt de gemeente Den Haag Amare officieel over aan de 'bewoners': Nederlands Dans Theater (NDT), het Residentie Orkest, het Koninklijk Conservatorium en Stichting Amare.
De koning en koningin krijgen tijdens hun bezoek een rondleiding door Amare. Zij gaan dan ook verschillende repetities bijwonen. Daarna is het paar aanwezig bij het feestelijke programma, met nieuw werk gecomponeerd door studenten van het Koninklijk Conservatorium en uitgevoerd door het Residentie Orkest onder leiding van chef-dirigent Anja Bihlmaier. De uitvoering vindt plaats in combinatie met een timelapse-video over de bouw van Amare.
Verder zijn er toespraken van de projectdirecteur van bouwcombinatie Cadanz, wethouder Anne Mulder en Sven Arne Tepl namens de instellingen die gebruik gaan maken van Amare. Het grote publiek kan het weekeinde daarna tijdens het UIT Festival kennismaken met Amare. Dan zijn er rondleidingen en inspeelvoorstellingen. In november opent Amare officieel de deuren met een driedaags festivalprogramma.

Amare had al lang open moeten zijn

Amare had eigenlijk al lang open moeten zijn. De bedoeling was dat bouwcombinatie Cadanz het op 4 januari van dit jaar zou overdragen aan de gemeente. Maar het lukte de bouwer niet op op die datum het gebouw klaar te hebben. Daarom zou het toen op 3 mei klaar moeten zijn. Maar ook deze datum bleek te optimistisch, omdat systemen nog getest moesten worden.
Vlak voor de zomer werd duidelijk dat ook de uiteindelijke datum van 1 juli heel krap was. op de dag dat het gebouw cultuurpaleis zou moeten worden opgeleverd, bleek dat de gebruikers weigerden de sleutel in ontvangst te nemen omdat ze vonden dat het nog niet klaar was. Uiteindelijk werd het op 13 juli alsnog met terugwerkende kracht aanvaard. Het nieuwe culturele hart voor Den Haag kostte uiteindelijk 223,3 miljoen euro, dit terwijl het gemeentebestuur aanvankelijk had beloofd dat het 177 miljoen zou worden.