Stel krijgt celstraf voor wietteelt in Haagse woning, geen bewijs voor brand in kwekerij
DEN HAAG - Een man en een vrouw uit Pijnacker moeten de gevangenis in, vanwege een hennepkwekerij in een huis in Den Haag. Het tweetal kreeg een celstraf van een half jaar opgelegd, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De wiet werd geteeld in een bovenwoning in de Rederijkerstraat in Den Haag. De schoonzoon van de man uit Pijnacker kreeg een werkstraf van 240 uur en twee maanden voorwaardelijke celstraf opgelegd.
De hennepplantage werd ontdekt toen er op 26 november 2020 's nachts brand uitbrak op de bovenste etage van een portiekwoning. Omwonenden moesten halsoverkop hun huis verlaten. Uiteindelijk zijn er die avond achttien woningen ontruimd, negen daarvan werden tijdelijk onbewoonbaar verklaard.
Of de brand is veroorzaakt door de wietteelt op de zolder, kon in een eerdere zitting bij de rechtbank niet worden bevestigd. Het Openbaar Ministerie (OM) eiste daarom celstraffen van acht maanden, waarbij brandstichting niet werd meegenomen in de eis.
'In de maling genomen'
Tijdens de zitting gaf de 69-jarige man toe dat hij van de wietteelt wist. Hij zou de hennepplantage zijn begonnen met zijn schoonzoon. Zijn 53-jarige vriendin was er niet van op de hoogte, hoewel de woning op haar naam stond. 'We hebben haar in de maling genomen', zei de verdachte. In de rechtbank ontkende de vrouw dan ook dat ze wist van de wietteelt op de zolderetage.
De vrouw krijgt toch dezelfde straf opgelegd als haar partner. De rechtbank houdt beiden verantwoordelijk voor de wietteelt. In de strafeis is het veroorzaken van de brand, door gebrek aan bewijs, niet meegenomen. Wel moet de vrouw, net als haar vriend, 22.000 euro drugswinst aan de Staat afstaan.
