Krijgt dakloze Steven straf omdat hij agente 'bolle' en 'stumperd' noemt?

Schrijvers van de rubriek Bij de Politierechter
Schrijvers van de rubriek Bij de Politierechter © Theresa Hartgers
DEN HAAG - Steven (45) moet voorkomen voor het stelen van een chocoladereep en omdat hij tot twee keer toe een politieagent heeft beledigd. 'Opkankeren', zei hij de eerste keer, waarna hij een volle lading pepperspray in zijn ogen kreeg. De tweede keer noemde hij een vrouwelijke agente 'bolle' en 'stumperd'.
Dit is een verhaal in onze serie Bij de politierechter.
De strafbare feiten vonden volgens de officier van justitie dit jaar plaats, onder meer in juli en augustus. 'Je moet wat meer gaan trainen meisje, je kracht stelt niks voor. Bolle.' De officier van justitie leest een aantal van de woorden voor die Steven zou hebben gezegd. De 45-jarige Hagenaar die rustig plaats heeft genomen, kan zijn lach niet onderdrukken en grinnikt luid als hij de woorden weer hoort. Hij heeft een kaalgeschoren hoofd, een lichte spijkerbroek aan die ruim om zijn benen valt, kisten als schoenen en een zwart T-shirt. Eén van zijn armen is bedekt met tatoeages.
Als de rechter even daarvoor vraagt naar zijn huidige woonplaats geeft hij aan nu dakloos te zijn. Hij 'verblijft' op dit moment op de Binckhorstlaan in Den Haag. De officier van justitie benoemt ook de winkeldiefstal die hij heeft gepleegd bij een Albert Heijn en hij zou een andere keer tegen een agent hebben gezegd dat diegene moest 'opkankeren'.

Op het randje

'Het zit allemaal op het randje qua woordgebruik', begint de rechter. 'Een motoragent zegt dat hij u op straat zag staan en dat u iets naar hem riep. 'Opkankeren' zou dat zijn geweest. U zou onberekend gedrag vertonen. Er is pepperspray gebruikt, u kreeg best wat over u heen. Eerder verklaarde u al: hij kan er niks aan doen en ik kan er niks aan doen.' De rechter kijkt Steven aan.
Na het gegrinnik dat eerst misschien per ongeluk uit zijn mond ontsnapte, kijkt Steven de rechter nu weer serieus aan. 'Ja, ik liep op straat en dacht aan dingen die zijn gebeurd. Ik dacht aan de mensen die ik heb verloren, ik was verdrietig. Ik schold mezelf eigenlijk uit en riep 'opkankeren' naar de lucht. De agent vroeg: wat zei je? En toen zei ik: ja, opkankeren. Ik zei het niet tegen hem.' De rechter: 'Had u een slechte nacht gehad?' Steven knikt. 'Ja, vermoeidheid speelt ook parten. Het liep plotseling uit de klauwen, daar komt het op neer.'

'Het is een koosnaampje'

De rechter knikt ook en wil de andere zaak behandelen. Steven zou voor 5 euro aan snoep hebben gestolen bij de Albert Heijn. 'En bij een aanhouding hebben gezegd: je moet wat meer trainen. Bolle. Je bent een stumperd. Ja, ga nog meer eten', aldus de rechter. Steven lacht weer hardop als hij zijn eigen woorden terug hoort. 'Ja, u lacht erom, maar het is niet netjes wat u heeft gezegd', zegt de rechter.
Steven: 'Ze zag er heel mooi uit! Een fotomodel! Ik noem mijn dochter en vriendin ook bolle. Het is een koosnaampje.' De rechter: 'Zo heeft ze dat niet ervaren hoor.’ Steven reageert weer met een serieuze blik. ‘Ja, het is misschien niet goed. Maar ze was echt een fotomodel.'

Reep chocolade

Waarom heeft hij niet voor die reep chocolade betaald, vraagt de rechter. 'Ik had het geld niet. Het is ook niet dat ik tien repen had gepakt.' De woorden blijken te zijn gezegd toen Steven in de politieauto zat. 'Omdat ze een snoepje zat te eten', aldus Steven, die weer even moet grinniken. Zijn lach blijkt lichtelijk aanstekelijk te werken in de rechtszaal. Maar iedereen probeert zo serieus mogelijk te blijven over de zaken.
De officier van justitie die de verklaringen heeft aangehoord, heeft nog een vraag. 'U zegt over de andere zaak dat u "opkankeren" tegen uzelf zei. Ik lees uit de verklaring van de politie dat toen de agent zei dat u op uw buik moest gaan liggen, u ook nog zei: opkankeren, ik ga niet neuken. Dat heeft u toch tegen de agent gezegd?' Hij kijkt Steven aan.

