Gasunie tekent contract voor warmteleiding Rotterdam-Den Haag

De aanleg van een warmteleiding
De aanleg van een warmteleiding © ANP
DEN HAAG - Gasunie heeft maandag het contract getekend met het ministerie van Economische Zaken voor de aanleg van de warmteleiding die restwarmte van de haven van Rotterdam transporteert voor gebruik in warmtenetten in Den Haag. De investeringen van in eerste instantie 427 miljoen euro die daarmee is gemoeid, werd op Prinsjesdag aangekondigd. Als alles meezit qua aanleg, vergunningen en eventuele bezwaarprocedures zal de eerste warmte in 2025 geleverd kunnen worden via WarmtelinQ.
De partijen spraken lang over het afdekken van de risico's en financiële steun. Energiebedrijf Eneco zal als eerste warmtebedrijf warmte afnemen uit dit transportnet en leveren aan woningen in Den Haag. De leiding moet warmte leveren aan maximaal 120.000 woningen en andere gebouwen. Volgens de initiatiefnemers levert de leiding straks zo'n 0,18 megaton CO2-reductie per jaar op.
De warmteleiding bestaat uit twee buizen. Water dat in de haven van Rotterdam wordt verwarmd, zal door de buis met een diameter van zeventig centimeter naar Den Haag stromen. Een tweede buis van gelijke omvang is er om het afgekoelde water terug te laten vloeien.
Op WarmtelinQ kunnen meerdere afnemers, zoals energieleveranciers, en warmtebronnen worden aangesloten. Eneco tekende een transportovereenkomst met Gasunie en zal via het bestaande warmtenet in Den Haag warmte leveren aan huizen en andere gebouwen. Mogelijk wordt ook de glastuinbouw in Westland en Oostland aangesloten op het net.
De restwarmte is afkomstig van bedrijven in de Rotterdamse haven die anders ongebruikt wordt afgevoerd. In de toekomst kunnen behalve restwarmte ook andere warmtebronnen worden aangesloten, zoals aardwarmte. Er wordt nog onderzocht of er een aftakking van de leiding mogelijk is van Rijswijk naar Leiden.

Al jaren discussie

Over het aanleggen van de leidingen van Rotterdam naar de wijde omgeving wordt al jaren gesproken. Het verdeelt de politiek en maatschappelijke organisaties. Voorstanders zien het als belangrijke bijdrage aan de verduurzaming. Tegenstanders van het project zeggen dat dit in theorie ideaal lijkt, maar het in de praktijk niet is.

LEES OOK: