Onderzoek: vertrouwen culturele instellingen in Haagse politiek geschaad

De Dijk tijdens het optreden in het Zuiderparktheater
De Dijk tijdens het optreden in het Zuiderparktheater © Piet Vernimmen
DEN HAAG - De manier waarop geld wordt verdeeld over de culturele instellingen in Den Haag moet op de schop. De wijze waarop dat afgelopen keer is gebeurd, was niet goed. Daarom leidde dat tot een 'geschaad vertrouwen' van de instellingen in de politiek. Dat blijkt uit een uitgebreide evaluatie naar hoe vorig jaar de 56 miljoen aan gemeentelijke subsidie over de theaters, dansgroepen, festivals en musea werd verdeeld.
De Amsterdamse DSP-groep deed afgelopen maanden onderzoek naar hoe dat proces verliep. Het adviesbureau komt met een aantal bevindingen. Zo bemoeide de gemeenteraad zich te veel met de verdeling van het geld, waardoor de instellingen het vertrouwen in de politiek verloren. Verder wordt duidelijk dat er bij ambtenaren onvoldoende kennis aanwezig was. Bovendien constateert het bureau dat de de onafhankelijke commissie die de aanvragen van de instellingen moest beoordelen, omstreden was. Die legde onder meer veel nadruk op het begrip 'diversiteit en inclusie' en had te weinig kennis van de Haagse culturele wereld. Daarnaast waren de leden te negatief over de instellingen zonder dat goed te onderbouwen.
De gemeente Den Haag verdeelt iedere vier jaar geld over de culturele instellingen in de stad. Het idee daarachter is dat die zo voor een wat langere periode weten waar ze aan toe zijn. Een aantal deskundigen beoordeelt daarvoor de verzoeken van de organisaties. Die speciale Adviescommissie Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur kwam in april vorig jaar met het rapport 'Kracht en Kwetsbaarheid – Op weg naar een verbindende kunstsector in een veranderende stad'.

Bekende instellingen kregen geen geld

In het advies stond dat een aantal bekende instellingen de periode daarna geen geld meer zouden moeten krijgen omdat de kwaliteit van de plannen niet in orde was of de organisatie van die instellingen zwak. Het ging daarbij om onder meer het literaire muziekfestival Crossing Border, het kunstfestival TodaysArt, Muzee in Scheveningen, Museum Bredius, het Zuiderparktheater en de dansgezelschappen De Dutch Don't Dance Division (DDDDD) en Lonneke van Leth Dans. Stond tegenover dat een aantal nieuwe instellingen juist wel steun moest krijgen.
Kort na het verschijnen van het advies bleek dat wethouder Robert van Asten (D66, cultuur) zelf een aantal reparaties wilde uitvoeren. Zo was hij bereid om onder meer Muzee in Scheveningen en Museum Bredius aan de Lange Vijverberg toch geld te geven, zij het minder dan gevraagd. Ook wilde hij het Zuiderparktheater openhouden.

Angst voor verschraling

Vervolgens ontspon zich in de Haagse raad een verhitte discussie over de gevolgen van het advies. De Haagse politiek was bang dat het een 'verschraling van het cultuurlandschap' in de stad tot gevolg had omdat een aantal gerenommeerde kleinere en middelgrote instellingen zou verdwijnen. Nu een jaar geleden besloot de raad onder meer Crossing Border, TodaysArt, De Dutch Don't Dance Division, Lonneke van Deth Dans en Theater Branoul en Rabarber daarom toch geld te geven ten koste van acht grote Haagse kunstinstellingen. Die moesten daarvoor anderhalf procent van de voorgestelde subsidie inleveren.
Mede op verzoek van de gemeenteraad onderzocht DSP-groep die gang van zaken. Het bureau sprak daarvoor onder meer met raadsleden, de wethouder, ambtenaren en de culturele instellingen.

