Mannenplashuis in Schoonhoven wordt omgetoverd tot minimuseum

Het kenmerkende Amsterdamse School-gebouwtje is begin 20ste eeuw ontworpen door de Schoonhovense stadsarchitect Died Visser. Kleinzoon en architect Rokus Visser is samen met voormalig huisarts Herman Groothuis en oud-citymanager Michiel van der Schaaf trekker van het burgerinitiatief om het verpauperde gebouw te transformeren tot museum.

De 63-jarige Rokus kan zich nog herinneren dat het mannenplashuis werd gebruikt. 'Schoonhoven had in die tijd een centrumfunctie. Er kwamen veel boeren uit de Alblasserwaard met het pontje naar de zilverstad om boodschappen te doen. Er waren meerdere plashuizen, maar dit is de enige die is overgebleven. Toen ik tien was, is het plashuis volgens mij buiten gebruik gesteld.' Zelf heeft hij er niet geplast, 'Nee', lacht hij vrolijk, 'dat deed ik altijd thuis'.

Het idee om het pishok een andere bestemming te geven, is niet nieuw. Toen Groothuis in 2007 met pensioen ging, heeft hij geld opgehaald om het gebouwtje op te knappen. Zijn patiënten waren gul: ze doneerden 6.000 euro. Het plan werd in 2020 weer afgestoft toen Van der Schaaf en Groothuis elkaar ontmoetten. De twee dienden een burgerinitiatief in waar de gemeente Krimpenerwaard positief op reageerde.

Het museum is met een oppervlakte van twee vierkante meter met recht een minimuseum te noemen. 'Er komen wisselende tentoonstellingen en de eerste tentoonstelling gaat in ieder geval over zilver. Maar we moeten in december het gebouw jaarlijks weer leeg halen. Het staat buitendijks, dus het loopt onder in de winter. Het moet dus tegen water kunnen, en daar houden we met de restauratie rekening mee. Eind maart wordt het dan weer ingericht voor de volgende tentoonstelling', aldus Van der Schaaf.

Bezoekers hoeven niet bang te zijn dat ze met een wasknijper op de neus het minimuseum moeten bezoeken. 'De geur die in het gebouw zat, is inmiddels helemaal verdwenen', stelt Rokus gerust. Het museum wordt zaterdag 11 september officieel geopend.