'We gaan niet vrijen'

'Ja, ik zei: nee, we gaan niet vrijen. Oke, ja, iets grover dan. Ik was al in de war. De vlam was in de pan na het eerste contact. Ik zei: boei me maar, maar hij zei dat ik op de grond moest gaan liggen. Ik vroeg me alleen af waarom ik dat ook nog moest gaan doen, hij kon me gewoon boeien', aldus Steven.
De rechter haalt het advies van de reclassering erbij. De instantie heeft aangegeven dat het nu iets beter gaat met Steven en dat hij met een onstabiele leefsituatie kampt. Hij heeft eerder al een keer begeleid wonen afgewezen. Andere hulp, zoals verslavingszorg, accepteerde hij eerder ook niet. Hij is een tijd uit beeld gebleven bij justitie. 'Het advies is wel om bijzondere voorwaarden op te leggen, omdat ze denken dat het risico groot is dat er weer iets gebeurt', zegt de rechter tegen Steven.

Behandeling aangeraden

Hij vervolgt: 'Er wordt een behandeling aangeraden. U heeft een heel geregeld leven geleid las ik, maar op een gegeven moment gaat het mis met uw partner. Ú gaat uit elkaar, u raakt het spoor bijster en u raakt dakloos. Dat zie je meer hoor. Want ik zie wel dat u verschillende banen heeft gehad hiervoor. Maar het blijkt dus mis te zijn gegaan rondom die scheiding?'
Steven schraapt zijn keel. 'Ja, iets daarvoor al eigenlijk. Ik was aan de drugs. Ik heb het eigenlijk allemaal zelf gedaan. Geen drugs meer nu.' De rechter: 'Ja, anders is het dweilen met de kraan open'. 'Het smaakt ook niet meer', reageert Steven. 'Ik wil er nu ook wel vanaf.'

Andere context

De officier van justitie reageert toch streng op de strafbare feiten. In beide zaken vindt hij dat de verdachte zich op dezelfde manier gedroeg: dat hij begon te schelden en beledigen in plaats van een normaal gesprek aangaan. 'Maar ik vind het ook wel een lastige zaak. Als je tegen een voorbijganger "opkankeren" zou zeggen, dan zou ik zeggen: dat is niet strafbaar. U heeft geen klootzak toegevoegd. Maar in deze context, als er een politieagent op straat staat met allemaal mensen om zich heen, dan is dat eigenlijk iemand in een kwaad daglicht stellen, oftewel voor lul zetten, en dat levert dan wel een strafbare belediging op.'
Hij leest Stevens woorden tegen de vrouw ook weer voor, waarna Steven voor de zoveelste keer moet lachen. 'Hier geldt hetzelfde weer', gaat de officier van justitie streng verder. 'Dat is ook een belediging. Het is vervelend hoe meneer tegen mensen met een publieke taak heeft gedaan. Winkeldiefstal is ook heel vervelend.'

'Ik noem mijn zoon ook bolletje'

Omdat Steven dakloos is, ziet de officier van justitie niks in een geldboete of taakstraf. Hij eist vijftien dagen gevangenisstraf, waarvan tien dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Ook moet Steven volgens de officier van justitie de voorwaarden van de reclassering opvolgen, zoals een meldplicht, een opname en verplichte controle op middelen.
De winkeldiefstal is duidelijk bewezen, maar de advocaat van Steven verzet zich toch tegen de beledigingen. 'Ik heb er moeite mee dat "opkankeren" tegen Pietje geen belediging oplevert, maar wel tegen Pietje met een pet op. Dan geef je wel een heel bijzondere positie aan mensen die de pet opzetten.' Hij wil dat Steven wordt vrijgesproken van het eerste feit. 'Daarnaast de woorden "bolle" en "stumperd". Dat is niet leuk, niet aardig, maar een strafrechtelijke belediging? Op straat wordt ruw gesproken, zelfs in de Tweede Kamer wordt ruwer gesproken. Ik noem mijn zoon ook bolletje', zegt zijn advocaat serieus. Na die woorden moet ook de officier van de justitie een lach onderdrukken.

Normale burger

Toch blijft de officier van justitie erbij dat het wel om beledigingen gaat. 'Mierenneuker, pannenkoek, zulke woorden zijn bij een normale burger geen belediging, maar in deze context bij een politieagent wel', aldus de officier van justitie.
De rechter kijkt Steven aan. 'Wilt u nog iets zeggen?', vraagt hij. 'Ze hebben allebei gelijk man. De officier van justitie en mijn advocaat', zegt Steven. De rechter glimlacht en denkt na over zijn beslissing. 'Er is een verschil tussen "opkankeren" en "bolle" en "stumperd". Ik spreek je vrij voor het eerste feit, je zei dat niet tegen de agent zelf. Maar de andere belediging sprak je wel uit tegen de persoon zelf.' Steven reageert nog snel: 'Maar het was echt een fotomodel!'

Twee weken

De rechter vindt het toch een belediging. Hij wordt voor twee feiten veroordeeld voor twee weken geheel voorwaardelijke gevangenisstraf. 'Met het programma van de reclassering erbij. Dus dat u aan zichzelf gaat werken. Deze gevangenisstraf hangt dan boven uw hoofd voor als het misgaat. Dat is het dus.' Steven reageert vriendelijk. 'Is goed meneer. Fijne dag allemaal', zegt hij nog voordat hij met zijn advocaat de zaal verlaat.
De namen in dit artikel zijn gefingeerd in verband met de privacy.