Vanaf het begin zat het niet goed

Een van de belangrijkste conclusies is dat er in het begin dingen niet goed zaten en dat dit tot het einde heeft doorgewerkt. Zo wisten de raadsleden niet precies wat hun rol was. Verder was de situatie in het stadhuis niet in orde. Vanwege een reorganisatie was er bij ambtenaren 'onvoldoende ervaring, kennis en geheugen op het terrein van cultuurbeleid en de sector'. Bovendien was het kader op basis waarvan de aanvragen werden beoordeeld te vaag.
Daarnaast levert de werkwijze veel werk op. Vooral bij de kleinere organisatie die vinden dat 'het proces te omslachtig en tijdrovend is'. Het rapport: 'Het vraagt enorm veel capaciteit van een instelling om een subsidieaanvraag in te dienen en dat iedere vier jaar te herhalen.'

Adviescommissie is 'negatief en arrogant'

De instellingen blijken verder kritisch over de onafhankelijke adviescommissie. Gesprekken werden door meerdere instellingen als 'onprettig' omschreven. Het rapport: 'Instellingen bestempelden de opstelling van leden als negatief, arrogant en vooringenomen. Verder zouden andere mensen zijn komen opdagen bij gesprekken dan was afgesproken en dat waren dan ook nog leden zonder kennis van de discipline van de instelling.'
Dat gevoel wordt gedeeld door raadsleden. 'Adviescommissieleden hadden te weinig kennis van zaken van- en gevoel voor de culturele sector van Den Haag', citeert het rapport politici.

Schofferende en denigrerende taal

Ook op de toon van de adviezen is kritiek. De onderzoekers van de DSP-groep signaleren dat de instellingen die vervelend vinden. 'Het taalgebruik was schofferend en denigrerend.' Ook wordt gesproken over 'ongemeen felle bewoordingen die als respectloos werden ervaren en met regelmaat slecht onderbouwde argumenten'. De adviezen waren volgens de instellingen 'onnodig scherp en kritisch'.
Extra complicatie die kwaad bloed zette bij sommige instellingen is dat een lid van die commissie, Ellen Walraven, tijdens het proces in opspraak raakte. In mei vorig jaar werd zij benoemd als nieuwe artistiek directeur van het Haagse literatuurfestival Writers Unlimited. Dit terwijl een van de meest in het oog springende adviezen de afwijzing van de aanvraag van een ander literatuurfestival was: Crossing Border.

'Zeer onwenselijke situatie'

De gemeente benadrukte destijds dat Walraven zich niet met die beslissing had bemoeid. Maar toch staat nu in het rapport dat haar overstap 'volgens alle betrokkenen heeft geleidt tot een zeer onwenselijke situatie'. Verder heeft de transfer voor 'veel onmin' gezorgd bij betrokkenen. 'Veel geïnterviewden gaven aan dat het zorgde voor de schijn van belangenverstrengeling en het vertrouwen in de adviescommissie flink heeft beschadigd.'
Ook het sleutelen van de gemeenteraad aan de verdeling van de subsidies kan niet op veel waardering leiden bij de instellingen. Het zorgde ervoor dat 'niet meer duidelijk was wie leidend was in de besluitvorming: gemeenteraad of college van burgemeester en wethouders'. Het rapport: 'Een groot aantal instellingen dat de enquête invulde was ronduit negatief over deze processtap. Instellingen noemden het onder meer 'schimmig', 'niet transparant', 'schijn van willekeur', 'chaotisch', 'politieke koehandel', 'rommelig', 'pijnlijk', 'gebrek aan empathie'.'

Ook kritiek op wethouder

Het bureau signaleert dat de instellingen en raadsleden ook kritiek hebben op de wethouder. Zo zou hij de juridische procedures niet kennen en verliep de communicatie met hen 'niet soepel'.
Het bureau komt ook met een aantal aanbevelingen. Zo moet de politiek van tevoren duidelijke spelregels vast stellen en zich daarna niet meer inhoudelijk met de adviezen bemoeien. Verder moeten de adviescommissie anders gaan werken, waardoor onder meer grote kennis van de Haagse kunstwereld ontstaat en de leden meer benaderbaar zijn.
De politiek praat donderdagmiddag over het rapport over de verdeling van de kunstsubsidies.