Bloemencorso nu ook op UNESCO-lijst van Immaterieel Erfgoed

Het corso in de Bollenstreek
Het corso in de Bollenstreek © ANP
DEN HAAG - Nadat het Bloemencorso van de Bollenstreek vorige maand al werd geëerd met een plek op de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland, komt de gehele Nederlandse corsocultuur nu ook op de (internationale) UNESCO-lijst Immaterieel Erfgoed. 'Deze vorm en andere vormen van Immaterieel Erfgoed verbindt mensen en verleent hun een gevoel van identiteit', zegt demissionair cultuurminister Ingrid van Engelshoven. Ook het varend corso in het Westland is toegevoegd aan de lijst.
Het comité van het UNESCO-verdrag maakte de toevoeging bekend in Parijs. Op de lijst staan tradities, rituelen, gebruiken en ambachten die gemeenschappen een gevoel geven van 'identiteit en continuïteit' die doorgegeven worden aan de volgende generaties. De hele Nederlandse corsocultuur werd toegevoegd.
Van de ruim 30 bloemen- en fruitscorsos in Nederland is het Bloemencorso van de Bollenstreek misschien wel de bekendste. Het corso wordt al sinds 1947 gehouden en trekt jaarlijks ruim 1 miljoen mensen naar de regio. Dankzij de coronacrisis ging het corso de afgelopen twee jaar niet door, maar de ruim 1500 vrijwilligers hopen in 2022 de 75ste jubileumversie te kunnen vieren.
De eerste praalwagen uit 1947 van Willem Warmenhoven
De eerste praalwagen uit 1947 van Willem Warmenhoven © Organisatie Bloemencorso

Niet de eerste keer

Het is niet de eerste keer dat erfgoed van eigen bodem op de internationale lijst komt te staan. Dat was in 2017, toen werd namens Nederland het ambacht van molenaar toegevoegd aan de lijst. Sinds 2018 is Nederland ook lid van het Unesco Comité Immaterieel Erfgoed.